Op hoop van zegen (2)
Gezondheid
De voorbije week werd ik misschien wel ten overvloede herinnerd aan het feit, dat gezondheid boven alles gaat. Eerst was er de schok over een aanstaande euthanasie van een bekende, voor wie het leven een ondraaglijk lijden is door aanhoudende psychische problemen. Een dag later hoorde ik het trieste relaas van een jong stel met een grote kinderwens. De wens was in vervulling gegaan met een te vroeg geboren tweeling. Na spannende dagen was er het goede nieuws, dat de meisjes het gaan redden. Hoera! De vlag kan uit. Maar … wel halfstok. De jonge vader sterft in het bijzijn van de moeder in het ziekenhuis. Niet te geloven. Ik hoorde het verhaal bij de kapster, die als een berg opziet tegen de begrafenis. Ze zijn goeie kennissen/ vrienden. Ik was bij de kapster, samen met moeder Toos. Bij haar zou er een permanentje gezet worden en ik besloot tussentijds een bezoekje te brengen aan een oud-collega. Sebas werd twee jaar geleden getroffen door ALS. Een ongeneeslijke, progressieve spierziekte. Hij was nog geen veertig jaar. Sebas was in zijn Isendoornjaren een geweldige collega. Eén en al dynamiek en daadkracht. In zijn vrije tijd vrijwillig brandweerman met grote ambitie. Duikploeg, hoogwerker, chauffeur, lerend voor commandant en elk moment van de dag op scherp om uit te rukken. Hij was stoer en mannelijk. Adrenaline zijn benzine. Ooit had hij iets gedaan voor een leerling. Die leerling wist zijn naam niet. “Lang, donker, met snor, hoe ziet ie er uit?” Het antwoord van de leerling was voor mij klip en klaar. “Hij lijkt op een Rus”. Meteen was duidelijk, dat het Sebas betrof. Mannelijke kaaklijn, levenslustige, strijdvaardige blik in de ogen, knappe jongen. Op zekere dag solliciteerde hij als chauffeur op de ambulance. Hij werd aangenomen en dat was een aderlating voor de school. Een handige, veelzijdige collega en echte aanpakker, die ga je missen. Toen ik bij Sebas aanbelde, stond er een bus op de oprit. Volledig aangepast aan zijn spierziekte. Alles in huis was aangepast. Het leven voor vrouw en kinderen gaat gewoon door en vader is thuis. Armen en handen kon hij niet meer gebruiken. Drinken staat op tafel met een rietje. “Kom erin, pak je wat te drinken en ga zitten”. Nog altijd direct en zonder omwegen. “Leuk, dat je er bent. Mijn rolstoel staat al klaar voor de volgende onvermijdelijke stap. Heb veel pijn in mijn benen en dat is geen goed teken”. Hij vertelt, dat hij zijn bus nog gebruikt om dingen weg te brengen naar het ziekenhuis in Apeldoorn. Een soort koerier. Ondanks zijn eigen sores, blijft hij zich nuttig maken. Sebas maakt het me niet moeilijk en draait er niet omheen. “Ze hebben me gevraagd voor landelijke spotjes op radio en t.v. Voor mij leuke afleiding en ik draag bij aan een oplossing in de zoektocht naar oorzaak, preventie en genezing”. Het is moeilijk om de juiste woorden te vinden. “Je hebt intensief geleefd en de dingen gedaan, die je het liefst deed en kreeg veel waardering. Ik vond je een geweldige collega!” Ik voel me machteloos. Met gemengde gevoelens stap ik even later in de Caddy, om moeder op te halen. Na het nodige gezeul, zit ze in de auto. Van de kapster hoorde ik, dat ze steeds in slaap viel. Onderweg vraagt ze zich af, wat ze in het ziekenhuis gedaan hebben. “Waar woon ik eigenlijk?” vraagt ze meerdere malen. “In je eigen, fijne huisje”, stel ik haar gerust ……
Gezondheid (2)
Iemand maakt me er per mail op attent, dat ik wel heel vaak refereer aan Willem de Bruin. Dat kan ik niet ontkennen. Waar het hart van vol is, loopt de blog van over blijkbaar. Iedereen zoekt zijn/ haar helden. Vooral als je jong bent. Dan zijn het sportsterren, pophelden, influencers, of goeroe’s. Een nuchtere, oudere duivensporter is onder de indruk van een duivensporter, die voor hem weer een voorbeeld is. Zoiets zal het zijn. Willem is slim, goed onderlegd, heeft een helder verhaal, speelt bovenaards goed met jonge duiven (en meestal ook met oude duiven) en doet het op alle fronten goed. Een rolmodel. Ik moest aan Willem denken, toen een herstarter me benaderde voor duiven. Het was in een week, dat nog iemand jonge duiven wilde kopen. Ik schrik daar altijd van. In het voorjaar ben ik bezig met de kweek elders, met de bedoeling ons eigen vlieghok optimaal te bevolken. Ik ben daarbij afhankelijk van derden. Tot voor kort kwamen er ook elk jaar “testduiven” van andere hokken. Dan was er minder druk op het eigen kweekhok. Nu moeten we het helemaal zelf doen en ik sta daarbij aan de zijlijn. Gaat het allemaal lukken? Vervolgens heb je de verplichtingen aan “bonnenkopers”. Kopers willen steevast met de aangekochte junioren spelen. Dat raad ik zelf aan, omdat je dan meteen weet wat voor vlees je in de kuip hebt. De voor mij onbekende, twijfelende herstarter uit het Noorden, vertelde over zijn allergie. Ik dacht meteen aan mijn eigen martelgang in het verre verleden. Duiven kopen, terwijl je weet dat je ooit moest stoppen vanwege allergie. Dat is niet slim. Als bouwvakker zou hij moeten weten, dat je geen huis bouwt zonder fundering. Enkele dagen later mailde hij, dat hij een overdrukhelm besteld had voor zijn centen. Ik was opgelucht. Zou hij Willem’s column van afgelopen week in “De Duif” lezen, dan weet hij dat gezondheid boven alles gaat. Ook het trieste verhaal van Steven van Breemen, die gestopt is met duiven op eigen erf (longproblemen t.g.v. allergie), had ik hem gemaild. Sedert 1982 ben ik ernstig allergisch voor een eiwit in duivenstof c.q. duivenmest. Op dwingend advies van de longarts zou ik nooit geen postduiven meer mogen houden. De lokroep was echter te groot. Na allerhande stofmaskers en vijf overdrukhelmen verder, kocht ik afgelopen jaar de modernste (groene) Kite. Enkele dagen geleden belde ik John (de leverancier wordt na tientallen jaren een goeie bekende) om tien P3-filters op te sturen voor het naderende seizoen. Hij belde me netjes terug. “Ik kon je telefoontje niet persoonlijk beantwoorden, stapte net in de taxi vanwege nierspoeling in het ziekenhuis, maar de bestelling maken we in orde”. Ik schrik. Terwijl ik deze woorden type gaat de ouderwetse klingelbel en zie ik de bus van PostNL. De filters. Veel meer schrok ik van de woorden van de leverancier. ”Van de ene op de andere dag gaven mijn nieren het op, t.g.v. extreem hoge bloeddruk”. Dan ben je een veertiger en heb je een groot probleem. John is nuchter: “Jij moet al meer dan veertig jaar filteren om je longen te beschermen. Ik moet nu drie keer per week aan de machine om mijn bloed te filteren”. Ik denk onwillekeurig aan Sebas. Viel er voor hem ook maar iets te filteren, behalve koffie. Elk jaar ben ik weer dankbaar, dat ik er weer een jaartje met duiven aan vast kan plakken. De reacties van anderen laten me volledig koud. Ben er aan gewend geraakt om als “Willempie” of “Lullo” rond te lopen. Ook op de komende Olympiade gaat, zonder bromfiets, de helm op. Gezondheid is ons grootste goed!
Toon
Ooit hadden we in dorp Voorst een soort vriendengroep van duivenliefhebbers met een lief en leed bijdrage in voorkomende gevallen. Toon maakte daar deel van uit, net als Cees, Arend, Adriaan, Gerard, Oene, Teun, Arie, Albert, Gerrit en ondergetekende. Ook spraken we samen af met de dierenarts, bij verplichte entingen e.d. Velen zijn niet meer onder ons en anderen zijn vanwege leeftijd gestopt met de sport. Toon was op een gegeven moment nog de enig overgebleven actieve duivensporter in het dorp. Op zeker moment hoorde ik bij de slager, dat Dinie van Toon zou zijn overleden. Ik schrok. Kort daarop hoorde ik, dat niet Dinie, maar Minie van Toon was overleden. Verwarrend, want ze wonen ook nog eens schuin tegenover elkaar. Toon van Marinus, heeft ook een neef met dezelfde naam. Vrijwel zijn hele leven postduivenhouder en ooit samen lid van “Steeds Verder”. Dat zie je in meer dorpen. Meerdere dezelfde familienamen duiken veelvuldig op en zorgen voor “bijnamen”. In mijn klas op de lagere school zaten twee neven met dezelfde naam. Gerrit Saarloos kende men als “Gait van Piet” en “Gait van Jan”. Dat verschafte duidelijkheid en voorkwam verwarring. Heel sterk, dat twee echtgenotes, die schuin tegenover elkaar wonen, enkele dagen na elkaar sterven. Gelijke achternamen, partners met dezelfde voornaam, en zelf voornamen met dezelfde klank, die maar één letter verschillen. Met Toon van Marinus had ik in mijn jonge jaren veelvuldig contact. We hadden beiden postduiven, voetbalden in hetzelfde elftal, werkten ooit samen bij dezelfde papierfabriek, al was dat voor mij vakantiewerk. Dat schept een band. Ooit voetbalden we op een zondagochtend in Voorst 4. De duiven waren gelost en in de tweede helft liepen we samen van het veld, omdat de duiven aanstonds zouden arriveren. Daar kunnen we samen nog om lachen, al vonden onze teamgenoten het destijds minder leuk. Nu Toon als tachtiger het alleen moet rooien, zonder zijn Dinie, wip ik incidenteel bij hem binnen. Praten over het dagelijks leven van een man alleen, ouwehoeren over vroeger en natuurlijk over de duiven. “Ik weet nog, dat er vroeger bij de kerk een hok was, waar de politie dorpsgenoten vastzette. Het schoolplein sloot aan op dit hok en wij als kinderen keken dan wie er opgesloten was.” Ik zat op dezelfde school, maar maakte het niet mee. Ben bijna tien jaar jonger. Zat in de jaren vijftig op de lagere school. Toon maakte de na-oorlogse jaren veertig mee. Zoiets zou nu niet meer kunnen, alleen al vanwege de privacy. De situatie waar Toon in verkeert, zette me aan om clubgenoot Went te bezoeken. Zijn echtgenote Adrie overleed in december en Went zit als eenzame overblijver in hetzelfde schuitje. Een bezoekje thuis, is vaak minstens zo waardevol als een condoleance bij alle drukte en verdriet, kort na het overlijden. De weken erna komt de klap en de grote stilte. Dan kan een warme hand of arm om de schouder misschien wat troost bieden.
Verzetje
In de stille wintermaanden is er tijd voor een verzetje. Na een klusjaar even wat anders. Als pensionado heb je de tijd om leuke dingen te doen. Gisterenavond bezochten we een film over Indië, het tegenwoordige Indonesië. Vanwege het verblijf van vader Ernst tussen ’46 en ’50 als dienstplichtige in dat land, ben ik in het onderwerp geïnteresseerd. De naam “politionele acties” dekte de lading niet. De “speciale militaire operatie” van Poetin in Oekraïne is wat dat betreft oude wijn in nieuwe vaten. Het eerste wat sneuvelt in een oorlog is de waarheid. Die zin bleef me bij. Stiekem had ik gehoopt beelden te zien van de Scammell bergingstruc van vader Ernst. Het bord “Klein Duimpje”, wat zijn maten geplaatst hadden voor de radiateur, zou ik makkelijk herkennen. Helaas nauwelijks beelden van de 120.000 militairen, die er onder valse voorwendselen heen gestuurd werden. Geen troepenschip s.s. “Waterman” of “Boissevain”, geen gesprekken met manschappen, K.N.I.L. militairen of Ambonezen, maar hoofdzakelijk historici die bijna 75 jaar na dato tekst en uitleg geven. Weinig nieuws onder de zon. José viel bijna in slaap en raakte het spoor bijster. In de filmzaal ongeveer tien bezoekers. Deze film blijft me niet bij. Jammer. Morgen gaan we met vrienden naar Groningen. Kort na de dood van David Bowie bezochten we het Noordermuseum ter plaatse en José vond het indrukwekkend. Nu hebben ze “the Stones” als onderwerp. Ben geen echte Stones-fan, maar zo’n dagje Groningen met z’n vieren zie ik helemaal zitten. Vrijdagavond met broer Henk naar een tribute-band van “Pink Floyd” in de Deventer schouwburg. Verjaardagscadeautje van de dochters van Henk voor onze gezamenlijke verjaardag van 30 december. “Pink Floyd” was hot in mijn jonge jaren. Het idee is leuk. Nostalgie. Bij bassist Roger Waters heb ik enige reserve en echte fan van de band was ik nooit, maar ik onderga het lekker. Avondje uit met Henk is goed voor de broederband. Zie hem een leuk leven hebben, hoor ik U denken. Zal ook wel op Faceboek zitten. Eigenlijk vinden we het helemaal niet leuk als de agenda overvol is. Soms gebeuren dingen, dan overkomt het je. Beetje “cultuursnuiven” is niet verkeerd. Duiven zijn voor mij heilig, maar er zijn meer leuke dingen in het leven! Zus Erna zegt het regelmatig: “Spaar momenten, geen centen!”
Toekomst
De komende drie maanden zijn op de kweekhokken erg belangrijk. In deze tijd laat ik mijn blik glijden over de kweekkoppels. Ik kan ze inmiddels dromen. Ook blader ik in de map met stamkaarten. Dan loopt het water bijna uit de mond. Bedenk wel, dat je duiven belangrijker zijn dan de pedigrees. Sommige duiven van adellijke komaf, hebben “het“ niet. Daar kom je proefondervindelijk achter. Onze “Brave” van ’20 heeft nu drie seizoenen gekweekt. Zelf was hij 7e asduif kring en zijn nestzus 3e asduif regio. Dat is een goed vertrekpunt. Als jaarling gaf hij meteen “Ernst”, die 1e asduif van club en kring werd met 9 prijzen. Een rustige doffer, net als zijn vader. Naar de vrouwtjes keek hij niet. Zelfs koeren liet hij achterwege. Toch overtroefde hij alle paarlustige doffertjes en hitsige duivinnen. Dat zie ik graag. Op zijn beurt gaf hij als jaarling “Cor van Gogh”. Een witte raaf. Ook 1e asduif en met een coëfficiënt van 1,8 in 2022, overtroeft hij de beste Nederlandse duif bij de junioren in Olympiadejaar 2023. Daar heb je niks aan, maar dat 2022 geen Olympiadejaar voor de junioren was, besefte hij niet. Onze beste junior in 2023 en 1e asduif kring, komt wederom uit “Brave”. Zoals nummer twee en drie weer uit kleinzoon “Cor” komen. We hebben hem omgekoppeld en hopen, dat hij ook met zijn nieuwe partner goeien geeft. Dat weet je nooit zeker. De afgelopen winter was hij niet helemaal fit. Hij treurde wat en was wat licht van gewicht. Gelukkig herstelde hij, maar zoiets kan doorwerken in zijn kweekprestaties komend jaar. We wachten het af. Er zijn duiven met stamkaarten, die je in de brandkast bewaard. Met onbetaalbare duiven in het voorgeslacht. Ondanks een afstamming van hier tot Tokio, kan het zomaar gebeuren dat zo’n duif “het” niet heeft. Dan kun je omkoppelen en mieren en martelen, maar er komt niets goeds uit. Wat ik ermee zeggen wil? Zoek naar duiven met kweekwaarde en wees daar zuinig op. Verkoop, als je commercieel denkt, duiven met de dure stamkaart, die in de mode is, maar die het niet waar maakt. Gewoon verwijderen mag ook, dan bespaar je anderen teleurstelling. De duiven, die aan het eind van het seizoen bovenaan staan, die verdienen een kans. Als ze “het” hebben, kom je ermee vooruit. Dan pas verdiep ik me in de stamkaart. Eerder niet. Met een hok vol “papieren tijgers” ga je de bietenbrug op en zul je de oorlog niet winnen! Ik praat nu als jonge duivenspeler. Denk je fondgericht en speel je met oude duiven, dan moet je minder rigoureus zijn. Dan gelden andere regels, maar bedenk: wat goed is komt snel en geduld is goed, zo lang het niet te lang duurt! De liefhebber met het scherpste mes komt het verst. Een gevleugelde uitspraak van de Suijkerbuijken, waar ik vaak aan denk. Heb je duiven om commercieel aan de weg te timmeren, dan moet je alles wat uit de “Wereldberoemde Papieren Tijger” komt aanhouden. Ga je tevens sportief voor het allerhoogste, dan moet je mijn laatste advies in de wind slaan. Of maak ik het nu te ingewikkeld? (wordt vervolgd)