Effen Appen (16)

Nakomers

Jammer genoeg kwamen er geen nakomers van Quievrain. De “Queen 515” met twee eersten in de kring kunnen we afschrijven. Ook de tweede getekende “Jan ter Harmsel 631” bleef weg. Gelukkig kan ik zoiets vrij snel van me af laten glijden. “Je moet je richten op duiven die er nog zijn”, zei wijlen Martin Geven dikwijls. “Wat weg is, moet je vergeten”.  We mogen niet klagen. We korfden in het begin maximaal 47 duiven in. Toen liepen er nog 14 jonkies van de tweede ronde (gespeend tussen 15 april en 1 mei). Van die ingeschakelde “kleintjes”, die we op de tweede vlucht lieten debuteren, lopen er nog 10. Dat betekent, dat we begonnen zijn met precies 61 duiven en we hebben er nu nog precies 42. Fors verlies, maar als ik het vergelijk met de gemiddelde liefhebber, is het niet eens slecht.

Meiko

Het verhaal van de kat, die een nachtje tussen de duiven verbleef, is hier en daar opgepikt. Oliver Sabol, de verzorger van de duiven van Lotte Eijerkamp, had het waarschijnlijk gehoord van Joke Geven. Toen ik donderdag voor Nanteuil noodgedwongen uitweek naar p.v. Zutphen, begon hij er lachend over. Achteraf is er niet veel gebeurd. De duiven zijn uiteindelijk allemaal weer op hun nestje gekropen, al ging er bij sommigen een hele ochtend over heen. Een trauma hebben ze niet opgelopen. Gisteren liepen de duiven de hele dag in de tuin en “Meiko” liep er gewoon tussen. Ze lijken de hotelovernachting zonder ontbijt vergeten te zijn.

Nanteuil

Vervlogen op vrijdag!  Een moedig besluit van de afdelingsbestuurders en alle betrokkenen. Duivensport is conservatief en star, maar dit getuigt van realiteitszin. Het is nu zondagochtend en de liefhebbers die korfden voor de natour en nog steeds wachten op het lossingsbericht, zullen het met me eens zijn. Hulde!  Het werd overigens wederom een vlucht, die vooral door wind en trek beslist werd. In GOU Noordwest kwamen de duiven als een speer. De eerste duif haalt 1726 meter en de laatste prijsduif 1611 meter. Kijken we naar GOU Noordoost, dan haalt de eerste duif 1686 meter en de laatste prijsduif 1513 meter. De familie Eijerkamp korfde 84 duiven. Zouden ze in GOU Noordwest gespeeld hebben, dan zouden ze zes bescheiden prijsjes gemaakt hebben!  Kwamen de duiven van Eijerkamp slecht?  Niet bepaald. In eigen kring en regio spelen ze alles op een hoopje. Voor Alwin en Maaike Petrie geldt hetzelfde. Formidabel in eigen spelgebied, maar in vergelijking met de series in GOUNoordwest is het onopvallend prutswerk. Kijk ik naar mezelf, dan is het nog pijnlijker. Mijn eerste duif haalt de 1600 meter niet en zou op de uitslag van Noordwest niet eens op de uitslag staan!!!!  Hoewel ik vond, dat we tien minuten te laat begonnen, was ik trots dat onze vierde duif in de uitslag van p.v. Zutphen, net voor de vierde duif van Lotte Eijerkamp (50 mee) stond. Dat kan niet iedereen zeggen. Eerlijkheidshalve volgt er meteen   een bombardement aan duiven van Oliver en worden we weggeblazen.  In de kring Apeldoorn maken we met 38 duiven mee gewoon 20 prijzen. Op één na zaten ze allemaal in de klok en de laatste arriveerde zaterdagochtend. Wind, trek en ligging zijn erg belangrijk in de duivensport. Niet voor niets verhuizen de echte toppers (Sangers, Verkerk, Koopman, Veenstra e.a.)  naar een plek die het meest gunstig is voor de duiven. Zou het toeval zijn, dat in sommige dorpen meerdere kampioenen wonen en dat in andere dorpen nog nooit een fatsoenlijke prijs gewonnen is? Nu lijkt het net of er enige frustratie doorklinkt in mijn woorden. Dat valt mee. Het dorp Voorst maakte in de duivensport nimmer furore. Ooit was er een eigen duivenclub en ik ken de namen van enkele tientallen duivenhouders uit Voorst e.o. Aardige mensen, soms echte liefhebbers, maar hun roem bleef beperkt tot het dorp zelf. Buiten het dorp sprak er niemand over, want Voorst deed eigenlijk voor spek en bonen mee!

Henry

Henry en Patricia zijn beginnende liefhebbers uit mijn eigen vereniging. Gewone mensen met passie voor de duivensport. Liefhebbers die enthousiast zijn, zoals beginnelingen dat zijn kunnen. Leergierig, onbevangen en gretig. Henry en Patricia hadden de beste jonge duif op de vitesse in de kring en dat was voor hen een mijlpaal waar ze van genoten. Op Nanteuil korfden ze vier onverduisterde jongen in. Samen met Steffan Willems (39 mee) en ondergetekende (38 mee) korfden we in het hol van de leeuw in. “Onze duiven moeten met die van Eijerkamp mee. Komen ze bij de grote trek van de andere kant van de Veluwe, dan krijg je een stijve nek van het geloer in het noorden”, zei opa Hans Eckelboom. Hans is een oud-schaatser en wielrenner, die koerste met Fedor den Hertog en Joop Zoetemelk. Hans geniet van het duivenspel samen met kleinzoon Steffan. Ze kunnen niet zonder elkaar. Opa heeft de portemonnee en de wijsheid, Steffan kan hokken krabben, is handig met de moderne media en is bovendien stapelgek met zijn duifjes. Samen spraken we af en trokken naar Zutphen. Niet dat we van een “kouwe kermis” thuis kwamen, maar een echte successtory werd het niet. Henry en Patricia “schaatsten” met hun vier onverduisterde jongen, Steffan had er maar drie op papier en zelf haalde ik de duivenkrant ook niet, om het diplomatiek te duiden. Toch ben ik tevreden. Alles thuis, beide getekenden op papier (Steffan kreeg ze zelfs voorop) en geen letterlijke kater na de vlucht, zoals vorige week. Duivensport is hobby!

Henne

Bij het afslaan in Zutphen trof ik oud-clubgenoot Henne Rabelink. Henne was destijds ook lid van p.v. “de Hoven”.  Henne, inmiddels 84, maar nog goed geconserveerd, stopte dik twintig jaar geleden. “Dit is de eerste keer dat ik weer in een duivenlokaal kom”, aldus Henne. Er kwamen wat verhalen “uit de oude doos”.  Appie Derks, Jan Suijkerbuijk, Cees Eikelboom, Jan Boersma, Henne Sierink, Willem Heutink en vele anderen passeerden de revue. Gezellig ouwehoeren over vroeger. Waar blijft de tijd? Ineens zag ik Herman Nijenhuis. “De kleine Reus” werd ie vroeger genoemd. In zijn scootmobiel reed hij rond. “Eén van de weinigen uit de Heufse jaren die nog onder ons is”, zei Henne terecht. Grappig, dat mijn jonge duiven allemaal namen hebben en dat de twee beste jongen van dit moment (onze getekenden) Jan Suijkerbuijk en Appie Derks heten. Twee liefhebbers waar ik in de periode 1970-1980 dik mee bevriend was. Als je de duivensport met je teamgenoten beleeft, het geluk op eigen hok zoekt en de sport beleeft zoals Henry Oosterboer en zijn Patricia op dit moment doen, is duivensport nog steeds de mooiste sport die er bestaat. Wijze woorden van wijlen “Bakker Littink”, de aardigste en sympathiekste liefhebber die “Steeds Verder” ooit voortbracht. Onze “096” is naar Jan Littink vernoemd. ’t Is geen topper, maar wel een aardige duif. In die zin doet hij zijn naamgever eer aan.

Papjongen

Oplettende lezers weten, dat onze jonge duiven gewoon bij elkaar zitten. Na enkele weken spel “op de deur” mogen ze vrij aanrommelen. Er zitten zes koppeltjes op eieren en die zitten nu ongeveer twee weken te broeden. Woensdag of donderdag moet er een klein papjong onder. Wie kan me over enkele dagen helpen aan wat kleine jonkies? ’t Is me een goeie zak voer naar keuze waard!  Bel: 0575501707  of mail  freekwagenaar@upcmail.nl  en ik kom ze halen. Afgelopen week begonnen we op Nanteuil met vier jongen, die tegelijk als koppeltje arriveerden. Een doffer en een duivin op toen ongeveer twaalf dagen broeden en twee junioren zonder partner op het schapje van de tweede ronde. Zeven van de tien “kleintjes” raakten papier. Meerdere duifjes op ongeveer tien dag broeden “schaatsten”. Een garantie op succes is een nestje dus niet, maar een duivin op een jong van een week moet een goeie prijs kunnen spelen. Zo niet, dan is het geen blijvertje!