Uit de kast (9)

Publiek

Zaterdag zouden zwager Jan en zijn vrouw Nettie op visite komen. Jan volgt normaliter de verrichtingen van onze duiven via Compuclub, vanaf zijn flat in het water, in mooi Ommen. Het is leuk, als familieleden belangstelling tonen voor de duivensport. Vaak maakt onbekend onbemind en hebben buitenstaanders geen flauw benul waar je als duivenliefhebber mee bezig bent. Met publiek op de tribune ben je extra gebrand om te presteren. De toeschouwers wil je niet teleurstellen!

Nanteuil

Al twee weken op rij bleef een getekende duif achter. Dat is frustrerend. Eigenlijk mochten we helemaal niet klagen. We begonnen met ongeveer 90 junioren in de ploeg aan de eerste vlucht en kenden de eerste vijf vluchten nauwelijks verliezen. Dat werd anders toen de one eye cold de kop op stak. Op donderdag in de namiddag gleden wel zeventig junioren door mijn handen, maar ik had moeite om er tien te vinden voor Nanteuil. Toen ik uiteindelijk vijf doffers en vijf duivinnen gevonden had en ze in de mand bekeek, bekroop me het gevoel om ze ter plekke los te laten en Nanteuil te laten schieten. Ik had echter met Albert Roording afgesproken om in Zutphen te korven en Rein Evers zou met me mee gaan. Ook dacht ik aan onze trouwe supporters en kwekers en aan zwager Jan. Ik hou er niet van om bij een beetje tegenslag meteen de handdoek in de ring te gooien. Anderzijds ben ik realistisch. Duiven verspelen, die de week ervoor nog een eerste prijs speelden (‘236) en in diverse klassementen hoog genoteerd staan (‘162), dat doet zeer en heeft een reden. Ook dacht ik aan de ‘230, die al twee keer dicht bij een regiozege zat en een eerste in de kring won. Bleef op een klein jong van Chalons gewoon weg! Daar heb je ze niet voor. Gek genoeg zijn het steeds de duiven op een ideale neststand, die je verspeelt. De “Sandrina ‘55” en de “164” had ik als getekende duiven bestempeld. Beiden zaten op een klein jong en waren de pap bijna kwijt. De “164” zag ik als onze beste jonge duif van dit jaar en ook “Sandrina” was een betrouwbaar duifje. Normaal gesproken zijn dat zekerheidjes, maar met one eye cold op het hok, mag je blij zijn de duiven ooit terug te zien. Mijn bange voorgevoel werd bevestigd. De blauwe “164” is weg en “Sandrina” kwam met hangen en wurgen thuis. Ook onze eerste duif van Chalons is nog weg (“Vaaltje ‘64) en de eerste van Dizy (‘168). Alsof de duvel er mee speelt! De uitslag van Nanteuil was niet bepaald een meevaller en dan druk ik me eufemistisch uit. Leuk voor mijn nieuwe plaatsgenoot Sando: zijn wens om me vóór te draaien, ging vanaf Nanteuil moeiteloos in vervulling. Zo heeft elke miskleun iets goeds in zich. Goed gedraaid, Sando. Freek en Johan kloppen, dat moet een goed gevoel geven!

Bierges

Duiven inzetten voor een vlucht met één nacht mand is met one eye cold op het hok gemakkelijker dan voor een vlucht met twee nachten mand. Ook kun je onder de 200 kilometer meer wagen dan boven de 400. Op vrijdag bekeek ik alle aanwezige duiven opnieuw. Ik was op dinsdagavond bij dierenarts Robert Kasperink in Emst geweest. De duiven bleken vrij van geel en wormen en dat verbaasde me niet, denkend aan de 1,2,3 in de kring van het afgelopen weekend. “Ze zijn niet echt top, Freek”, zei de arts en duivenman pur sang. “door de one eye cold daalt de conditie en worden ze bevattelijker voor coccidiose en luis. Dat zie ik onder de microscoop terug en ook bij het in handen pakken”. Ik was in 2021 niet eerder bij een dierenarts. De dierenarts wel bij mij, want ik liet de duiven twee keer enten tegen paramixo. Meestal heb ik genoeg vertrouwen in mezelf, maar als je de beste duiven begint te verspelen, heb je een second opinion van een vakman nodig. Robert Kasperink is in mijn ogen een rustige, weloverwogen vakman. Iemand die de duivensport van binnen en buiten kent en niet alleen medische kennis heeft, maar ook een schat aan praktijkervaring. “Je kunt de duiven gewoon doorspelen, maar moet ze vooraf goed bekijken. Een klein ploegje naar Nanteuil en hopen, dat één duif de punten pakt en een ploegje naar Bierges. De rest geef je rust, want een goed werkend medicijn tegen one eye cold heb ik niet. Uitroken helpt een beetje, druppels en zalf doen misschien ook iets en het enige dat echt werkt staat op de dopinglijst”. Gesteund door de adviezen van de specialist, zocht ik een ploeg uit voor Bierges. Enkele tientallen duiven hadden al een week rust gehad, maar je kunt niet aan de gang blijven. Rust roest! Aan duiven die twee pennen tegelijk gooien en aan hun dek en nek beginnen, heb ik in deze fase ook niks. Vooruit met de geit! Duiven met duidelijke kenmerken zouden thuis blijven, de rest mocht mee naar Bierges. Hoewel ik de einduitslag nog niet gezien heb, vanwege problemen bij Compuclub, kon ik leven met het resultaat. Heel blij was ik voor Albert, met een eerste prijs in de club!

Gezellig

Vrijdag had zich een groep liefhebbers verzameld rondom de grote tafel bij “Steeds Verder” in Twello. Enkele leden van de vereniging Bathmen kwamen bij ons inkorven. Ze vielen buiten de zone “Heeten” ,waar vogelgriep was uitgebroken. Onder hen Herwin Dikkeboer, die trouwens wel in de vogelgriepzone woont. De ene week bij de grootmeesters met 10 van de 10 en een paar dagen later zit je ineens in de gevarenzone en mag je niet meer inkorven. Herwin bracht de duiven voor een oudere clubgenoot buiten de zone. Vogelgriep in je omgeving is een bittere pil.  Liefhebbers uit de stad Deventer en uit bijvoorbeeld Raalte zijn de pisang. Van het ene op  het andere moment is het seizoen voorbij en mag je 30 dagen niet meer inkorven. Natuurlijk zijn er ergere dingen in het leven. Dat weet Herwin als geen ander. Zijn vader overleed enige weken geleden en toen waren de duiven ook ineens bijzaak. “Zoiets doet zeer. Hij was mijn vismaat, woonde om het hoekje en was de enige die elke week informeerde naar de duiven”. Clubmaat Rob van Essen vulde zijn woorden aan. “Wat een volk bij de uitvaart, wat een auto’s. Nog nooit zoiets gezien.” De aanwezige liefhebbers vallen stil en ik herken het verdriet van Herwin. “Toen vader Ernst nog leefde, gingen we altijd klaverjassen bij de kaartavonden van de duivenclub. Voetbalwedstrijden keken we het liefst samen. Nu hij er niet meer is, heb ik nooit meer gekaart en voetbal op t.v. wordt nooit meer zoals het was. Ik begrijp jouw verdriet, Herwin”. Door de vogelgriep in Heeten nemen de gesprekken ineens een andere wending. Gerard Bisseling vertelt over de impact van de coronacrisis in Cuba. Door de lockdown zitten zijn Cubaanse vriendin en dochter vast in Cuba. “Ik stuur er maandelijks geld heen, maar het einde van de ellende is nog lang niet in zicht. Ze zien hen als een soort vluchtelingen van het systeem en worden gewoon tegengewerkt en niet geholpen. Het kan nog vele maanden duren”. Netjes op anderhalve meter van elkaar wordt er over hele andere dingen gepraat dan gewoonlijk. Samen laden we de aanhanger, want voorzitter Sven wordt gebeld met de mededeling, dat de vrachtwagen niet door het risicogebied mag rijden met de duiven en we zelf moeten aanvoeren. Onze jongere, stoere bestuursleden en aanpakkers Sven en Stefan, doen wat onder de gegeven omstandigheden niet anders kan en brengen de duiven naar Wezep. Mopperen heeft geen zin. We mogen blij zijn, dat we aan de goede kant van de IJssel en A1 zitten en nog wel mogen spelen met onze duiven. Alles is betrekkelijk!

Zutphen

In Twello was inkorven voor Nanteuil niet mogelijk. Steffan en opa Hans Eckelboom overwogen om in te korven in Zutphen en Rein Evers en ik besloten om ons daar bij aan te sluiten. In Zutphen ken ik vrijwel iedereen, omdat ik vijftig jaar geleden gedurende tien jaar lid was van p.v. “de Hoven”. Met Appie Mensink, inmiddels tachtig, aan tafel. Ook Bart van Zanten ken ik nog uit de jaren zeventig, toen ik als jongeling bij “de Heuve” speelde in het tijdperk Bennie Vos, Appie Derks en Adrie Heuvelink. Natuurlijk zat de 83-jarige Jan Addink er ook. Zijn schoonmoeder was gedurende een aantal jaren de levenspartner van “ome Derk” uit Klein-Amsterdam. Tussen 1978 en 1982, tot dat ik vanwege ernstige allergie moest stoppen met de duivensport, had ik mijn duivenhok op het erf van mijn oom. Ook bij de leden van p.v. “Zutphen” beginnen de jaren te tellen. Jan Rademakers en Hans Eijerkamp, zijn vermoedelijk de oudste leden in de tweede helft van de tachtig. Toen we op zaterdagavond terug reden naar huis, stond er op enkele honderden meters vanaf het duivenlokaal een vijftal politiemensen voor de bekende blaastest. Gelukkig had Rein nauwelijks gedronken, maar zelfs met één of twee pijpjes bier achter de kiezen, schrik je toch even. Toen ik thuis kwam, belde ik “kroegbaas” Bas Jansen. Die nam niet op, maar voorzitter Wilfred Pasman stond gelukkig ook in mijn mobieltje, want het is altijd pijnlijk als een collega-liefhebber na een al dan niet goeie vlucht in de fuik rijdt met een biertje te veel op. Zo ging er weer een duivenweekend voorbij met gemengde gevoelens. De zelfgemaakte tomatensoep van José, de saucijzenbroodjes en broodjes kroket gingen er vlot in bij de toeschouwers. Het toetje werd vers geplukt uit de pruimenboom en Sander bracht een emmer heerlijke goudreinetten mee van eigen erf. Ook de appeltaartjes  van Henriët en Jaap waren heerlijk en moeder Toos had weer een fijne dag gehad. Dan is het toch ook niet zo erg, dat de vluchtuitslagen een keertje wat minder zijn? ’t Is maar een spelletje, niet onze broodwinning. Gezelligheid moet in de hobby de boventoon voeren. Morgen kan er vogelgriep uitbreken en kan het duivenseizoen voorbij zijn. Carpe diem! (wordt vervolgd)