Focus 2013

Freek's Focus (19)

Teletekstdromen in zwarte week

woensdag 11 september

 
Zwarte week
 
Saint Quentin van afgelopen week, tellend voor de fondclub IJsselstreek en de SuperFondClub GOU, werd een fiasco. De duiven gingen terug naar Meer (122 km) en werden tegelijk met de regio Noordwest gelost. Een zeer breed front van tientallen kilometers met de meerderheid van de duiven aan de westkant en een zwaarbewolkte hemel. Het werd, diplomatiek uitgedrukt, niet het gedroomde einde van het seizoen. Zaterdagavond waren er 20 van de 24 en zondagochtend volgden er 3 in de stromende regen. Toen het zondagmiddag zowaar opklaarde en het nog verrassend mooi weer werd, maakten Jose en ik een wandeling langs de IJssel. Bij thuiskomst rond theetijd zat no. 24 braaf in het zonnetje op ons te wachten. Dat viel dus uiteindelijk mee. In onze club zaten Hennie, Hans en Stefan in de top 10. Jongens die daar niet dikwijls vertoeven en die je een mooi seizoenseinde gunt. Was het daarom een zwarte week?  Welnee. Het was de week waarin een ernstige fraudezaak in de duivensport aan het licht kwam in afd. 10. Ook de week waarin Kenji Schmitt (26) een eind aan zijn jonge leven maakte. Albert bezocht Kenji enkele malen in Averbode en schafte zich een stuk of wat duiven aan een paar jaren  geleden. Niet te bevatten.  Ook Piet Steenbergen (67) stierf veel te vroeg. Twintig jaar geleden haalde ik op een bonnetje enkele duiven bij Piet. Dat werd een succes. Ze wonnen serie 3 op een nationale vlucht en eentje werd asduif van de toenmalige afd. Salland. Zoiets vergeet je nooit en het schept een band. Toen ik in 2009 herstartte, na zeven duifloze jaren, hoorde Piet dat en hij bood me spontaan enkele jongen aan. Ik hoorde, dat er plannen waren voor een veelbelovende combinatie. Bram Calot, telg uit een roemruchte duivenfamilie, zou herstarten na enige duifloze jaren als compagnon van Piet, die zelf ook uit een echte duivenfamilie stamt. Een combinatie met potentie. Helaas mag het niet zo zijn.... Verder stierf Gerrit Plant, ooit deel uitmakend van de bekende gebroeders Plant uit Brummen en vader van Erik Plant. Een gedenkwaardige, zwarte week al met al.
 
Martin van Zon en de Heremansduiven
 
De afgelopen week las ik een interessante column van de man uit Berkenwoude. Ook Albert las dit artikel in "het Spoor" en maakte me er ten overvloede op àttent.  Martin mist de ouderwetse "Orleans-koorts". Verder is hij kritisch t.a.v. de liefhebbers die veelvuldig op teletekst staan. Alleen liefhebbers die midden in de vlieglijn wonen komen ervoor in aanmerking. Dat half Nederland in de ban is van Leo Heremans en Stefaan Lambrechts vindt Martin ook een bedenkelijke ontwikkeling. Deze duiven komen op vluchten van 600 km. duidelijk tekort! Niet iedereen zal zijn zienswijze omarmen. Leo zal het een biet zijn; die heeft de buit allang binnen!  Over de vlieglijn zal ik het in een volgende alinea hebben. T.a.v. van de Heremansduiven kan ik uit eigen ervaring wel iets zeggen. Leo Heremans ontmoette ik een jaar of zes, zeven geleden bij Eijerkamp. We waren beiden, met nog een heleboel anderen, uitgenodigd om de aankomst van Munchen mee te maken. Keurig verzorgd met een hapje en een drankje en een chinese maaltijd na afloop. Toevallig kwam ik in de partytent op de Brummense prairie naast Leo te zitten en dat werd een hele lange zit. Munchen werd dat jaar een flop voor Hans en Evert Jan, want er kwam die dag in Brummen geen duif door. Gelukkig stond er ook nog een andere vlucht op het programma en dat werd wel een eclatant succes. Een rechtstreekse Heremans werd als eerste geklokt en dat was het begin van een ware triomftocht voor de Heremansen over meerdere jaren bij Eijerkamp en diverse anderen. Het begin van een ware hype, die culmineerde in een totale verkoop die alle records zou breken. Leo Heremans herinner ik me als een sympathieke, bescheiden man met wie ik ettelijke uurtjes gezellig gebabbeld heb en voor zijn prestaties heb ik grote bewondering. De laatste jaren kreeg ik van meerdere liefhebbers "Heremansduiven" aangeboden om te testen. Soms raszuiver, soms driekwart en soms gekruist half om half. Natuurlijk waren het geen jongen van "de Jan", van "de Olympiade", "Jackpot" of "Euro". Dat zijn duiven waar op de foto de klasse afdruipt. Wel krijg je jongen uit de zoon van de broer van. U kent dat. Om met de deur in huis te vallen: dat waren ze niet! Niet opvallend snel, niet opvallend slim en zeker niet in de hand en op het oog de duiven waar ik opgewonden van word. Dat kan natuurlijk ook niet. Leo had ongetwijfeld een aantal superieure duiven, maar op het laatst werden er in een tijdsbestek van enkele maanden 1000 jongen geproduceerd. Dat is geen kampioenenkolonie, maar een vermeerderingsbedrijf! Als een hondenras razend populair is, moet je er met een grote boog omheen lopen. Ik vrees dat dit voor duiven ook geldt. Leo speelt met een klein groepje jonge doffers op een favoriet hok het klassieke weduwschap vanaf Quievrain. Ongeveer 100 kilometer. Zelf speel ik wekelijks op vluchten tussen de 100 en 500 kilometer, maar dan op nest. Daarvoor heb je andere duiven nodig, is mijn ervaring.
 
Teletekst en de vlieglijn
 
Martin van Zon benadrukt, dat het veelvuldig domineren van teletekst alleen is weggelegd voor liefhebbers die midden in de vlieglijn wonen. Vorige week zag ik in Zuid-Holland een teletekstuitslag van naar ik meen 13.000 duiven. Het leek op de verenigingsuitslag van een club uit Dordrecht! "Hoe dichter bij Dord, hoe rotter het wordt", zei deze week een oud-leerling die zijn verkering met een meisje uit Dordrecht had uit gemaakt. Dat geldt duidelijk niet voor de duiven van Kees, Gwen en Peter. "Ome Piet" ontbrak deze keer. Natuurlijk zijn het fanatieke en deskundige liefhebbers met geweldige duiven, maar er moeten daar geografische omstandigheden, die de vlieglijn beinvloeden, een rol spelen.  In eigen omgeving kan ik uit eigen ervaring en waarneming praten. In 1970 vloog ik voor het eerst met postduiven bij p.v. "de Hoven" in Zutphen. Een stadsdeel aan de westelijke oever van de IJssel. De afd. Salland loste Zutphen samen met Doetinchem en de liefhebbers in "de Hoven" klaagden steen en been dat ze niet mee konden komen tegen "de stad". Vooral Eefde lag gunstig in die tijd. Bertus Camphuis en Bertus Roording werden er later nationaal kampioen, Cees Suijkerbuijk maakte er furore na van Zutphen naar Eefde verkast te zijn en Hans Eijerkamp vloog er op naam van zijn vader vanaf het erf van Harm Modderkolk. Ook Marcel Sangers verhuisde deze eeuw welbewust naar Eefde, in navolging van oud-clubvoorzitter van "de Hoven" Adrie Heuvelink, die pal naast Berus Camphuis ging wonen. De mannen uit "de Hoven" konden niet meekomen tegen "de stad" en al helemaal niet tegen Eefde. De liefhebbers uit Voorst, waartoe ik behoorde, deden eigenlijk voor spek en bonen mee. Voorst lag enkele kilometers westelijker met ongeveer gelijke afstand. Dat wij nog ongunstiger woonden werd nooit benoemd. Wij waren in de ogen van de liefhebbers uit "de Hoven" prutsers met slechte duiven .....   Als achttienjarige mocht ik zelfstandig lid worden van "de Hoven".  Ik vond het prachtig en indrukwekkend. Een volksclub met een eigen taal en cultuur. Penningmeester en clubkampioen Appie Derks rekende op de achterkant van een sigarendoos uit wat iedereen moest betalen en terwijl "de Pelle", "Keumes", "Torres" en al die andere gezellige jongens luidruchtig hun biertje dronken aan de bar en er soms een kaakslag uitgedeeld werd, hielp ik Appie met het handmatig uitrekenen van de poulebrieven. Na mijn diensttijd in Seedorf en de verhuizing van mijn ouders, mocht ik thuis geen duiven meer houden. Bij "ome Dirk" in Klein-Amsterdam, een buurtschap 5 kilometer ten westen van Voorst, bouwde ik in de paasvakantie van 1978 illegaal een duivenhok van 10 meter lengte. Nog verder uit de vlieglijn. Op de vitesse kwamen de duiven bij westenwind over Zutphen/ Eefde en moesten tegen de wind in de laatste 8 kilometers vliegen. Op Eefde moest ik echter 3 kilometers toegeven. Alleen bij sterke oostenwind had ik kans om fatsoenlijk op de uitslag te geraken. Het was vechten tegen de bierkaai! In 1980 ging ik van "de Hoven" naar "Steeds Verder" in Twello en merkte meteen dat ik ineens mee kon komen. Mijn uitslagen werden met argusogen door de overige Voorstenaren bekeken en geleidelijk volgden er meer: Gerrit Ilbrink, Toon Waanders, Teun Kruitbosch, Cees Hensbergen schieten me zo te binnen.
Het afgelopen jaar werd Zutphen ingedeeld in een andere regio. In de voormalige regio 2 domineerde Zutphen overduidelijk. Bij westenwind waren de eerste 50 duiven van de uit 4 kringen bestaande regio niet zelden allemaal afkomstig uit Zutphen. Als een bepaalde kring te veel gaat domineren, ontstaat er een tegenbeweging. Regio 2 ging soms gelijk los met regio 1. Bij oostenwind gebeurde het, dat Zutphen niet op de eerste bladzijde van de regio-uitslag stond. Als je jarenlang gunstig in de vlieglijn gelegen hebt (de IJssel is een geografisch bepalend landschapselement) ontwikkel je een superioriteitsgevoel en heb je de neiging mensen uit andere kringen niet voor vol aan te zien. Toen ineens incidenteel de top 50 van de kring Zwolle de top 50 van regio 2 werd (vooral bij harde wind van achter en met gezamenlijke lossing met regio 1) geraakten sommige liefhebbers in de kring Zutphen bijna in shock. Hoe kan het, dat de beste liefhebbers met de beste duiven (het Mekka van de duivensport) weggespeeld worden door ... (?) In Voorst wisten we al veel langer dat je zelfs met de beste Zutphense duiven niet kunt opboksen tegen het voordeel van midden in de vlieglijn liggen!  Zutphense liefhebbers zullen me deze alinea waarschijnlijk niet in dank afnemen, zoals veel teletekstspelers in den lande de stukjes van Martin van Zon niet zullen waarderen, maar dat boeit me niet. De waarheid is soms ontluisterend en het geloof in "teletekstduiven" en sprookjes profijtelijk.
 
Teletekstduiven
 
Het voorbije jaar kochten we een laat doffertje uit een vader die twee keer op teletekst stond. We zetten hem tegen een laat duivinetje gefokt uit een vader die drie keer op teletekst stond.  Beide laatjes schaften we aan via een veilingsite. Daar kun je teletekstduiven uit fokken, denk je dan. Albert en Freek geloven dus eigenlijk ook in sprookjes. Helaas bleken de eruit gefokte jongen geen knip voor de neus waard. Het koppel "pakte" blijkbaar niet, zoals de meeste koppels dat niet doen. Ze krijgen in een andere samenstelling een nieuwe kans.
Het voorbije jaar loste Noordoost van de GOU soms alleen. Soms samen met Noordwest. Op de verdere vluchten met jonge duiven gingen de vier regio's van de GOU gezamenlijk de lucht in.
We stelden vast, dat onze resultaten wisselvallig waren. De ene week was het alles, de andere week was het niets. We gebruiken geen medicamenten en doen geen dingen die de vliegvorm manipuleren, behalve verduisteren. Onze duiven doen gewoon elke week hun best. De ene keer arriveren ze uit het zuidoosten, de andere keer uit het noordwesten. Jonge duiven zijn extreme kladvliegers, volgens Martin van Zon en ik denk dat hij daar een punt heeft. Kwaliteit en vorm zijn belangrijk, maar het voordeel van een gunstige vlieglijn is minstens zo belangrijk. Bedenk dat alvorens te investeren bij de "teletekstkanonnen".
Dat schrijvende is mijn respect voor de prestaties van Kees, Peter, Bas, Gerard, Harm c.s. niet minder. Ze hebben kwaliteitsduiven, een uitgekiend systeem en zijn zeer gedreven. Datzelfde geldt voor het respect dat ik heb voor de mannen uit "het Mekka van de duivensport Zutphen". Voor Hans en Evert Jan, voor Bertus en Cees, voor Marcel en Alwin, maar ook voor Jan en Appie. Gedreven liefhebbers met uitstekende duiven. Respect heb ik echter ook voor liefhebbers die tientallen jaren voortmodderen en hun liefde voor postduiven en de sport niet verliezen op de meest onmogelijke plekken ver buiten de vlieglijn!