Focus 2013

Freek's Focus (11)

Van heterogeen naar homogeen

 
In 2009 herstartte ik na zeven duifloze jaren met duiven van Jan en Alleman. Gewoon vrijblijvend voor de gein. Dit herhaalde zich de jaren daarna. Je maakt kennis met de origine Janssen, Heremans, Bricoux, v. Loon, Koopman, van Dijck en allerlei kruisingsprodukten. Onder alle soorten en rassen, zuiver en gekruist, kom je bruikbare duiven tegen. Echte toppers zijn echter dun gezaaid! De middelmatige graaneters hebben de overhand. Tot vorig jaar was het een heterogene bedoening. Duiven uit wel tien verschillende milieus en uit meerdere landen. Geheid loop je tegen problemen aan met de gezondheid. Al die duiven brengen hun eigen virussen en bacterien mee en op jouw hok komt dit tesamen en moet er een nieuwe balans gevonden worden. Overal waar eenhoksraces gehouden worden met duiven uit verschillende milieus en uit verschillende landen kent men dit probleem. Gespecialiseerde duivendokters hebben er meestal de handen vol aan.
 
Zelf maakte ik ook kennis met dit fenomeen, maar dan op kleine schaal. Uiteindelijk kwam het meestal goed, behalve in 2011. Na een goed begin op de openingsvluchten, kwam er ineens de klad in. Ik zocht naar verklaringen en meende in inferieur stro de belangrijkste boosdoener gevonden te hebben. Zekerheid omtrent de oorzaak van de terugval had ik echter niet. Vorig jaar zaten de duiven niet meer op stro, maar op metselzand. Ook toen kwam er na drie kringzeges op rij een terugval. Nu was er coli in het spel. Opgelopen in de reismand?  Veroorzaakt door het samenbrengen van te veel verschillende milieus op 1 hok?  Mogelijk een herbesmetting van eerdere colibesmettingen in mei via de opgedroogde uitwerpselen in de dakgoot van het duivenhok?  Voor de zekerheid verwijderde ik afgelopen winter de bewuste dakgoot!
 
Dat het samenbrengen van duiven uit verschillende milieus extra risico's meebrengt, dat staat voor mij als een paal boven water. In 2012 hield ik de prestaties van alle duiven zorgvuldig bij. Ook keek ik kritisch naar het rendement van meerdere duiven uit hetzelfde milieu. Ik kwam meer en meer tot de vaststelling dat mijn doenwijze een soort tombola oplevert waar geen ontwikkkeling in zit. 't Is leuk als je pas begint, maar na enkele jaren mis je de progressie en bovendien loop je telkens weer tegen dezelfde problemen met de gezondheid van de duiven aan.  Het roer moest om voor mijn gevoel. Na evaluatie met Albert kwamen we tot een alternatief strijdplan. Enerzijds afstappen van het samenbrengen van duiven uit allerlei milieus en anderzijds nastreven van stamvorming. We hakten knopen door en voegden de daad bij het woord.  Soms met pijn in het hart moest ik liefhebbers meedelen dat ik geen prijs meer stelde op "testduiven". Albert nam de verantwoordelijkheid op zich om de hokvulling van 2013 voor zijn rekening te nemen.
 
We besloten om laat te kweken.  Rond 15 maart moesten de eerste jonkies uit het ei kruipen, die dan door voedsters zouden worden groot gebracht. Omstreeks 1 april zouden de beoogde kweekduiven dan kunnen beginnen met het groot brengen van "ronde 2". Twaalf koppels werden er voor dit doel gerecruteerd. Onze 13-jarige "Oude Knoedel" werd tot stamvader gebombardeerd. Niet vanwege zijn ouderdom, maar vanwege zijn opmerkelijke rendement als kweker. Tien jaar was hij een "nobody". Er waren jaren dat hij in opslag zat en er niet uit gekweekt werd. Er waren jaren, dat er wel uit gekweekt werd zonder dat de jongen getest werden. Als 11-jarige deed zijn eerste en enige zoon examen en deze "Guus" onderscheidde zich in het slechte seizoen 2011 met een kopprijs in de regio. Als 12-jarige hadden we twee kinderen van hem. Eentje werd bij het uitwennen gepakt door de sperwer, de ander werd 3e duifkampioen jong bij "Steeds Verder".  "Guus" gaf in 2012 meteen "Texas Homer" (1e asduif regio 2 en vier keer 1:100 op rij) en de tweede ronde gaf hij twee prima duivinnen, waarvan "Ducky Duck" een kringzege behaalde.  Geen enkele duif op ons kweekhok kwam in de buurt van het rendement van onze "Oude Knoedel".  Van de welgeteld vijf nazaten slaagden er vijf met brio voor hun examen! Met onze statistieken moesten we aan de slag, vond ik en Albert was het met me eens. Er werden in de zomer en in het najaar van 2012 nog enkele kinderen geboren uit onze nestor en deze duiven maken deel uit van de kweekbrigade. Wel moesten we op zoek naar passende partners. De beste duiven 2012 en van voorgaande jaargangen hadden we reeds op het kweekhok zitten en met een gelimiteerd budget stroopten we de betaalbare verkoopsites af. Zoals Go-ahead Eagles met beperkte middelen zoekt naar groeibriljantjes. Zo schaften we een duivin aan uit de vader van "Victor" (1e asduif GOU 2012) van Jan de Ruiter speciaal voor "Texas Homer". Dit gebeurde op de veiling van eerste prijswinnaars ten bate van onze eigen club "Steeds Verder". De overige transfers verliepen via internet en dat gericht zoeken van de ideale partner voor een bepaalde kweekduif was telkens een uitdagende en spannende bezigheid voor ons beiden.
 
Natuurlijk zal er veel kaf onder het koren zitten. Toch zien we nu al meer homogeniteit. Veel vetblauwe duiven met hier en daar een witte pen of een wit streepje achter de ogen. Veelal zijn het neven en nichten van elkaar en ... nazaten van onze "Oude Knoedel"!  Op hok 1 tot en met 4 zijn uitsluitend bij Albert geboren jonkies geplaatst. Op hok 5 en 6 zijn een beperkt aantal jongen van onszelf gezet, aangevuld met duiven die veelal op een bon door Albert of mijzelf zijn aangeschaft. Nu heb ik de mogelijkheid om de gezondheid van de duiven op de diverse afdelingen te vergelijken.
De afdelingen zijn gemiddeld 1.25 mtr. breed en 2.50 mtr. diep. Per afdeling huizen er gemiddeld 12 duiven.  Hok 1 en 2 hebben geen dakisolatie en hebben een loze ruimte van ongeveer 2 meter. De hokjes zijn potdicht van boven, maar in de loze ruimte is een opening voorzien van ongeveer 1 vierkante meter. De afdelingen 3 tot en met 6 heb ik de afgelopen winter voorzien van dakisolatie middels dupanelplaten. In het plafond zit in het midden een ventilatiestrook van ongeveer 15 centimeter en in het dak is een strook van ongeveer 10 centimeter voor ventilatie open gelaten.
Op hok 1 en 2 zaten 28 duiven. Drie werden er gepakt door haviken, eentje door de sperwer.
Op hok 3 en 4 zaten 20 duiven. Eentje werd er gepakt door de havik.
Op hok 5 en 6 zaten 31 duiven. Vier stuks werden er gegrepen door haviken. Drie moest ik er noodgedwongen om gezondheidsredenen ruimen.
De hokken 5 en 6 zijn wat breder, vandaar dat ik er meer duiven plaatste. Vooralsnog ondervind ik de meeste gezondheidsproblemen op deze twee afdelingen.
't Is nog te vroeg om conclusies te trekken, maar er tekent zich wel een tendens af! 
 
Gisteren met hulp van Jose de enting tegen pokken m.b.v. het kwastje doorgevoerd. De afgelopen week begonnen de jongen voorzichtig te trekken. De oudste jongen zijn nu 12 weken, dan is er een groep van 10 weken en de jongsten zijn 8 weken.
Volgende week wil ik voorzichtig beginnen met opleren, mits ze gezond blijven uiteraard.