Isendoorn Competitie 2012

Isendoorn Competitie (1)


Begin maart arriveerden de eerste jonge duiven. Inmiddels heb ik er nu ruim 40. Morgen komen er weer zes. Uit Belgie. Over veertien dagen heb ik alles binnen. Dan staat de teller halverwege de 60 stuks. Als "testpiloot" vlieg ik in de zomermaanden met jonge duiven van anderen. In maart en april komen ze als "piepertje" binnen en doorlopen dan in korte tijd de peuterspeelzaal, de basisschool en het voortgezet onderwijs. Ik draag in mijn hok altijd een overdrukstofhelm met koolstoffilter. In 1982 kwam mijn allergie aan het licht. Altijd koorts, spierpijn, overmatig slijm en benauwdheid na een bezoek aan de duiven. Dat is niet normaal en niet vol te houden natuurlijk. De diagnose in het Deventer ziekenhuis was overduidelijk: de duiven moesten weg!  Toch bleef het kriebelen. Ik was "duivengek" vanaf mijn achtste jaar. Kocht de eerste duifjes van klasgenoot Willem Bruggink. Altijd als ik naar school fietste keek ik met een schuin oog naar de duivenzolder van kroegbaas Adriaan Kik. Een Belg met een onverstaanbaar Vlaams accent en met zwarte postduiven. Wat keek ik tegen die man op.
In die periode leerde ik ook Rinie Vos kennen. Een buurjongen waarmee ik voetbalde, kievitseieren zocht in het voorjaar en ... rommelde met postduiven.  Ik was helemaal bezeten van duiven. Las tientallen boeken over postduiven en vastbesloten om profspeler te worden in Belgie in de duivensport.

In mijn jonge jaren waren er diverse kinderen met duiven. Johnny Hensbergen, Riekie de Weerd, Han van Schoonhoven, Willem Bruggink, Henk en Jaap Hupkes, Tonnie Brink, Jopie van Toorn, Jan Groot Boerle, Rinie Vos en Tonnie Pas zijn allemaal generatiegenoten!  Wat jonger zijn Chris en Adriaan Aalpoel. Sommigen leven al niet meer, anderen ben ik volledig uit het oog verloren. Soms was de duivenhobby van voorbijgaande aard, soms zat het dieper. Van Jaap Hupkes en Rinie Vos weet ik, dat ze nog steeds postduiven houden voor de aardigheid. Ze zijn niet aangesloten bij een vereniging. Tonnie Pas speelde met fondduiven tot zijn dood. Ook Chris en Adriaan Aalpoel spelen met postduiven in georganiseerd verband.


Door mijn allergie moest ik noodgedwongen stoppen. Toch liet de sport me niet los. Ik bleef gewoon lid van "Steeds Verder" en volgde de sport op afstand. In 1986 gingen we in Gietelo wonen. In het najaar bracht Gerrit Ilbrink me 5 ongeringde duifjes mee, die ik op de hooizolder los liet. Het leek, alsof ik van de allergie verlost was. De vrienden Rinie Vos en Albert Hendriksen zorgden in 1987 voor duiven en in datzelfde jaar vloog ik weer mee. Al snel stak de allergie weer de kop op in alle hevigheid. Met behulp van stofkapjes, stofmaskers e.d. probeerde ik de blootstelling aan duivenstof te voorkomen. Het bleken lapmiddelen. Niet veel later kwam er via Koudijs mijn eerste overdrukhelm. Eureka!
Toch bleef ik gevoelig. Ik bouwde "stofarme" hokken, hield weinig duiven en kon zo mijn hobby blijven beoefenen.

Voor- en najaar zijn de moeilijkste periodes. Tijdens de kweek komt er veel stof vrij en in het najaar tijdens de rui is het helemaal bar en boos.  Dan moet je creatief zijn. Vriend Albert Hendriksen vindt kweken het leukste onderdeel van de sport en zelf houd ik het meest van het spel met jonge duiven. Het kwartje viel ....  Albert kweekt en Freek speelt met uitsluitend jonge duiven. Zo hebben we het jaren gedaan en samen mooie successen geboekt. Absoluut hoogtepunt was de wereldtitel in 1997.  Behaald met "Garfield" in Gietelo met Freek als speler en Albert als fokker.

Na de successen volgde een wat mindere periode. De motivatie daalde bij beiden en in 2001 kwam er in goed overleg een einde aan de samenwerking toen Freek zijn duiven verkocht. Freek ging raskippen fokken (Barnevelders) en Albert verhuisde naar Twello. In 2009 stak het duivenvirus onverwacht de kop weer op. Een "Belgencompetitie" was de aanleiding.
Clubgenoten en duivenvrienden hoorden het gerucht, dat Freek weer met een paar duifjes wilde gaan spelen. In een mum van tijd werd het kippenhok weer duivenhok en zaten er 21 jonkies. De beer was los .....

De havik sloeg in 2009 meerdere malen toe. Toch zat er onder de "overlevers" een jong doffertje, dat zijn mannetje stond.
Afkomstig van Joke en Martin Geven en "Jurriaan" genoemd, naar een hulpvaardige oud-Isendoornleerling (Jurriaan Boerstoel). "Jurriaan" werd 1e asduif van de hele GOU en 2e in de nationale competitie WHZB. Dat was een prettige verrassing en een stimulans om door te gaan.


Op dit moment (3 april 2012) fladderen de eerste jonge duiven rond het hok. Gisteren liet ik ze om zeven uur in de ochtend los. Toen ik om 17.00 uur thuis kwam, miste ik er 4.  Waarschijnlijk werden ze belaagd door sperwer of havik.  Enkele uren later belde vriend Rinie Vos. Er was een "piepertje" bij hem binnen gelopen. Ik haalde het blauwe duivinnetje meteen op. Het duifje gaat Noelle heten, naar de dochter van Rinie en wordt gekoppeld aan zoon Robert Vos, die op het Isendoorn College zit. Ook de overige jonge duiven krijgen t.z.t. een naam die verzonnen is door leerlingen van het Isendoorn College.

De volgende keer zal ik de namenlijst publiceren. Mochten er nog Isendoornleerlingen zijn, die een leuke naam weten, dan mogen ze me mailen.  freekwagenaar@planet.nl •Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.• of wg@isendoorn.nl •Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.• .  Waarschijnlijk heb ik nog een paar duifjes beschikbaar om een naam aan te koppelen!  (wordt vervolgd)