Gietel’s geluk (13)

Ongeluk

Deze tussenkop slaat niet alleen op deze dertiende aflevering, maar ook op de vlucht van Tienen van afgelopen zaterdag. Ik kon het zondag niet opbrengen om er een epistel aan te wijden. Inmiddels zijn de kruitdampen en stofwolken enigszins opgetrokken en de wonden gelikt. Niet geheeld! Optimistisch vertrouwden we vrijdagavond 67 junioren toe aan de mand voor hun tweede vlucht. Ze waren kortstondig gescheiden en de neststanden van vorige week waren, met uitzondering van één koppel, verbroken. Het hele hok was leeg, zelfs een “lokker” ontbrak. Het was mooi weer, warm maar niet extreem en er stond een kalm briesje uit overwegend westelijke richting. De duiven werden om 8.30 uur in Tienen gelost. Alle ingrediënten voor een mooie vlucht leken aanwezig. Rond 10.30 uur stonden we op scherp. Rini was uiteraard aanwezig, maar ook Jaap en Albert. Bram ontbrak vanwege lossingswerkzaamheden. Als coördinator moet je vroeg uit de veren en ben je volop bezig met het weer, IWB, andere afdelingen op dezelfde vlieglijn om vermenging en kruislossing te voorkomen, etc. Veel gebel en geregel. Uiteindelijk moet je dan ook nog je eigen duiven verzorgen en dan schiet een bezoekje aan de aankomst in Appen er gemakkelijk bij in.

Vreemd

De eerste duif arriveerde rond 10.30 uur. Een blauwe duivin. Ze kwam niet uit de verwachte vliegrichting en bleef rondtoeren. Ze was duidelijk uit haar doen en landde op de schuur. Na enig roepen en fluiten viel ze op de klep. Inmiddels zag ik uit mijn ooghoek meerdere duiven uit verschillende hoeken arriveren. Aankomend overwegend uit het noorden en noordoosten en dan weet je al, dat het geen normale vlucht zal worden. Opnieuw landden er duiven op de schuur, maar gelukkig was er één zo verstandig om vlot op de klep te landen en in haar kielzog volgden de overigen. Diverse vreemde duiven kwamen mee en doken op de vrij vlak geplaatste zonnepanelen bij Rijkswaterstaat. Die liggen er nog niet zo lang en schitteren vanuit de lucht in het zonlicht. Jonge duiven zien hierin water en doen vergeefse pogingen om te drinken. Dit veroorzaakt nervositeit en verwarring bij de eigen duiven en ook als liefhebber raak je de kluts een beetje kwijt, omdat je denkt dat het je eigen duiven zijn. Al snel merk je aan alles, dat het een vreemde en lastige vlucht wordt. De aankomsten volgen elkaar niet vlot op en er komt bijna geen enkele duif uit de verwachte hoek. Na een tijdje stel je vast, dat er nog meer dan 50 duiven moeten komen en besef je, dat het een “fondvlucht” gaat worden. Rini houdt daar wel van, maar zelf heb ik liever een vlot en normaal verloop. Als ik ’s avonds om 20 uur met de module naar de club ga, ontbreken er nog liefst 22 junioren en daar ben ik dan behoorlijk ziek van.

Smart

Op zondagochtend verwacht je bij het krieken van de dag wel enkele duiven, maar dat valt tegen. Om 7.30 uur ontwaar ik de eerste “overnachter”. Zou het over de hele linie zo beroerd zijn gegaan?  Tegen negenen bel ik Sando Verbeek uit Hall, om hem te feliciteren met zijn dubbele kringoverwinning. Sando heeft er die ochtend vijf bij gekregen van de 24 die ontbraken. Zelf heb ik er dan vier. Daarna bel ik Johan van Dijk uit Eerbeek. Vorig jaar nog kampioen van de kring. Ook Johan baalt. Geen vroege duiven en ’s avonds 19 duiven weg. “Jij hebt tenminste nog een stuk of wat vroege duiven, ik heb helemaal niks”, werpt hij me voor de voeten. Kommer en kwel alom. Aan het weer kan het niet gelegen hebben. In regio Zuidoost arriveerden de duiven vlot en ontbreken er nauwelijks duiven. In Noordoost hadden we blijkbaar de pech, dat duiven van noordelijke afdelingen onze duiven kruisten , of “opschepten”, met een dramatisch concoursverloop tot gevolg. Johan van Dijk sprak dienaangaande klare taal. “In Eerbeek staat het concours ongeveer drie uur open (1:3), dan weet je het wel”. Een slecht begin voor veel liefhebbers in onze contreien! “Nog één bijzonder verhaal”, roept Johan. “Een jonge duif van mij zat bij een jong gezin in Schijndel. Wat denk je? Ze hebben het duifje teruggebracht in Eerbeek. Er zijn dus wel degelijk goeie mensen in de wereld. Helaas was het duifje totaal uitgemergeld en leeft het niet meer. Dat is dan weer jammer. Wel een mooi verhaal voor jouw rubriek”, aldus de snaakse en gedreven Johan, die trouwens diverse voetbalprofs in zijn familie heeft (neef Jantje  van Dijk alias mr. Groningen en zijn zonen o.a.)

Opvangers

Als vluchten slecht verlopen en veel duiven niet thuis komen, krijg je te maken met “opvangers”. Soms zijn het goedwillende dierenvrienden, soms collega melkers, die een duif opgeven. Afgelopen week maakte ik weer van alles mee, dienaangaande. Het begon vrijdagavond. Een particulier in Deventer had een duifje opgevangen van de eerste vlucht Budel. “Hij heeft voer gehad en zit in een kooi”, stond in de e-mail. Ik las het mailtje ’s avonds om 23 uur. Zat in de laadploeg en de duiven werden pas laat opgehaald vanwege het hitteprotocol. Kan ik zaterdagmiddag mooi ophalen met moeder Toos, dacht ik nog. Vanwege het late tijdstip en vermoeidheid reageerde ik niet meteen. Dat was een cruciale fout. De man in Deventer had weinig geduld en belde zaterdagochtend de dierenambulance. Die belde mij en vertelde, dat ik de duif in een asiel in de Achterhoek tegen betaling van dertig euro kon ophalen. De duif stond echter nog in Klarenbeek en ik sprak af hem meteen aldaar te komen afhalen. Wat een omslachtig gedoe en wat een haast. De man in Deventer krijgt niet het traditionele zakje ambachtelijke speculaas van bakker Bril, maar ik heb hem natuurlijk wel voor de vorm bedankt voor zijn toewijding en service voor mijn duif. Wel een leermoment!  Maandag reed ik naar Beckum, om bij fondman Johan Olde Nordkamp een verdwaald duifje op te halen. Samen met moeder Toos en Trijntje genoten we van de koffie in Twente en haalden een prima verzorgde duif op, die volgende week weer mee kan. Op woensdag volgde nog een duif bij een particulier in Brummen. Piet Schrijvers, hokverzorger bij Nick Aaldering, bemiddelde. Eén van mijn favoriete duiven. “Een mooie blauwe doffer” zei Piet. “Die moet je meteen ophalen, want hij zit bij een aardige mevrouw, die heel enthousiast is”. Zoiets is me dan wel twee zakjes speculaas waard!

Opvangers (2)

Afgelopen jaar haalde ik al diverse duiven op links en rechts in den lande. Je bent gepensioneerd en bovendien levert het een leuk ritje op voor mijn moeder. We gingen samen naar Kerk Avezaath, naar Beckum, naar Beek (Montferland), waar overal de koffie goed smaakte en moeder een gezellig uitje had. Soms schikte het niet in deze coronatijd en ging ik alleen. Zo kwam ik bij “Mario” in Bussum. “Meneer, ik heb een prachtige duif van U opgevangen. Hij zat op de chocoladefabriek en het is een soort albino met rode streepjes op de vleugels”. Een ringnummer had ie niet genoteerd, maar ik begreep, dat het een vale (de ’90) moest zijn. Mario had twee restaurants en hij was in zijn jonge jaren in een Italiaans restaurant begonnen als pizzabakker. Bij de kennismaking in zijn restaurant, hartje Bussum, bleek hij Turkse roots te hebben. “Iedereen noemt mij vanwege de pizzareclame van Iglo, lang geleden, Mario. Dat is niet mijn echte naam, maar met een Italiaans restaurant vind ik het allemaal prima en stel ik me zelf ook voor als Mario”. Een joviale, gastvrije man. Een horecatype, met als hobby tuimelaarduiven. “Ik vind gewone postduiven niet mooi, maar deze vind ik schitterend. Ik wil een hok bouwen in mijn moestuintje en dan kom ik bij U duiven halen”. Grappige contacten met wildvreemde mensen en misschien krijgen we er een postduivenliefhebber bij. Mario liep mee naar mijn auto, die op zijn advies met de alarmlichten aan en geopende achterklep pontificaal voor zijn restaurant stond. “Ik hoop, dat de duif terugkomt naar de chocoladefabriek (Bensdorp) en dat ik de duif van U mag houden”. Inmiddels is de ’90 weggebleven van een africhting, maar volgens Mario is hij niet in Bussum.

Gelukzoekers

Duif “Mario” behoort waarschijnlijk tot de categorie “gelukzoekers”. Zijn rode nestbroer bleef weg van Tienen. Sommige duiven hebben het gewoon niet. Dit jaar hadden we de ’10. Eerst zat ze bij Johan Gijsberts in Zutphen. Een oud-Voorstenaar. “In Zutphen heb ik meer kans op een vroege duif dan in Voorst. Hier lukt me, wat me in Voorst nooit lukte”. Daarna vloog ze binnen in Elden. Met o.a. Frans Looyschelder zaten we daar aan de koffie met speculaas. Normaliter haal ik een duif maar één keer op, maar ik moest denken aan de moeder van de ’10. Die haalde ik één keer op en werd daarna een zeer goede vliegduif en 3e asduif van de kring. Helaas is deze ’10 niet uit hetzelfde hout gesneden. Toen Geert Tiemens uit Didam belde, met de opmerking dat er een duif van ons was binnen gelopen, had ik al bange vermoedens. “Het is toch niet de ’10?”. Geert moest er om lachen. “Ik hoor het al en heb er al een streep door getrokken”, zei hij lachend. Een echte liefhebber als Geert heeft aan een half woord genoeg!  Duivensport moet hobby blijven, geen dagbesteding als koeriersdienst worden!  Er zijn voorbeelden van topvliegers, die in hun jeugd “wegvliegers” waren. Elke regel kent uitzonderingen. Proefondervindelijk maak ik mee, dat alle opgehaalde duiven inmiddels weer weg zijn. Er is echter een uitzondering. Het doffertje, dat ik ophaalde bij een liefhebber in Nijverdal , heeft twee vroege prijzen gevlogen en lijkt de bekende uitzondering op de regel te vormen. Het kan echter toeval zijn, want we hebben pas twee korte vluchten gehad.

Duivenkennis

We denken, dat we het weten, maar eigenlijk weten we het nooit. Vorig jaar hadden we een koppel waar vier jongen uit kwamen. Drie ervan, verspeelden we op hun allereerste vlucht. De vierde won een kringzege en een week later een regiozege. Dat wordt een bijzondere, dacht ik. Nog zo’n overwinning en ze is beste duif van Nederland. Droom lekker verder, Wagenaar. Op de eerstvolgende inkorving was ik ’s avonds twaalf duiven kwijt. Op één na keerden ze allen retour. U mag één keer raden welke duif nooit terug kwam. Ondanks de prestaties van deze ’15, wilde ik het koppel niet meer tegen elkaar zetten. De nazaten missen een vitale eigenschap, concludeerde ik. We koppelden de ouders om, maar op ons kweekhok in Wijchen was de oude liefde te sterk en Gerard had dit niet tijdig in de gaten. We haalden er in totaal zes jongen van op (1e, 2e en 3e ronde). Vier ervan gingen mee naar Budel en Tienen. Het resultaat? Onze eerste duif van Tienen komt eruit en alle zes zijn ze nog aanwezig. Het ene jaar alles kwijt uit een koppel en een jaar later nog alles aanwezig. We weten er dus eigenlijk helemaal niks van!  Een ander voorbeeld is onze “Bussingduivin”. Gekregen als service van Henk en afkomstig uit zijn beste doffer en duivin van de laatste jaren. De ouders vlogen samen 8 en 4 eerste prijzen en zulke zijn bij Henk op het hok ook een unicum. Helaas konden we uit deze duivin de afgelopen twee jaar geen veer overhouden. Normaal vliegt zo’n duif er als kweker met een boog uit. Gelet op de sympathieke geste van Henk en de uitzonderlijke afstamming, wilde ik voor haar een uitzondering maken. Ik zette haar op een jonge doffer van Bram. Deze “Ronald” vloog ongepaard probleemloos zeven prijzen als jongeling en zijn nestbroer pakte er zes. Het resultaat? De vier jongen van de 1e en 2e ronde zitten er nog steeds en één doet het opvallend goed tot nu toe. Het geeft aan, hoe belangrijk het is om de juiste combinatie op het kweekhok te maken! Met een ons geluk, kom je verder, dan met een kilo wijsheid! Sommige deskundigen menen de wijsheid in pacht te hebben en denken het wel allemaal te weten. Ogen worden soms met een loep bestudeerd. Ik ben te nuchter om daar in te geloven. Vaak weten ze het alleen in de wintermaanden, zoals de waarzegster het tegen betaling alleen op de kermis weet! Gelukkig mag iedereen in Nederland geloven wat hij of zij zelf wil.

Geel

Dit is een lossingsplaats in België, maar ook een bekende duivenkwaal. Als je duiven het moeilijk hadden en overnacht hebben, of elders vertoefd hebben, moet je opletten. Zeker als de temperaturen extreem oplopen. Afgelopen woensdagavond maakte ik een afspraak met veearts Robert Kasperink uit Emst. Rustig en bedaard en een echte duivenliefhebber, met oog en oor voor de gewone man of vrouw met zijn/ haar duifjes. Met Robert kun je als liefhebbers onder elkaar praten over duiven, waarbij Robert de medische kennis in huis heeft om je verder te helpen. Nanne Wolff uit Wezep, doet hetzelfde. Bij Nanne lopen veel meer medewerkers en het is er altijd hectisch. Toch probeert hij als dokter bovenal duivenliefhebber te zijn. Ik loop niet vaak naar een veearts en grijp niet graag naar medicijnen, maar als ik ze nodig heb, kan ik terugvallen op deskundige mensen, waar we trots op mogen zijn!  Robert constateerde woensdagavond datgene waar ik al bang voor was: geel en darmgeel. Gisterenavond stak ik op zijn advies de duiven een “Magix”-tablet op.  Nadat ik een tijdje geleden “orni 3” van de Weerd toediende, toen de duiven moeizaam naar huis kwamen bij de africhting, is dit het tweede medicijntje waarmee de duiven in aanraking komen. Soms lukt het me om een jaar helemaal geen medicijnen te gebruiken. Dat is altijd het streven. Het beste en voordeligste. Als het niet anders kan, val ik terug op genoemde deskundigen. Het seizoen is maar kort en een besmetting ligt wekelijks op de loer. Lukt het met de beste verzorging en natuurlijke middelen niet om de duiven gezond te houden, dan is het goed, dat er betaalbare alternatieven zijn. Door minimaal gebruik te maken van medicijnen, werken ze meestal voortreffelijk bij de juiste diagnose. Laten we hopen, dat de extreme temperaturen volgend weekend voorbij zijn en er nog een aantal mooie vluchten in het verschiet liggen. Succes!  (wordt vervolgd)