Op hoop van zegen (10)

Luijksgestel

Na het “code roodweekend” was dit de tweede prijsvlucht. Voor ons plm. 116 km. Je weet vooraf, dat snel binnenlopen op zo’n vlucht allesbepalend is. Sander was met zijn gezin op vakantie naar Kijkduin, Jaap was voor de liefde naar Dronten en José deed de boodschappen. Samen met Rini moest de klus geklaard worden. We verwachtten de duiven even na 9.30 uur en waren op alles voorbereid. Rini keek met zijn haviksogen richting de kerk in Voorst. Richting Zutphen. Uit die hoek komen de duiven normaliter. Het was goed half tien en in de lucht alles rustig. “Afgelopen woensdag was het weer bagger. We gingen fietsen in de omgeving Ravenstein en namen de duiven mee voor een africhting. Bij thuiskomst rond half zes, was nog geen 50% van de duiven thuis, volgens de module. Ik zag, dat de duiven van hok 1 allen geconstateerd waren, maar van het achterste hok was volgens de klok nog geen veer thuis. Dat is schrikken. Gelukkig waren de duiven er wel, maar op donderdag was ik met Albert weer enkele uren bezig om te ontdekken, wat er nu weer aan mankeerde. Ik ga even kijken, of alles staande bij is”, zei ik tegen Rini. Terwijl ik naar het prieeltje met de module liep en Rini de hemel aftuurde in de bekende richting, zag ik uit het westen een koppel van plm. 15 duiven naderen. Ik stond perplex. De duiven cirkelden om het hok en enkelen doken richting de zonnepanelen op de loods van Rijkswaterstaat, op ongeveer twintig meter van ons hok. De duiven bleven rondcirkelen en hielden elkaar in de lucht. Elke keer, dacht ik dat ze zouden “vallen”, maar na zeker tien “doorstarts” na even zoveel rondes, gaven we de moed op. Onze lokker zat braaf op het hok, maar gehinderd door zeker vijf vreemde duiven, kwam er van landen en constateren niets terecht. Op 40 eindelijk de eerste duif en op 42 waren er 27 geconstateerd. “De duiven waren er, wij waren er, maar het zat even tegen”, riep ik tegen Rini. Uiteindelijk viel alles toch mee. “Bij de eerste groep zitten drie getekende duiven. Dat is toch positief?” Wie de uitslag en de standen bekijkt, ziet dat we niet mogen klagen!

Roofvogels

Vorige week werd één van mijn favorieten gepakt door een roofvogel. Vroeg op de eerste vlucht en dan ineens weg bij huis. Zijn nestbroer was al in april gepakt. Vandaag was het weer raak. Er hebben vijf koppels een nestje en ik bracht na het schoonmaken van de hokken de broedende duiven een stukje weg. Ik kies daarvoor een willekeurige richting en een afstand van hooguit 5 kilometer. Bij thuiskomst zag ik een klein groepje duiven rondvliegen. Ze waren angstig en durfden niet te landen. Ik keek op de module en zag, dat de weggebrachte duiven gearriveerd waren. Na een uur rondcirkelen en niet durven landen, besefte ik, dat er “iets” aan de hand was. Onraad. Ik liep om het hok en keek in de tuin van de buren. Hier was niets te zien, dat de angst kon verklaren. Het betrof duiven van José. Ik had net deze ochtend een lijst met elf namen van duiven van José opgehangen. Een deel van haar duiven kreeg ik binnen, er mankeerden er nog drie. “Lourdes ‘82”, “Marietje ’90 en “Katrien ‘93”. Ik vertelde het aan José. “Met een beetje geluk krijg je er nog twee terug, zei ik profetisch.  Eentje is er zeer waarschijnlijk vanochtend gepakt. Rond het middaguur kwam “Lourdes ‘82” retour. Een half uur later was ook “Katrien ‘93” geconstateerd. “Marietje ‘90” is waarschijnlijk opgevreten. Hatelijk, want ik had net vanochtend schoonzus Nettie een appje gestuurd. Sinds enkele dagen wist ze, dat de ‘989 voortaan “Nettie ‘989” zou heten. Toen ik een naam moest hebben voor het nestzusje, was de keus voor Marietje, de enige zus van Nettie, de meest logische optie. Hatelijk. Bewust stellen we het geven van namen uit tot na het begin van de vluchten, om teleurstelling te voorkomen. Een garantie, dat het goed gaat is er nooit. Zwager Jan, de echtgenoot van Nettie, volgt al enkele jaren de verrichtingen van onze duiven vanuit zijn flat in Ommen. “Compuclub voorlopige uitslagen, NO en kring 2”, Jan kent de weg. Dat is leuk. Vorig jaar hadden we ook een “Jan” en een “Nettie”, maar die bakten er weinig van en gingen verloren. Dit jaar noemde ik de “934” naar hem. Op de eerste vlucht was hij vroeg en ik wist zeker, dat het een doffer was. Zwager Harrie, in het gezin net boven Jan, is aangestoken door het enthousiasme van Jan. De nestbroer van “Jan 934” werd “Harrie 933” genoemd. Voor mij makkelijk te onthouden en een kleine moeite. Als duiven namen hebben, sla ik die heel gemakkelijk op in mijn geheugen. Met kale ringnummers heb ik grote moeite. Het werkt bovendien stimulerend!

Namen

Elk jaar geven we de jonge duiven namen. Op ons kweekhok zitten “Brutus”, “Brave”, “Ernst”, “Cor” en “Frederik”. In rechte lijn afstammend van elkaar. We communiceren uitsluitend met namen onderling. Ideaal! Het ene jaar kiezen we voor familie en bekenden, soms voor popsterren of sporthelden, maar je moet wel afwisselen, anders krijg je dubbele namen en dat geeft verwarring. Afgelopen winter sprak ik met de drie dochters van Sander en Tineke. Ze stuurden me een lijstje met Walt Disneynamen. We hebben dus ook een “Donald”, “Dagobert” en “Willie Wortel”. Zelfs “Kwik”, “Kwek” en “Kwak” huizen op ons hok. Drie kinderen uit hetzelfde koppel uiteraard. Voor de onderlinge sfeer hebben we ook een “Rini 921”, “Jaap 922”, “Sander 947” en “Albert 965”. Vier jonge doffers, vier blauwen, vier verwanten en vier dubbele prijswinnaars, die aan elkaar gewaagd zijn. Hoop, dat we er lol aan gaan beleven!

Zonangst

Toen we in 1987 in Gietelo met postduiven begonnen, maakten we al snel kennis met een merkwaardig verschijnsel, waar je nooit over hoort of leest. Ik noem het zonangst. Joep Bodelier had er een maand geleden ook mee te maken, vertelde hij me door de telefoon. “De duiven durven niet te landen en blijven uiteindelijk in het nachtelijk donker doorvliegen, met vaak gewonde duiven tot gevolg”. Het verschijnsel doet zich voor bij laagstaande zon in het westen, waarbij de duiven landen tegen de zon in. Zijn het schaduwen? Is het weerspiegeling?  Het lijkt alsof het dak van het hok elektrostatisch geladen is. Eerst hangen ze een meter boven het hok, later twee meter en op het laatst wel drie of meer meters. Duiven lijken elkaar bang te maken voor “iets” wat er niet is. Toen we vorige week woensdag problemen hadden met het kloksysteem, liet ik de duiven tegen 18 uur buiten. Dit zijn ze niet gewend, want normaliter komen ze alleen ’s ochtends buiten. De gedachte was, dat ze allemaal nog eens over de antennes zouden lopen, om te zien of alle duiven thuis waren. Gelukkig kreeg ik ze met de nodige moeite voor het invallen van de duisternis binnen, maar die ervaring van woensdag werkte afgelopen zaterdag door bij de terugkeer van de vlucht. Diezelfde angst en steeds maar weer die “doorstart”. In combinatie met meerdere vreemdelingen, die wanhopig op zoek waren naar drinken waar de weerspiegeling van zonnepanelen zorgde voor de fata morgana. Op zo’n moment worden je zenuwen op de proef gesteld, maar uiteindelijk zijn er ergere dingen in het leven!

Scheiden

Na komend weekend wil ik de duiven scheiden. Mogelijk hebben we komend weekend geluk met het aanwijzen van de getekenden. Een viertal zit een dag of acht te broeden en dat kan met name de duivin inspireren om extra haar best te doen. Bij thuiskomst zijn de nestjes verwijderd en zondag zitten ze gescheiden. Ook gaan we vanaf dat moment bijlichten. Vorig jaar deden we het net andersom. Dat pakte teleurstellend uit op de verdere vluchten, vandaar deze verandering. Komend weekend Bierges en de week erop zitten we aan de grens met Frankrijk in Chimay.  Daarna vijf weken op rij inkorven op donderdag en combineren we op vrijdagavond de inkorving voor de natour. Heb nog een duif met een herstellende pootbreuk, een duif met een vleugelkwetsuur en nog enkele andere “kneuzen”, die op de natour een kans krijgen. Een B-ploeg, aangevuld met duiven die het moeilijk gehad hebben. Hebben we “een kijkie” zou wijlen Cor Buis sr. gezegd hebben.

O.E.C.

One eye cold. Rond deze tijd zie je vaak de eerste verschijnselen. In principe blijft een duif met oogproblemen thuis! Las op internet, dat uitroken met Koudijs droogontsmetter, de oplossing is. Albert opperde een mespuntje Halamid op tweeënhalve liter water als wondermiddel. Ik zie het even aan. In de duivenwagen waart het virus rond. Een week duurt het meestal. Heb je een betrouwbare getekende, of een duif die hoog staat bij de asduiven, dan is een week thuis houden niet leuk natuurlijk. Een duif, die iets mankeert, gaat niet mee. Het is niet diervriendelijk en onsportief richting je collega-liefhebbers. Basta!   (wordt vervolgd)