Effen Appen (17)

Bierges

Op de dag van inkorving kwamen er kort na elkaar twee duiven retour. ’s Ochtends begroette ik “Jan ter Harmsel” en enkele uren later zat ook “Jan Hulsebos” er. Ze zagen er redelijk uit. Omdat de duivinnen in de meerderheid zijn, besloot ik beide heren gewoon te laten lopen. Ik keek in mijn administratie en zag, dat ze van Quievrain waren achter gebleven. Ik miste er toen ’s avonds 12! Uiteindelijk kwamen er elf thuis. Alleen de “Queen 515” met twee eersten (twee keer kring en één keer zelfs regio) kwam nooit meer terug. Dezelfde avond gingen er 31 naar Bierges. Ik moest er een paar thuis laten vanwege “one eye cold”. Inmiddels ben ik er achter, dat het geen ornithose- , maar een herpesbesmetting is. ’t Is een virus. Je kunt er niet tegen enten of kuren. De aangetaste duiven zijn in de regel binnen een week van de kwaal af. Het vervelende is, dat de besmetting door je hele hok waart. Ziek zijn ze niet, conditieverlies is er nauwelijks en veel last hebben ze er ook niet van. Overal om je heen heerst het. Wat dat betreft hoeven we elkaar geen mietje te noemen. Bij de thuisblijvers zat “Appie Derks 653”. Doet het naar wens op de verdere vluchten en staat in de kring bovenaan bij de duifkampioenen. Is bestemd voor Sens en krijgt een weekje rust. Voor het eerst in jaren ontbrak moeder Toos op zaterdagochtend. Albert en Bram hadden zelf mee en José deed boodschappen. Rinie was de enige letter. We doen gewoon ouderwets. Niks kijken op welke site dan ook, niks bellen, gewoon net als vroeger, spraken we af. We gingen uit van lostijd 8.50 uur, zoals ik op de site van de GOU gelezen had en keken een gat in de lucht. Toen we na het middaguur nog niks hadden, belde ik van narigheid Albert. Die vertelde, dat de lossing was uitgesteld tot 9.40 uur. Tijdens het telefoongesprek riep Rinie ineens. “Daor hej d’r twee tegeliek”. Ik gooide de telefoon op tafel en zag twee gemotiveerde duiven in glijvlucht uit de goeie hoek komen. “Lilly”, onze eerstgetekende, zat als eerste in de module. Binnen een minuut kwamen er weer twee duiven uit dezelfde richting. Daarbij “Margret”, onze tweede getekende. Dat gaat lekker! In precies 34 minuten waren er 29 van de 31 thuis en dat hadden we dit jaar nog niet eerder meegemaakt. Een ideale generale voor Sens!

Jannie

Twee jaar geleden verspeelden we een schimmeltje. Het duifje kwam terecht in de tuin van een mevrouw in Zuid Holland. Een dierenliefhebber. Ze verzorgde het duifje op haar voederplank en we hadden meerdere malen contact via de mail. Haar naam is Jannie. Achternaam en woonplaats weet ik niet meer. Jannie keek op onze site en zag, dat het schimmeltje “Wieke” heette. Genoemd naar een oud-leerling van het Isendoorn. Wieke Hendriks had op dat moment al enige jaren leukemie en Jannie raakte gefascineerd en betrokken. Op een gegeven moment was de duif verdwenen en tot haar verrassing kon ik haar melden, dat “Wieke” bij ons was teruggekeerd. Dank zij haar goede zorgen! Op de 22e verjaardag van Wieke was ik met broer Ben eregast bij Wieke. Broer Ben maakte muziek en had een bevriende zangeres meegenomen, die zelf ook kanker had overwonnen. Wieke ging toen al achteruit en voelde waarschijnlijk, dat het haar laatste verjaardag zou worden. Ze genoot intens. Indrukwekkend en Jannie vond dat ook. Helaas stierf Wieke datzelfde jaar en ik liet dat Jannie natuurlijk weten. Ook duif “Wieke” stierf in dezelfde periode door toedoen van de havik. Een dieptriest verhaal. Ik beloofde Jannie, dat ik een duif naar haar zou noemen. Dit jaar werd dat de 670. Een bonte duivin van de tweede ronde. Ons enige schimmeltje, de 697, kreeg de naam “New Wieke”. Ook één van de tweede ronde. Beide duifjes presteren prima. “Jannie” was de laatste twee weken twee keer onze tweede duif zelfs. Helaas moesten we beide duiven vanwege “one eye cold” thuis houden voor Sens.

Sens

Voor Sens zocht ik 37 duiven uit. De beide doffers die een week eerder retour kwamen, waren mooi op gewicht, maar die bleven natuurlijk thuis. Bij twee duivinnen voelde ik een eitje en drie duiven vielen af vanwege de ogen. Daaronder dus “Jannie” en “New Wieke”. Er waren zes koppeltjes met een stoppeljong. Op vrijdag moesten die met de hand gevoerd worden en dat lukte met hulp van José vrij aardig. Ze kregen allemaal 15 pinda’s, die ze gretig wegslikten. Met behulp van een slagroomspuit probeerden we een mengsel van eivoer en fijne zaadjes toe te dienen, maar dat werd een fiasco. Zelfs toen we er flink wat slagroom aan toevoegden, werd het een smeerboel, vooral toen de vulzak door de uitgeoefende druk knapte. Met een theelepel gingen we verder en zorgden ervoor dat alle jongen ruimschoots van vocht voorzien werden. “Op de deur spelen is toch makkelijker”, vertelde ik José. Uiteindelijk lagen de zes jonkies voldaan in hun nestje. Op zaterdag waren moeder Toos met Trijntje, José, Bram en Rinie van de partij. We waren stomverbaasd, dat Eijerkamp en Petrie al om 13.38 uur hun eerste duif kregen. Dat hadden we niet zo vroeg verwacht! We moesten vervolgens nog bijna drie kwartier wachten op onze eerste duif. Gelukkig bleken het eenlingen en vielen er in Brummen voor het hele uur ook geen duiven meer. Onze eerste was “Pien 642”. Ze zit op de vloer met haar stoppeljong en was de voorafgaande dagen steeds nijdig op alles wat in de buurt van haar jong kwam. “Je zit Hans en Evert Jan nog net voor met hun eerste, dus zo laat zit je niet”, riep Bram enthousiast vanachter de computer. Als tweede arriveerde “Anneke 610”. In een prachtige glijvlucht dook ze als een komeet het hok in, op zoek naar haar stoppeljong. Kort daarop “Truus 611”. Vrijgezel, maar een beetje verliefd op één van de retour gekomen doffers van Quievrain. Drie duivinnen voorop, maar vervolgens arriveerden er steeds met enige minuten tussenpoos, vier doffers. Daaronder “Appie Derks”, de partner van onze eerste van vandaag, die goeie zaken deed voor het duifkampioenschap. Uiteindelijk klasseerden zich 15 duiven op de uitslag. We waren ’s avonds echter nog dertien duiven kwijt en dat was een flinke streep door de rekening!

Oud-leerlingen

Bij het afslaan in Zutphen, dook ik op één van de relaxbanken. Mannes Franken zat er al. Hij nam de honneurs waar voor Alwin Petrie en is het maatje van Albert Roording. Team Roording had prima gepresteerd op deze Sens, al zag het daar in het begin niet naar uit. “Mannes kwam binnen en vertelde dat Eijerkamp en Petrie al een duif hadden”, zei Albert. “Toen moesten wij nog een eeuwigheid wachten en had ik er helemaal geen vertrouwen meer in”. Een weerzien met twee oud-leerlingen van het Isendoorn. Ik bewaar daar goeie herinneringen aan. Met Albert en later met Mannes die wat jonger is, kon ik lekker over de duiven ouwehoeren. Met de vader van Mannes, Meindert, die enkele jaren geleden veel te vroeg stierf aan asbestkanker, kon ik het in onze jonge jaren al goed vinden. Menig wielerkoers voor “dikke banden”, veelal verreden als voorwedstrijd voor jeugd bij plaatselijke wielerrondes, sloten Meindert en ik samen winnend af. Zelfs de opa van Mannes, Herman, maakte ik bij “de Hoven” mee in de jaren zeventig. Een handige kerel, die o.a. de stellages/ mandenwagens laste voor de club. Ook aan Bertus Roording bewaar ik leuke herinneringen. Op de “Olympiade” liep Bertus rond met de jonge Albert. Het was op een vrijdag en Albert moest eigenlijk naar school. “Ik heb naar de school gebeld en Albert ziek gemeld, maar wil geen gedonder”. Ik kon Bertus glimlachend geruststellen. Een postduivenolympiade in Nederland is belangrijker dan een doordeweekse schooldag op het VWO, toch?

Nog ff

Komende week een natourvlucht van omstreeks driehonderd kilometer en dan nog “Meloen”, zoals ik Jan Willem Steenbergen met een kwinkslag hoorde zeggen. Ik wil beide vluchten gewoon spelen. De eerste om het ritme te bewaren en de tweede om het jonge duivenseizoen in stijl te eindigen. Sens gooit echter roet in het eten. Ik zag, dat veel bekende en erkende jonge duivenspelers het lastig hadden op de vlucht van gisteren. Twee nachten mand, een sektorlossing, dertig graden, bijna 500 km., zuidenwind met oost erin, allemaal faktoren die jonge duiven in de problemen kunnen brengen. Inmiddels lopen onze duiven in de tuin. Ik telde vier achterblijvers van gisteren. Er zijn er dus nog negen onderweg. De wonden likken en zien, dat we voor komende week weer een ploegje op de been hebben. Duivensport: elke week weer anders en verrassend!