Effen Appen (11)

Inbeelding

Het is zondagochtend. Tegen zevenen heb ik de duiven los gelaten. Eigenlijk te laat, want ik versliep me. Even trokken ze weg, maar al snel waren ze retour en moest ik ze met de vlag aan het vliegen houden. Na een halfuurtje vond ik het welletjes. De kleppen waren gesloten en het baasje werd door het vrouwtje geroepen voor warme broodjes uit de oven. Heerlijk! Intussen liepen de duiven in de tuin aan van alles en nog wat te pikken. Het droge mos op het prieeltje valt in de smaak en ook de jonge blaadjes van slaplanten, net ontkiemende boontjes en de twee oreganoplanten voor het hok. Dan ineens schrikken ze ergens van en gaan weer vliegen. José houdt me op de hoogte, als ik met de rug naar de tuin zit te ontbijten. Als ik mijn broodje achter de kiezen heb en heb genoten van prachtige klassieke muziek op de radio, wil ik de duiven binnenhalen. Hoewel ze levendig van platform naar dak en vice versa gaan en anderen op en neer van de tuin naar het hok vliegen, zijn er tien duiven die blijven vliegen. Eerst sla ik er amper acht op, maar na enige tijd word ik ongeduldig. Steeds maar weer de landing inzetten en dan meters boven het hok blijven “hangen” en een doorstart maken. Een ingebeelde angst speelt hen parten. Dit duurt meer dan een uur en ik denk dat iedere liefhebber dit weleens heeft meegemaakt. Ik had plannen om met “Effen Appen” aan de slag te gaan, maar zie de tijd steeds verder verstrijken. Uiteindelijk komt het goed, als ik alle duiven opnieuw met de vlag laat vliegen en ze samen als groep landen en binnenstormen. Het valt me op, dat dit verschijnsel zich voordoet bij felle zon. Het zal te maken hebben met weerkaatsing van licht, spiegelende oppervlakken e.d. Meestal ’s avonds, maar vandaag ’s ochtends. Soms een heel seizoen niet en soms meerdere malen in één seizoen. Lastig als je weinig tijd hebt en gevaarlijk als de duiven in het donker doorvliegen!

Maaseik

Hoeveel duiven er wegbleven van de eerste jonge duivenvlucht, dat weet niemand. In Appen kregen we 80% thuis, maar ik weet, dat diverse liefhebbers beduidend minder junioren thuis kregen. Opvallend weinig nakomers en ook weinig berichtjes van opgevangen duiven. In Appen raakten we toevallig veel gekleurde duiven kwijt. In één hok zaten nog 22 duiven en dat waren allemaal blauwbanders. In een ander hok hetzelfde verschijnsel. Saai!   Ton Geitenbeek uit Heelsum gaf zondagavond mijn enige vaalschimmel op. Die haalde ik een dag later samen met moeder Toos en Trijntje op. Als enige niet-blauwbander valt hij nog meer op dan voorheen. Mario van de Vorst uit Groesbeek gaf een zwart duivinnetje op. Net als haar zwarte broer, kwam ze niet op eigen kracht thuis. “Ernst de kolenboer” riep Rini, bij de enting tegen pokken. “Prima, maar dan is zijn zusje Toos”, zei ik. Zo geschiedde. Samen met Toos en Trijntje haalden we haar naamgenootje op. Het duifje zat keurig in een apart hokje van het Centraal Hok. Mario vertelde, dat hij zondagavond één duif zou inkorven voor Barcelona. “Hij gaat voor de derde keer naar Barcelona en is acht keer mee geweest op de grote fond, zonder te missen”. Ik ga de uitslag van Barcelona bestuderen en hoop voor Mario, dat zijn gehamerde favoriet de hooggespannen verwachtingen waar maakt!

Zelfvertrouwen

Dat raken de duiven kwijt na een slechte vlucht. Afgelopen donderdag was het niet al te warm en daarom bracht ik alle junioren naar Doesburg. Vrijdagochtend reed ik naar Heteren. Het was echter zwaar bewolkt en ongeschikt om te lossen. Op de radio hoorde ik, dat het beneden de Maas vrijwel onbewolkt was. Daarom reed ik door. Mijn tweede ronde had ik ook bij me. Die waren één keer naar Velp en één keer naar Driel geweest. Vooral Driel werd voor hen een kuitenbijter. Vier van de achttien zag ik nooit weer. Intussen waren de jongsten bijna 12 weken oud en moest ik iets forceren. Ik reed door naar Ravenstein, maar daar was het om acht uur ’s ochtends ook zwaar bewolkt. In het fraaie stadje zelf probeerde ik een bak koffie te scoren, maar dat viel tegen. Ik reed door naar de oever van de Maas en zag, dat de bewolking langzaam dunner werd. Precies om 9 uur zag ik een glimp blauw en een waterig zonnetje door de bewolking priemen. Tijd om de vier manden met in totaal 50 duiven te lossen. Toen ik vijf minuten na de eerste mand de tweede mand open trok, vonden de twee groepen elkaar al snel. Van een vlot vertrek was dus allerminst sprake!  Tien minuten later zette ik de lege manden in de Caddy en ging richting Appen. Bij thuiskomst was het display nog blanco. Met noordoostenwind was er een excuus. Om 10.01 uur hoorde ik de eerste piepjes en een half uur later waren er 47 thuis. De laatste drie duiven deden er erg lang over. Aan het eind van de middag, ’s avonds laat en de volgende ochtend kwamen de laatsten en die hadden er flink aan getrokken! De jongen van de tweede ronde hadden de vuurdoop doorstaan en bij de meeste duiven was het zelfvertrouwen weer terug. Voor in de week, als de temperaturen normaal zijn en de wind in de westhoek zit, mogen ze nog één keer naar Ravenstein en daarna moeten ze klaar zijn voor de tweede prijsvlucht.

Kiemvoer

De Zoontjens-mengeling is heel geschikt om kiemvoer van te maken. Met dit warme weer zitten er na anderhalve dag al mooie kiempjes op. Kleine puntjes van enkele milimeters volstaan. Dit gekiemde voer verstrek ik gemengd met grit, pikkoek en mineralen als bezigheidstherapie in de ren. Ook een verse krop sla gebruik ik voor de afwisseling. Natuurlijke vitamines prefereer ik boven vitamines uit een flesje. Het duivenlichaam kan ze prima zelf aanmaken en je hoeft niet bang te zijn voor overdosering. Het scheelt bovendien in de portemonnee! Het kiemvoer wel goed spoelen met behulp van een zeef, want het moet fris en niet zuur zijn.

Geelkuur

Als je moet geloven wat er tegenwoordig geschreven wordt, bestaat “tricho/het geel” bijna niet meer. Vroeger was “een geelkuurtje” de standaardmethode om inzakkende vliegprestaties op te vijzelen. Ridsol S was het toverdrankje. Nu zijn de “gele druppels” in de mode. Nanne Wolff is niet enthousiast over deze methode. Ik vroeg hem ooit om er een artikeltje aan te wijden, maar las er nimmer over. Waar worden de gele druppels van gemaakt?  Wat is de werkzame stof? Is het een medicijn? Kwakzalverij?  In de koelkast ligt al jaren een ongebruikte pot Ronidazole 10%. Toen ik afgelopen week bij het betreden van het hok een bekende zurige lucht opsnoof, wist ik, dat het tijd was om in te grijpen. Gewoon een meerdaagse kuur met ronidazole. Ik hou niet van medicijnen en loop er liefst met een grote boog omheen, maar als er stront aan de knikker is, moet je ingrijpen. Ronidazole doet wat het belooft. In gele druppels moet je vooral geloven.  Succes allemaal op de tweede prijsvlucht van de junioren!