Effen Appen (12)
The day after
Het is zondagochtend. José is naar de sportschool en ik ben de vlucht van gisteren aan het verwerken. De hokken en rennen zijn spic en span, de waterbakken schoon en gevuld en de duiven vertoeven buiten. Doffers en duivinnen lekker samen. De kleppen zijn gesloten. Door een aanwezige slechtvalk en een nieuwe, mij onbekende roofvogel, zijn de duiven erg attent en vlieglustig. Vooral de onbekende roofvogel fascineert de duiven. Ze cirkelen met een wijde boog om de onbekende rover en proberen er boven te blijven. Instinctief gedrag. Op andere momenten zoeken koppeltjes elkaar op en wordt er geliefkoosd. Er staan twee gevulde baden in de tuin en hier en daar ligt een hoopje allerhande (grit, mineralen, klei, veen, tovo, variamix e.d). Nakomers kunnen de grootste honger stillen en de anderen pakken wat van hun gading is. De tuin verandert op zondagochtend in een Eldorado, waar duiven en baasje zich goed bij voelen. Straks is het uit met de pret en wordt het hok weer “saai” gemaakt en gaan de doffertjes gescheiden naar hun rennen.
Moeizame start
De eerste prijsvlucht warm en noordoostenwind, de tweede vlucht stevige westenwind en de derde vlucht noordwestenwind en regen onderweg. Geen vlucht is hetzelfde. Elke week zijn er flinke verliezen te betreuren en zijn er opvallend weinig nakomers. De trieste balans van drie weken spel met de junioren. Een slechte ontwikkeling, die demotiverend werkt. Zeker omdat het ook op de overnachtfond, dagfond en zelfs op de kortere vluchten moeizaam verloopt in 2019. Veel verliezen, fondduiven die ontredderd thuiskomen en duiven die in hun reserves moeten. Dat veroorzaakt frustratie en is niet bevorderlijk voor de stemming in de ontvolkte duivenlokalen.
Genieten
Op eigen hok hebben we weinig reden tot klagen. Gisteren, in het bijzijn van Albert en Rinie, opnieuw vroege duiven. Het hele erepodium in de regio zelfs en dat is voor ons ook echt iets bijzonders. Het winnende duivinnetje won vorige week ook al de eerste in de kring, dus zeker geen toevalstreffer! Dat we wekelijks ongeveer hetzelfde aantal duiven kunnen inkorven, danken we aan een groepje jongen van de tweede ronde. Sommigen gespeend op 30 april, de verjaardag van José. Ze konden net wel of net niet mee met de vroege toer. Eerder schreef ik al dat ik heel vroeg begon met africhten met dit clubje, dat oorspronkelijk bestond uit een groep van 19 uit Wijchen, aangevuld met de laatste 5 van Bram op een eigen afdeling. Natuurlijk sloeg hier ook adenocoli toe. Een jong was ’s ochtends ziek en lag ’s avonds al met de neus omhoog, herinner ik me. Twee jongen verspeelde ik op een africhting in het begin vanaf de Klarenbeekseweg (500 meter van het hok). Ongeveer de helft overleefde de africhtingen en kon vorige week of afgelopen weekend ingezet worden als aanvulling op de verliezen. Vorige week kwamen alle jongen thuis, behalve twee “kleintjes”. Van gisteren missen we nog drie duiven op dit moment en ik vrees dat het wederom “kleintjes” zijn. José vindt dat heel spijtig. Misschien komt het omdat ze op haar verjaardag gespeend zijn en ze als typische “kleuterjuf” zich verbonden voelt met de allerkleinsten in een groep. Ik heb de module op “trainen” gezet en zal straks als ik ze binnen geroepen heb uitlezen wie er komende week beschikbaar is en wie er “gesneuveld” is op het veld van eer. Intussen is het elf uur geworden en José staat onder de douche, omdat deze in de sportschool door een verbouwing tijdelijk buiten gebruik is. Deze tekst opsturen naar Albert, samen een kopje koffie en dan de duiven verzorgen en scheiden, de gebruikelijke huishoudelijke rituelen en dan samen te voet of per fiets naar buiten. Het weekend verwerken en nagenieten. Je droomt van mooie vluchten die in het verschiet liggen, maar weet uit ervaring dat er ook weer vluchten komen die gewoon huis met tuin zullen zijn. ’t Is niet alle weken feest!