Effen Appen (4)
De “Armando” van Joël Verschoot uit Ingelmunster werd uiteindelijk verkocht aan een Chinees voor ruim 1,25 miljoen euro. Een record voor een duif uit Europa. “De duivensport gaat aan het grote geld ten onder”, hoorde ik een oudere liefhebber roepen. Daar geloof ik niks van. Kijk naar het voetbal, het wielrennen, het schaatsen of naar tennis. Het geld dat de beste prestatieduif op de fond oplevert, komt overeen met het weekloon van Lionel Messi. Peanuts dus. De duivensport gaat pas echt ten onder als de beste duif geen honderd euro meer oplevert. De opbrengst van “Armando” toont aan, dat de duivensport nog leeft en serieus genomen wordt. Wie gooit de deur dicht, als er een serieuze koper voor je duif opdoemt? In Appen wordt iedere Chinees hoffelijk ontvangen en uitgezwaaid. Doe er zelfs een zakje speculaas en gevulde koeken van bakker Bril bij, als er contant betaald wordt. Paul Bril volgt de duivensport op de voet en leeft op de achtergrond mee met ons team. Voor de duidelijkheid en voor meelezende belastingmedewerkers: de enige Chinees die hier aan tafel verschijnt, is incidenteel de plastic tas van de “afhaalchinees”.
Afgelopen zaterdag was de uitvaart van oud-SVT-lid Jan Hulsebos. Een leven lang duivenliefhebber van de oude stempel. Net als zijn oudere broer Henk. Die was zelfs ooit voorzitter van Steeds Verder in de goeie ouwe tijd. Samen met Thea genoot Jan op zijn eigen manier van de duivensport. Een aimabele, bescheiden liefhebber. Jan bereikte de gezegende leeftijd van bijna 91 jaar. Met Arno Groot Koerkamp en zijn Marloes, praatten we bij Korderijnk nog gezellig even na tijdens de koffietafel. Jan was een goed mens. Ik had Jan in 2018 beloofd, de aanwezigheid van de aankomst van de duiven in Appen voor hem mogelijk te maken. Omdat je vooraf nooit weet wat de duivendag brengt en hoe laat er gelost zal worden, lukte het niet om de belofte na te komen. De ene keer kon ik Jan en Thea niet bereiken, de andere keer was er te weinig tijd tussen lossing en aankomst en er was een logistiek probleem met de scootmobiel van Jan en de rollator van moeder Toos. Dat zat me niet lekker. Belofte maakt immers schuld? Afgelopen winter bezocht ik Jan en Thea in hun knusse aanleunflat. Jan had er begrip voor en we spraken af, om het in 2019 wel te realiseren. Daar keek hij naar uit. “Ik weet echter niet, of ik het nog meemaak”, zei Jan met vooruitziende blik…. Jammer. Van uitstel komt afstel en je moet het ijzer smeden als het heet is, blijkt eens te meer. Misschien kunnen we Thea komend vliegseizoen een keer verrassen naast moeder Toos onder het Appense afdak? Rust zacht, Jan en een behouden laatste vlucht!
Komend seizoen wil ik een “Jannenhokje” introduceren. Steeds Verder bracht vele “Jannen” voort. Jan Hulsebos, Jan van Brummen , Jan Elskamp, Jan ter Harmsel en Jan Littink zijn voorbeelden van liefhebbers die het verdienen om postuum een duif naar hen vernoemd te krijgen. Mijn leermeester en duivenvriend wijlen Jan Suijkerbuijk past, evenals oud-voorzitter Jan Groot Koerkamp, ook in het rijtje. Je mag me trouwens tippen, als ik een prominente Jan dreig te vergeten!
Later die zaterdag kwam Bram, om de eerste groep jonge duiven van 2019 af te leveren. Samen met “de elf van Wijchen” zitten er nu 34 stuks. In de loop van komende week volgt weer een groepje en dat zal zo door lopen tot de vierde week van april. De aanleverperiode is in 2019 wat langer dan vorig jaar. Toen kon Albert binnen twee weken, dankzij voedsterkoppels, alle jongen aanleveren en kon Bram in diezelfde periode zijn aandeel leveren. In 2019 is alles weer anders.
Afgelopen nacht stond het voeremmertje gereed met daarin een kwart liter vlierbessensap. ’s Nachts trekt het sap in het voer en dan is het ’s ochtends een kwestie van “rul” maken met pikkoek, biergist, mineralen en grit. De net gespeende jongen krijgen dan alles wat ze nodig hebben spelenderwijs in hun kropjes. Gewoonlijk koop ik in het boerderijwinkeltje van Corrie een kartonnen doos met zes grote flessen en daar doe ik dan ongeveer twee maanden mee. Daarmee voorkom je coli e.d. trouwens niet, want het is geen wondermiddel. Wel voel ik me er al jaren goed bij. De jongen nemen het probleemloos op en worden er mooi van. Jonge duiven moeten weerstand opbouwen. Je mag ze ondersteunen met natuurlijke producten als kruiden, knoflook, verse groente, Naturaline, veengrond, klei, grit en mineralen, maar ik ben huiverig voor “kuurtjes”. Enten is een ander verhaal. Misschien laat ik ze twee keer enten tegen paramixo. Dat deed ik nooit eerder, maar als het voordelen biedt, ben ik er voor in. De pokkenenting met het borsteltje doe ik ook elk jaar trouw. Indien een paratyphus-enting bij de jongen preventief werkt tegen coli, wat sommigen beweren, dan zal ik dat eveneens overwegen. Coli in lichte mate, daar valt mee te leven. Wordt het een ernstige combinatievariant met diverse dodelijke slachtoffers, ongeacht hoe ze het noemen, dan trekt dat een wissel op de vliegprestaties als jonge duif. De nachtmerrie van elke jonge duivenspeler!
Beginnende liefhebbers moet je helpen. Dat klinkt logisch, maar dat beseft niet iedereen. Henry Oosterboer is een herstarter binnen onze club. Werkt net als Joël Verschoot in ploegendienst. Wederhelft en zoon tonen belangstelling en leven mee. Enthousiast en leergierig. Nog geen vijftig en dus bijna een “jeugdlid”. Een brand hielp hem deels van hok en duiven af. Een extra reden om iemand te ondersteunen! Albert deed dat met een leuke duivin, die gisteren terugkeerde op de vertrouwde stek in Appen. Ontsnapt. Henry vertelde, dat hij veel steun kreeg en krijgt van John Romein.”Dat heb je nodig als beginneling, zeker als je ook nog brand krijgt”, aldus Henry. “Jammer, dat er ook liefhebbers zijn, die dat niet begrijpen en je als beginner belachelijk maken”. Doe dat niet. Uiteindelijk moet iedereen het zelf doen en niet iedereen wordt de nieuwe Bas Verkerk, maar laat mensen in hun waarde. Geef eerlijke adviezen en steun ze waar mogelijk, want alleen “beginners” ( een uitstervend ras) kunnen de duivensport op termijn redden!