2016: Hoop, geloof en liefde (1)

Het eerste kwartaal van 2016 zit erop. De hoogste tijd om de "radiostilte" te verbreken. Medio maart haalde ik de eerste groep jongen af van ons gezamenlijke kweekhok. Achttien stuks. Enkele dagen later verzilverde ik mijn enige bonnetje van 2016 bij clubgenoot Dennis Koers. Dat werden 2 nestmaatjes. Op afdeling 1 dus in totaal 20 jongen.  Na ongeveer een week vlogen ze in de spoetnik en ik besloot om ze hun gang te laten gaan. Dat werkte aanvankelijk prima. De jonkies liepen over de verlengde uitvliegplank, vielen soms op de grond voor het hok, fladderden via de tuin naar de nok van het hok vice versa en leerden zo op een heel natuurlijke manier de in- en uitgang kennen. Heel belangrijk is ook, dat jonge duiven elkaar buiten het hok leren (her)kennen.  Een al te druistige jongeling, die te hard van stapel loopt en bij de buren op het dak belandt, herkent zijn hokgenootjes van afstand niet. Zelfs dat is een leerproces. Drie hele dagen liet ik ze hun gang gaan en dat verliep vlekkeloos. De vierde dag begonnen de eerste jongen voorzichtige rondjes te vliegen pal rond het hok. De ervaring leert, dat de roofvogels dat heel snel in de gaten hebben. Diezelfde dag sneuvelde het eerste jong. Dat was woensdag 23 maart. Toen ik 's avonds van mijn werk thuiskeerde telde ik 19 jonkies. Achter in de tuin, onder de heg, ontdekte ik de plukplaats van het eerste slachtoffer.  Typisch het werk van een sperwer. Het sperwerwijfje overrompelt de slenterende jonkies en plukt ze ter plekke. Sperwers zag ik de laatste jaren zelden bij ons in de tuin. Daar waar haviken dominant aanwezig zijn, worden sperwers niet geduld en zelfs geslagen door haviken, zo las ik op internet. Het klinkt tegenstrijdig, maar het leek me een goed teken dat er weer sperwers in onze tuin jaagden. De volgende dag liet ik de jongen gewoon weer los bij het ochtendgloren. Zowaar kozen ze het luchtruim en maakten hun buitelende, frivole, kriskras door elkaar, luchtoefeningen. Ik durf eigenlijk helemaal niet te kijken, want ik weet uit ervaring dat deze eerste onzekere rondjes een enorme aantrekkingskracht uitoefenen op haviken. Zolang ze niet in gesloten formatie als koppel vliegen, zijn ze voortdurend in levensgevaar! Rond het middaguur haalde ik ze binnen, voerde ze af en verduisterde het clubje. Tot mijn teleurstelling zag ik dat er twee duifjes ontbraken. Dan weet ik hoe laat het is. Zo gauw piepers het luchtruim kiezen, deelt de havik de lakens uit. Ik had middag- en avonddienst op 24 maart en op weg naar school besloot ik de duiven voorlopig vast te houden. Als de haviken de trek hebben op het hok en je laat je piepers dagelijks los, verspeel ik er elke dag minstens eentje. Twee of drie in een uur is echter ook al gebeurd. Vorig jaar had ik een hokje met 23 jonkies. Ze zouden net wel of net niet meekunnen op de vlucht en dat laatste was geen optie als je jezelf toelegt op het jonge duivenspel. Ik liet ze dagelijks los en vrijwel elke dag sneuvelde er eentje. Binnen de kortste keren speelde ik dit hokje vrijwel leeg. Zelfs toen er al tien waren opgevreten en de jongen meteen na het loslaten vluchtten en in compacte formatie na een halfuur terugkeerden om te kijken of de kust veilig was, bleef de terreur van met name "het monster van Appen" voortduren. Eén bijzonder brutale vrouwtjeshavik terroriseerde mijn hok en was zelfs met zware vuurpijlen niet te verontrusten. Voor haar was mijn hok een "Burger King" snackdomein. Helaas is ze na maanden afwezigheid weer retour. Haviken zijn doorgaans schuwe woudbewoners, maar deze "terrorist" gooit haar schroom overboord als ze wil snacken. Gek word ik van haar!

"Brammetjes"

Vrijdag 1 april bracht Bram Scherpenzeel 15 mooie jonkies uit overwegend zijn kwekers. Maandag 4 april volgde een tweede groep van 18 stuks. Vandaag vertelde Bram, dat er op korte termijn nog een stuk of zeven zullen volgen.  Volgende week zal de twee ronde van compagnon Albert grotendeels speenrijp zijn. Naar schatting 22 stuks. Een snelle rekensom leert, dat zowel Albert als Bram 40 jongen leveren in 2016. Met ongeveer 80 jongen vind ik het welletjes. De duiven worden op zes afdelingen geplaatst. De duiven van Albert en Bram hou ik gescheiden, net als de eerste en tweede ronde van Albert. De jonkies van Albert hebben de beschikking over een ren. De "Brammetjes" niet. Dit komt toevallig zo uit. Alleen de duiven uit de buitenste afdelingen (1 en 6) kunnen overdag opgesloten worden in een ren. De "Brammetjes" in afdeling 3 en 4 zitten op beukensnippers afgedekt met een dik pak tarwestro. De overige afdelingen hebben metselzand als bodembedekking. Na afloop van het seizoen zal ik laten weten, of de verschillen in huisvesting een rol spelen.

Veranderingen

Stilstand is achteruitgang. Elk jaar zijn we aan het sleutelen aan onze duivenhobby. Vorig jaar bouwde ik rennen. Dat gaf veel plezier en gemak, maar de vliegprestaties werden er zeker niet beter door. Voor 2016 keek ik kritisch naar de verluchting. Een artikel van Martin van Zon zette me aan het denken. Angst is een slechte raadgever. Om de hokken "steenmartervrij" te maken, volgde ik met de decoupeerzaag de contouren van de golfplaten. Met multiplex sloot ik alle golven af. Enkele jaren geleden had ik na een lezing van een andere "hokkenexpert" al dupanelplaten aangebracht onder de golfplaten. Waarschijnlijk deugde de verluchting daardoor niet, want als ik 's ochtends de verduisteringsgordijnen optrok, kwam een onwelriekende geur me tegemoet. Martin van Zon maakt graag gebruik van de golven van de golfplaten. Ze moeten fungeren als een stofzuiger en de afgewerkte lucht in het hok afvoeren zonder tocht te veroorzaken. Zelfs een windveer kun je beter achterwege laten, is zijn ervaring. Ik heb de laatste weken dus driftig gesleuteld aan de verluchting. Dupanel deels verwijderd, de golven van de golfplaten zijn weer open en de windveer aan de achterzijde aangepast. Voor de spoetnikken aan de binnenkant van het hok heb ik plexiglazen schuiven aangebracht om tocht te vermijden. De ramen onder de spoetnikken moet ik nog zo aanpassen, dat ze helemaal dicht kunnen. De hokken hebben dus meer ventilatie. De rennen daarentegen heb ik meer afgeschermd. Precies het omgekeerde. Zijn de hokken en rennen nu beter "getuned"?  Dat moeten we afwachten!  Hoop doet leven en stilstand is achteruitgang. De prestaties in 2014 en 2015 waren niet optimaal en dan is er werk aan de winkel!

Forum

Onlangs hadden we een forum tijdens het "vrijdagavondcafé" van de club. Herman Brinkman, Aart Hup en Tony Oranje waren de forumleden. Stuk voor stuk inspireerden de drie heren me. Herman houdt van eenvoud. Kenmerk van het ware, volgens mijn 86-jarige moeder.  Aart heeft een tomeloze inzet en ambitie. Tony is de man van de wetenschap. Hoofdzaken stipt uitvoeren en bijzaken vergeten. Dingen niet onnodig moeilijk en duur maken. Ongemerkt ga je dingen doen, die eigenlijk waanzin zijn. Om mijn hokken beter te isoleren en steenmartervrij te maken, verprutste ik de ventilatie! Geven we niet veel te veel bijproducten? Belasten we de organen van onze duiven niet met producten die uit wetenschappelijk oogpunt onverantwoord en onnatuurlijk zijn?  Het was een inspirerende avond. Hou het simpel, loop harder dan je duiven vliegen en gebruik je verstand. Op de site van "Steeds Verder" kunt U er meer over lezen.

Geen vreemdelingenlegioen

Als je ontevreden bent over de vliegprestaties, moet je kritisch zijn. Waar zit de pijn?  Hebben de duiven voldoende kwaliteit? Is onze manier van voeren in orde? Zijn de hokken optimaal?  Was de gezondheid van de duiven wel goed? De laatste jaren had ik duiven van diverse komaf. Meerdere liefhebbers kweekten voor mij. Er kwamen duifjes op bonnen. Ik weet, dat dit een extra risico kan betekenen voor de gezondheid. Daarom besloot ik om de herkomst van de duiven te beperken tot twee bronnen, die bovendien gescheiden gehouden worden. Alleen de twee duifjes van Dennis Koers, gekocht in Twello op een bon ten bate van de eigen vereniging, vormen de uitzondering.

Mais en erwten

Verstandige liefhebbers doen het: de jongen enkele dagen uitsluitend erwten en mais voeren. Duiven die we betitelen als "kleinzaadpikkertjes" gaan het op de vluchten niet redden. Duiven moeten mais eten. Lusten ze het niet, dan zul je ze verspelen op de verdere vluchten is mijn ervaring. Vandaag kocht ik een zak met 10 kg. groene erwten en een zak met 10 kg. grote mais. Mais bevat veel energie, wordt gevoerd tijdens het transport en .... vult het kropje snel als de liefhebber de duiven niet onbeperkt te eten geeft.

(wordt vervolgd)