2017: Zieleroerselen, zotteklap & zever (2)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (2) 
Kweken een tombola?


We kunnen onze kweekkoppels beredeneerd samenzetten, we kunnen ze op het oog en op bouw en afstamming koppelen, of we laten het de duiven zelf uitzoeken. Welke methode je ook kiest, het blijft een tombola. Toch zijn de kansen ongelijk. De ene keer koop je voor 10 euro veertig lootjes en is het veertig keer noppes. De andere keer koop je voor 1 euro vier lootjes en win je drie keer prijs. Heeft dat met gesternte te maken of met dom toeval? Ieder mens kent het verschijnsel. Bij het kweken van duiven heb je een dosis geluk nodig. Albert leverde zo’n veertig stuks in 2016, waaronder één goed duifje. Bram leverde ongeveer hetzelfde aantal en ook hier zat één goeie bij. In de loop der jaren ben ik ervaringsdeskundige geworden. Een superduif heb je slechts eens in de zoveel jaren. Een goeie duif niet eens elk jaar. Gelukkig zijn er meerdere tinten grijs. Een duif met diverse prijzen, waaronder een teletekstnotering, daar ben je natuurlijk blij mee. Mag je wat mij betreft een leuke duif noemen. Daarnaast heb je de bruikbare duiven en de categorie “net niet en echt niet”, waarmee je geen volle zalen trekt. Wat voor de één een leuke of bruikbare duif is, kan voor de ander een goeie duif of superduif zijn. Het ligt er aan wat je gewend bent en hoe hoog je de lat legt. Vooraf kan niemand met zekerheid zeggen uit welk koppel de beste jonge duif zal komen! Het ene koppel is het andere echter niet. Sommige koppels geven meer kans, andere koppels beduidend minder kans. Eén ding staat als een paal boven water: om goeie nafok te geven dient een koppel gezond en in kweekvorm te zijn. In 2014 sluimerde er paratyphus onder de kweekduiven. Ook de jonge duiven waren er niet vrij van. De kweek in 2014 was ronduit teleurstellend en de jonge duiven in Appen presteerden wisselvallig. In 2015 sluimerde het adenovirus. Nanne Wolff adviseerde me vlak voor de vluchten om niet mee te doen. “De komende acht weken mag je er geen wonderen van verwachten en de verliezen zullen groot zijn”, voorspelde hij. Wolff kreeg gelijk. De vorm bleef uit en elke week bleven er duiven weg. Het kweken van duiven is dus geen gewone tombola. Samenvattend: kweekduiven moeten in perfecte conditie aan hun kweekklus beginnen. Zijn de ouderdieren niet 100% tiptop, dan zal de nafok geen meevaller zijn! Zijn de jonge duiven optimaal opgefokt uit gezonde ouderdieren en lopen ze tegen een vervelende besmetting aan in de aanloop naar de vluchten, dan kan het alsnog een teleurstelling worden. Met paratyphus en adeno heb ik dienaangaande slechte ervaring. Een niet al te heftige colibesmetting kunnen de duiven ook zonder antibiotica overwinnen. Licht voeren, vertroetelen en uitzieken. Vrolijk wordt een mens er niet van, zeker niet van de vieze mest en het braaksel, maar het seizoen hoeft niet verloren te zijn. Ik kon er in 2016 over mee praten!

Stamvorming

Wie onze kweekkoppels bekijkt, ziet dat er van stamvorming nauwelijks sprake is. Dat kan ook nog niet. We begonnen in 2009 met wat krijgertjes en hadden voor de kweek in 2010 alleen “Jurriaan” tot onze beschikking. In 2012 diende “Texas Homer” zich aan en in 2014 “Kampioensduif 366”. Drie kampioensduiven en beoogde stamdoffers. Daarnaast schaften we talentvolle duiven aan met een mooie stamboom. Veel aangeschafte duiven brachten niet wat we verwachtten. Andere aangeschafte duiven gingen in 2014 ten onder aan de rondsluimerende paratyphusbesmetting, zonder een eerlijke kans te hebben gehad om zich als kweekduif te manifesteren. In 2015 probeerden we twee vliegen in één klap te slaan: bij Hans Hak haalden we zes zomerjongen uit zijn beste kwekers. Allroundduiven die de dagfond goed verteren en bovendien van het vrouwelijk geslacht. Dat laatste was onze zwakke plek! Er dienden zich op eigen hok geen goede duivinnen aan. Gelukkig was in 2016 alles anders. De vliegploeg marcheerde lekker en de blikvangers waren allemaal duivinnen. Op het kweekhok bij Albert hebben we voor 2017 voor het eerst mogelijkheden om in lichte bloedverwantschap verder te borduren. “Texas Homer” heeft een duivin die net als hij afstamt van onze “Oude Knoedel”. Ook “Jurriaan” hebben we gezet tegen een duivin die aan hem verwant is. De eerste stappen op weg naar stamvorming zijn gezet! De komende jaren hopen we te ontdekken welke duiven het meeste rendement geven en welke de echte toppers voortbrengen. Als je het kweekbestand niet uitbreidt, ben je verplicht om streng te selecteren. Indien alles volgens plan verloopt, dienen zich elk jaar via het vlieghok nieuwe kweekduiven aan. Alleen met asduiven in groter verband, eersteprijswinnaars en teletekstduiven willen we verder. Zonder ambitie haal je de echte top nooit. Kijkend naar Bas & Gerard Verkerk, zie ik dat er nog vele stappen gemaakt moeten worden om bij hen in de buurt te komen. In de praktijk betekent dat alleen kweken uit de allerbesten, zeer streng selecteren en de toppers nooit verkopen. Verder moeten we steeds uitkijken naar echte versterking en werken aan stamvorming. Kweekkoppels samenstellen in de wintermaanden wordt nog leuker!

Africhten en lappen

Jonge duiven laat ik in hun eerste maanden graag vaak en langdurig los. Ze leren de omgeving kennen, pikken van alles en nog wat in de groentetuin, leren de gevaren in de boze buitenwereld kennen en worden zo “streetwise”. Zelfs het verschil tussen een havik en een sperwer hebben ze in de gaten. Voor de laatste zijn ze veel minder bang, omdat ze in de lucht niets van de sperwer te duchten hebben. In 2016 liet ik ze de eerste maanden relatief vaak los. Helaas had dat ook tot gevolg dat de duiven de bakkerij in het hartje van Voorst ontdekten als veilig honk. Voor 2017 wil ik de jonge duiven toch weer zo veel mogelijk de vrijheid geven. Natuurlijk zullen de haviken mijn hok weer als snackbar bezoeken, maar de duiven worden daar ook alerter en sneller van. Alleen als het de spuigaten uitloopt en er dagelijks slachtoffers vallen, zal ik de strategie moeten wijzigen. Duiven die veel buiten komen zijn slimmer en verspeel je minder gemakkelijk. Tegen de tijd, dat ze het nodige meegemaakt hebben, laat ik ze ook op zaterdag en zondag los. Soms trekken ze met vluchtduiven het noorden in en dat is een prima leerschool. Dat er zo wel eens eentje wegblijft, zie ik als een winstpunt. Let op: alleen kerngezonde duiven en duiven die al de nodige ervaring hebben, mag je aan Spartaanse praktijken bloot stellen! Johan van Dijk uit Lieren sprak ik enige weken geleden op een maandagavond bij Joke Geven in Cortenoever. Johan vertelde, dat hij zijn jonge duiven in de zomermaanden van 2016 vrijwel dagelijks meenam naar zijn “hondenbaan” als instructeur bij de politie. Zijn werkplek is ideaal gesitueerd op de vlieglijn en hij had de nodige verwachtingen van zijn super getrainde junioren. Toch werden de prijsvluchten voor de jonge duiven geen meevaller voor hem. Vertwijfeld vroeg hij zich af, waarom zijn junioren niet konden domineren bij “Ons Vermaak” in Eerbeek. Hij speelde met een relatief klein aantal jongen en ik denk dat daar de kneep zit. Als je vijf of tien junioren intensief traint door ze vrijwel dagelijks mee te nemen naar je werk, ben je van twee dingen afhankelijk: gezondheid en kwaliteit. Duiven die in matige conditie verkeren zullen hoe dan ook teleurstellen. Als je met een handvol duiven speelt, zoals Johan deed, moet je bovendien het geluk hebben dat er een echt goede duif tussen zit. Zoals ik eerder aangaf kweekten Albert en Bram op veertig junioren ook ieder maar één echte. Met vijf duiven spelen en intensief rijden geeft geen enkele garantie op succes. Zijn het vijf “gewone” duifjes, dan zullen de uitslagen ook heel gewoontjes zijn! Een tombola heeft een beperkt aantal prijzen en heel veel nieten. Johan op zijn beurt is een aparte. Druk met aangespannen paarden, politiehonden en postduiven. Een zeldzame en onmogelijke combinatie. Geografisch op een beroerde plek gesitueerd en gezegend met talloze roofvogels om de deur. Dat zal nooit wat worden, denk je als buitenstaander. Vechten tegen de bierkaai. Toch pleit één ding in zijn voordeel. Johan was niet alleen jarenlang collega en vriend van Martin Geven, hij kan ook iets met dieren. We gaan het meemaken bij leven en welzijn ….. (wordt vervolgd)