Op hoop van zegen (17)
Ferry
Op de Habru-dag ontmoetten we o.a. Ferry van Loo. Twee dagen eerder was ik met José in Theater Hanzehof in Zutphen bij een optreden van “the Doors”. Een tributeband weliswaar, want van de originele Doors leven de twee belangrijkste leden niet meer, maar deze band kwam heel dicht bij het origineel. Waarom het bruggetje naar de muziek? Ik vergeleek Ferry in het verleden met Eric Clapton. Niet met Jim Morrison, die tot de “club van 27” behoort. Het sluike haar, de oogopslag, een beetje dezelfde uitstraling als Clapton. Ferry weet dat al jaren en moest er om glimlachen. Je kunt met mindere goden vergeleken worden. Afgelopen zaterdag zagen we een geheel andere Ferry en moest ik denken aan “the Kinks” met hun “Dedicated follower of fashion”. Ook een beetje kapper en visagist Leco van Zadelhoff. Modieus jasje, wit colbert, strak kapsel. Clapton was ineens ver weg. Ferry is van januari 1952. We zijn van hetzelfde bouwjaar en er is wederzijds respect. Zijn hele leven speelt hij al met duiven. Vroeger in de stad was dat met name vitesse en later, toen hij met zijn vrouw Hannie hun kapsalon vestigde in stadsdeel de Hoven, ging het richting dagfond. Een gedreven liefhebber, die kijk heeft op duiven en overal waar hij zich vestigde successen kende met de duiven. Ooit nationaal dagfondkampioen! Ferry is gedreven en behoorlijk manisch en dat leidde ertoe, dat hij geestelijk in de knoei kwam met zichzelf. Dat is een publiek geheim. Ooit, het zal ongeveer rond 2010 geweest zijn, zei hij jaloers te zijn op mij. “Jij blijft altijd rustig, ook als de vlucht wat minder verloopt. Ik wou, dat ik dat kon”. Ik haalde mijn schouders op, toen onwetend van de depressieve fases in zijn leven. Op zeker moment had Ferry zelf geen duiven meer, maar ging hij andere liefhebbers begeleiden. Duivencoach of hokverzorger, vul het zelf maar in. Wijlen Jan Rademaker speelde altijd al zeer verdienstelijk met jonge duiven en ineens blonk hij uit op de dagfond. Ferry speelde enige tijd een belangrijke rol bij Jan, kwam er dagelijks en dat was aan de resultaten te merken! Afgelopen zaterdag, vertelde hij financieel uitgekleed te zijn door een “vriend”, die geen vriend bleek te zijn. “Ik zat behoorlijk aan de grond, maar oud-clubgenoot Marcel Sangers reikt me de helpende hand. Zijn hokverzorger is weg en ik ga voor Marcel aan de slag op de dagfond”. Fijn voor hem, dat er weer licht gloort aan de horizon! Ferry is een echte melker en als hij met zichzelf in balans is, kan hij grootse prestaties verwezenlijken, want hij is een op en top vakman! Succes, “Slowhand”!
Peter
Hem kwam ik een dag later tegen in het clubgebouw van mijn vereniging. Wilco Zeiss, Paul van Putten, Hans Munstege, de vrijwel blinde Eggo Haverhoek en zijn vrouw en een wat vermoeid ogende Peter Voskamp. Leuk, dat de Deventer vertegenwoordiging aanwezig was! Barman Hans Boveree, had het rustig en dat was voor mij een mooi moment om een rondje in te doen voor mijn tafelgenoten. Iedereen had dorst, behalve Peter. “Je wil toch nog wel van me drinken, Peter?” Hij zat wat voorover gebogen en pips te kijken en ik begreep, dat hij niet fit was. Peter was ooit lid van onze vereniging, samen met vader John. Later verhuisde hij naar Deventer. Hij had de pech, dat hij ernstig ziek werd. Iets met zijn schildklier en behoorlijk ingrijpend, waardoor hij zelfs afgekeurd werd. Niet fit zijn en toch naar je oude club, dat tekent de echte liefhebber. Ook oud-lid John Romein zat aan de bar. Hij balanceerde een tijdje op het randje met zijn gezondheid, maar zag er slank en herboren uit. Mooi, want je gunt elke duivenmelker het beste. Deze week plaatste Albert een stukje op de verenigingsapp. “We hadden zondag een belangrijke gast in ons midden, want Peter Voskamp (44) won een bekende one loft race in Kroatië. Vier mee en vier prijs!” Reden voor mij om Peter te bellen en te feliciteren. De laatste jaren, zag je de prestaties van Peter steeds beter worden. Een eigen stammetje duiven, geen moderas en gaandeweg steeds beter op de dagfond. We hadden het over een bepaalde duif, waar Peter oren naar heeft. Als een goeie duif verhuist naar een goeie liefhebber, komen daar referenties uit! Hij heeft de gun-factor! Peter behoort tot de top in Deventer en bewijst met zijn prestaties op de one loft races, dat hij op de goede weg zit. Met een jong gezin en gezondheidsproblemen, bewijst hij een echte liefhebber te zijn, die stoïcijns zijn eigen plan trekt. Nogmaals gefeliciteerd Peter en bedankt voor je bon!
Henk
Van Voskamp naar Voskes is precies een verdubbeling in jaren. Twee keer 44 is de leeftijd van Henk Voskes uit Raalte en tegelijk met Sinterklaas hoopt hij in december de 89 te halen. Heel erg verknocht aan het leven is hij niet meer en dat is geen goed teken. Henk bleef zijn hele leven vrijgezel. Bracht samen met zijn broer moeder aan haar eind en woont al vele jaren, sinds het overlijden van zijn broer, alleen in het buitengebied. Voor Henk heb ik altijd sympathie gehad. Een uiterst bescheiden en eenvoudig mens en een duivenmelker pur sang van een uitstervend soort. “Het leven wordt er niet leuker op. Al mijn duivenvrienden van weleer zijn overleden. Joop Neppelenbroek, Antonissen, Rob Hesselink, Jantje te Wierik en Harm Tuten, die mij jarenlang ophaalde, als we gingen inkorven. Mijn gezondheid gaat steeds verder achteruit en ik sta ingeschreven voor een verzorgingshuis. Het kan maar zo zijn, dat ik mijn laatste vlucht gespeeld heb”. Het afgelopen jaar speelde Henk nog een eerste prijs in de club en een “volle bak” op de dagfond. Daar is hij fier op. Ooit was hij succesvol met een aanvlieger. Een Belg. Een duif van niemand minder dan Flor Engels! Vele tientallen jaren was hij een gewaardeerd en succesvol lid van “de Postduif” in Raalte. Een vereniging , die vecht voor haar bestaansrecht. Nu een monument als Henk Voskes de pijp aan Maarten dreigt te moeten geven, moet ik van weemoed slikken. Niks is eeuwig. Henk, ik hoop, dat je nog een goeie tijd mag beleven op je toekomstige plek. Ik weet ook, dat het verplanten van oude bomen vaak tegen valt, maar hoop dat het jou nieuw elan geeft. Het allerbeste, duivenvriend Henk! Bij leven en welzijn, komen we elkaar in Raalte tegen.
Pedigreeduiven
Enkele dagen geleden had ik twee verschillende liefhebbers op het hok. De één keek met vorsende blik en wees na lang zoeken een duif aan. De ander keek nauwelijks naar de duiven, maar wilde de map met stamkaarten inzien. U mag raden, wie van de twee bij de kampioenen bivakkeert. Deze laatste gaf me een knipoog, toen zijn maat begon te kwijlen bij het lezen van de stamkaarten. Hij wees hoofdschuddend naar zijn voorhoofd. Ik knikte begripvol. Albert zette op de clubapp een fragment uit mijn vorige bijdrage. Het ging over de uitspraken van Arnold Paalman. “Wij willen de duiven die het snelst van A naar B vliegen. Dat zijn vaak duiven, die als ze de volgende dag voor tien uur niet thuis zijn, nooit meer thuis komen. Je hebt ook liefhebbers, die op de uitslag niet opvallen. Ze hebben wel duiven, die bij rotvluchten met de jonge duiven, uiteindelijk thuis geraken”. Met woorden van deze strekking gaf Arnold het verschil aan tussen, naar wat ik noem, “pedigreeduiven” en “boerenduiven”. Welke duiven willen we? Albert zette het op de clubapp en onze jeugdige voorzitter Sven reageerde. “Ik ga voor de tweede groep”. Sven heeft ambitie voor de fond en vindt het minder snel zijn op het korte werk als jonge duif minder belangrijk. Ik reageerde ook. Ik ga voor de snelle duiven, maar wil ook dat ze thuis komen, als ze het moeilijk hebben. We hebben het in feite over sprinters en survivors. De uitdaging is om snelheid te koppelen aan hardnekkige taaiheid. Op eigen hok letten we er wel op. Van de zes jongen van “Janneke”, die aan de eerste vlucht begonnen, haalden er zes de eindstreep. Dat is een pluspunt. Onze eerste asduif dit jaar in de club (‘920) stamt uit haar, net als de eerste asduif jong vitesse in de kring van José (‘991). Ook de referenties van de afgelopen maand (Sando, Raymond, Jan & Stijn bijvoorbeeld) stammen uit “Janneke” en als er uit het buitenland iemand telefonisch onverstaanbaar brabbelt, is het enig verstaanbare “Moffilo”/ “Janneke”. Ik moest lang nadenken, toen viel het kwartje. “Kleinzoon Murphy’s Law”, stond een periode tegen ons stammoedertje. Op de één of andere manier kweekt deze duivin goed door in meerdere generaties met meerdere partners. Ik zei het in mijn vorige blog: ik ben gek op pedigreeduiven en genenstapeling van nationale toppers en Olympiadeduiven. Maar …. nog gekker ben ik op duiven met bewezen kweektalent. “Brutus” is onze stamdoffer en met zijn duivin “Janneke” staan ze aan de basis. “Brave” is hun zoon. “Ernst” hun kleinzoon, “Cor” hun achterkleinzoon en “Frederik” is weer de zoon van “Cor”. Allen overleefden de vluchten (survivors) en allen plaatsten zich bij de asduiven in kring of regio (snelheid). We koppelen deze duiven weer aan het beste van nationale topliefhebbers en proberen zo snelheid en hardnekkigheid vast te leggen. De mand is ten allen tijde scherprechter en bepalend! De stamkaart is pas van waarde, als de duiven kopprijzen winnen of asduiftitels. Duiven met een erg voorname en kostbare stamkaart, zonder bewezen kweekwaarde, redden hun kop soms dankzij hun afstamming. Waarschijnlijk is het uitstel van executie, maar als ze goed hun best doen, zijn ze goed genoeg om als voedster te dienen. Wie blind vertrouwt op mooie stamkaarten en dure namen, zonder keiharde bewijzen op eigen hok, wordt of blijft een nobody in de duivensport. (wordt vervolgd)