Op hoop van zegen (11)
Radiostilte
Na anderhalve maand radiostilte heb ik de tijd en de rust om een “stukkie” te maken voor de site. José is naar “bootcamp” op de sportschool met de fiets en inclusief reistijd, douchen en “socialisen” heb ik enkele uren de tijd om ongestoord wat aan te klooien achter de computer. Gisterenmiddag hadden we bbq van “Steeds Verder” voor leden en inkorvers. Ik had nog de bonusvlucht Morlincourt van de SuperFondClub GOU en enkele leden hadden ingekorfd voor taartvluchten in de regio. Het weer was ideaal gisteren. Noordwestenwind, ongeveer 18 graden en een blauwe lucht met wat wolken. We hadden er in Zutphen achttien ingekorfd en in een tijdsbestek van op de seconde precies tien minuten waren er tien thuis. Niet echt vroeg naar mijn gevoel, maar de duiven kwamen mooi uit de zuidoosthoek en dat alleen al maakte de aankomst tot een prettig kijkspel. Jaap en Rini waren erbij, Sander had een verjaarspartijtje van zijn oudste dochter en José zorgde als vertrouwd voor de inwendige mens. Jaap arriveerde precies op het moment, dat de eerste duif haar ererondje maakte. Hij was naar bakker Bril geweest voor koeken, maar die had vakantie, waardoor hij naar de supermarkt in het dorp moest fietsen. Dan loop je vlot een kwartier vertraging op. Na een uurtje moesten we ons gezellig samenzijn afbreken vanwege de bbq in Twello. Daar was het gezellig, met wat bloedverversing van inkorvers van andere verenigingen. Met uitsluitend eigen leden worden zulke aangelegenheden wel erg intiem, gelet op de ledentallen van de doorsnee duivenclub, maar dat terzijde. Terwijl ik net in een enerverend gesprek zat, keek ik terloops op mijn horloge en zag, dat ik als een speer naar Zutphen moest om de module om 18 uur te brengen voor het “afslaan”. Een term die stamt uit vervlogen tijden, toen de duivenklokken nog letterlijk afgeslagen moesten worden. Ook hier een klein gezelschap. Bijpraten met liefhebbers, die je normaliter weinig of nooit ziet: Appie Jurriëns, die altijd wel iets zinnigs over de duiven te melden heeft, Albert Roording, oud-leerling van het Isendoorn College, waar ik ruim een kwart eeuw werkte, weet als Pipa medewerker ook waarover hij praat en dan natuurlijk Marinus. A.D.H.D.-er in het kwadraat, een mop, een kwinkslag en een filosofische wijsheid in één minuut. Het gaat bij hem alle kanten op. Blijmoedig, enthousiast, een duif in een goed hart en met niemand te vergelijken. Iedere gek heeft zijn gebrek. Toch voel je: met al zijn drukte en lawaai, met zijn Joe Cockerachtige wankelheid en gebaren, die man deugt! En als beginnend duivenliefhebber heeft hij al hele leuke uitslagen gerealiseerd. Bennie Schrijver, de ongekroonde oud- ijzerboer, heeft een klik met Marinus. Ben is zelf ook een bijzondere en dat trekt elkaar aan. “Marinus heeft zijn duiven tussen de kippen lopen en voert ze gewoon kippenvoer”. Bennie dikt het nog iets aan en geniet van de fratsen van zijn kompaan. Ik herinner me het voorjaar van 1978. Ik bouwde een duivenhok in Klein Amsterdam bij “ome Dirk”. Wijlen Geert Oostra, voor wie ik inviel als onderwijzer op het schooltje in Empe, tipte me om met ijzer omhulde houten panelen van de voormalige GOBI betonindustrie bij Bennie Schrijver te halen. “Wat gaot ie d’r van m-m-maken”, stotterde Ben. Toen ik zei, dat het voor een duivenhok was, kostte het helemaal niks. Bij de uitvaartplechtigheid van moeder Toos in februari, waren Bennie en Hannie aanwezig. In januari 2012, de zaterdag voor het overlijden van vader Ernst, waren Wim en Jopie Hissink uit Warnsveld, de ouders van Hannie, de laatste kolenklanten die kolen bezorgd kregen. Het kostte me telkens een zaterdagochtend en meer. Wim was oud-duivenhouder, hield van trekharmonica en accordeon, was enthousiast tuinman en maakte van de bezorging van de antraciet een bijna dagvullend programma, inclusief koffie en zelfgemaakte erwtensoep. Vader was de laatste keer al 86 en hoewel hij zich groot hield, kostte het gesjouw met de zakken kolen hem steeds meer moeite. Op de terugweg van Warnsveld naar Voorst, vertelde vader Ernst, dat hij weer een vrachtwagen kolen wilde bestellen. “Kan ik op jou rekenen bij het bezorgen”, vroeg hij. Ik antwoordde bevestigend. Op maandagmiddag belde hij naar de groothandel om de bestelling door te geven. Een half uur later vond moeder hem op zijn rug liggend in de garage. Met gereedschap in zijn handen, de sigarenpeuk aan de ene kant van zijn gezicht en zijn pet aan de andere kant. In het harnas gestorven aan een acute hartstilstand. De aanwezigheid van Ben en Hannie bij de uitvaart van moeder getuigde van respect. Ben kende vader goed, want hij bracht regelmatig oud ijzer en Hannie kwam vaak bij haar ouders om de hoek kijken, als we kolen bezorgden. Nostalgie!
Toosje
Op voorspraak van de dochters van Sander kozen we dit jaar voor duivennamen uit de Walt Disneywereld. We hadden “Donald” , “Dagobert”, “Willie Wortel”, “Lampje” (1e asduif SVT) en natuurlijk “Kwik”, “Kwek” en “Kwak”. Broer Henk vond het leuk om een duif “Hendrik” te noemen en zijn kleindochter Lize werd op nationaal niveau turnkampioene bij de dertienjarigen, waarmee ze een vernoeming verdiende. We hadden ook een “Toosje”. Op 22 februari appte Sander, dat er twee duifjes gespeend konden worden. Ik was op dat moment bij moeder in het verzorgingshuis in Bathmen. “Wie is Sander?” , vroeg moeder. Ik vertelde haar van de drie leuke dochtertjes die ze al enkele keren ontmoet had in Teuge. “Mag ik mee?”, vroeg ze. Ik besloot haar in de auto te tillen en mee te nemen. Daar genoot ze zichtbaar van. Bij het hok aangekomen, zette Sander het duivinnetje op haar arm en maakte een foto. “We noemen het duifje naar moeder”, zei ik en zo geschiedde. Precies een etmaal later sloot moeder haar ogen definitief. “Toosje” ontwikkelde zich goed. Een glad vetkrasduivinnetje, dat steevast als eerste in de ren zat ’s ochtends als ik het schuifje opende. Op de eerste vier prijsvluchten pakte ze trouw haar prijs, maar op de zeer moeizaam verlopen Roye, bleef ze weg. De vrijdag erop kregen we per mail bericht, dat ze bij ene Francois Hemelaers in de buurt van Luik was terecht gekomen. Een oude man zonder auto, die met behulp van Google translate in gebrekkig Nederlands zijn verhaal deed. Ik vroeg hem de duif enige dagen te verzorgen en dan los te laten bij goed weer. Ik stelde hem twintig euro als onkostenvergoeding in het vooruitzicht en vertelde hem over het bijzondere verhaal achter het duifje. Francois wilde graag meewerken en wenste geen vergoeding. Wel liet hij doorschemeren, dat hij blij te maken was met een duif van fondorigine. Op dinsdagmiddag zat “Toosje” weer in Gietelo. Ik stuurde een bedankje met een biljet van twintig euro naar zijn huisadres. Op de omslag vermeldde ik “Uitnodiging biljarttournooi”, niet zonder reden. De brief kwam aan en iedereen tevreden. Voor “Toosje” heb ik een bijzondere partner op het oog op het kweekhok. Hoop, dat ze geluk brengt! Dan hoor ik gemorrel aan de deur en weet dat José terug is. Ze wil om 13.10uur naar filmzaal Mimik in Deventer, waar een film draait over “Wilderness”. Aanbevolen door een vriendin. Natuurlijk gaan we samen. Daarom zeg ik: wordt vervolgd!