Effen Appen (19)
Genieten
Gisteren 33 duiven gespeeld op Niergnies (303 km). Overwegend dezelfde duiven die vorige week Sens (487 km) vlogen. Wel hadden we weer enkele duiven mee, die we vorige week thuis hielden vanwege “de oogjes”. Ik schreef al eerder, dat je over “one eye cold” niet te dramatisch moet doen. Het is geen ornithose, maar een herpesvirus dat de problemen veroorzaakt. Niks aan doen, is mijn ervaring. Binnen een week is het meestal over en zie je er niets meer van. Het duifje dat gisteren de regiozege pakt, bleef vorige week vanwege “de oogjes” thuis. Het vervelende is, dat zo’n herpesvirus enige weken kan rondspoken op je hok. Ook je beoogde eerstgetekende of asduif kan er mee te maken krijgen. In mijn geval betekent dat even slikken, weekje rust en dan de baan weer op. Van conditieverlies is nauwelijks sprake. In Appen lijkt het virus uitgewoed, want alle duiven kijken weer fris uit de ogen en er werden geen nieuwe gevallen gesignaleerd.
Kleintje
Het duifje dat gisteren de regiozege pakte (“Saskia 699”), is er één van de tweede ronde. Gespeend op 23 april, toen ze met een hele groep van de tweede ronde werd opgehaald in Wijchen. Geboren rond 1 april dus. Ook onze tweede duif van gisteren (“Utopia 695”), is van deze groep. “Saskia” scharrelde wat met “Jan Tijssen 651”. Ook “Gerarda 656” had een oogje op die doffer. Dat krijg je als de doffers in de minderheid zijn. Aanvankelijk heette ze Gerard, maar bij jonge duiven wordt de liefhebber nog wel eens op het verkeerde been gezet. In een donker hoekje rommelden ze wat als trio. De doffer had wel de geneugten, maar toen het op broeden aan kwam, liet hij zijn dames het werk doen! Donderdag zag ik opeens, dat “Jan ter Harmsel 631” het hoekje van de broedende dames had ingepikt. “Jan” bleef drie weken weg van Quievrain, kwam toen retour en begon weer praatjes te krijgen. “Saskia” en “Gerarda” waren helemaal ontdaan en kregen voortdurend slaag van de indringer die de dames de baas was. Doffer “Jan Tijssen” keek de andere kant op en liet het gebeuren. De lafbek! Ik haalde “Jan ter Harmsel” van het hok en al snel kroop “Gerarda” weer op de kunsteitjes. Die waren intussen 17 dagen bebroed. Dezelfde avond kwam Bram me vier “pulletjes” brengen. Ik had vier koppeltjes in dezelfde neststand. “Gerarda” was helemaal gek van haar pleegkindje en niet van het nest te branden. “Saskia” durfde niet meer in de buurt van haar nestje te komen, omdat ze in dat donkere holletje vele malen de tent uitgevochten was door de indringer. Vrijdagavond bij het inkorven liep “Gerarda” me voor de voeten. Ik was even van slag. Zou haar jonkie soms dood zijn? Liggend op de grond kon ik met gestrekte arm bij het nestje komen. Met felle vleugelslagen en gepik, probeerde een duif mijn hand te verjagen. Ik pakte de duif van het nest en zag dat moederliefde het had gewonnen van angst. Het was “Saskia 699” die haar pleegkindje met hand en tand verdedigde. Zo gingen beide moedertjes vrijdagavond de mand in. En.. .pakt “Saskia 699” de regiozege tegen 2222 duiven. Duivensport kan hard, maar ook heel mooi zijn. “Gerarda 656” was mooi op tijd, net als de drie andere jonge pleegmoedertjes. Daarbij “Ludy 604”. Kwam op zondag thuis van Sens. Ik wilde haar rust gunnen, maar ze zat zo vast op haar jonkie en voelde zo glad en zweterig aan, dat ik haar gewoon inkorfde. Ze was onze vierde duif gisteren! Bram had zich niet voor niets druk gemaakt om precies op tijd vier kleine jonkies te leveren. Teamwork! Bij één nacht mand is een duivin met een kaal jonkie vaak op de afspraak. Bij twee nachten mand kan de papvorming de duivin parten gaan spelen en ligt een teleurstelling op de loer. Geen wijsheid uit een boekje, maar ondervinding in de praktijk. Door schade en schande wordt een mens wijs, mits je leert van gemaakte fouten en dingen noteert.
Appie
Doffer ‘653 noemde ik “Appie Derks”. Appie legde de eerste steen van het clubhuis van p.v. “de Hoven” in Zutphen. Met hem had ik als achttienjarige debutant in de duivensport meteen een klik. Een echte nestspeler, die vaak generaal clubkampioen werd. Onze “Appie Derks” deed het op de midfondvluchten prima. Staat in de asduifstand van de kring zelfs op de eerste plek. Hij verzorgt een groot jong en is opvallend levendig. Alle vormtekens die je als liefhebber graag ziet, vertoont deze doffer. Goed gebouwd, mannelijk en vitaal bovendien. In de loop van de week begon hij steeds meer op een kropper te lijken. Een scheurtje in een luchtzak, hoorde ik om me heen en las ik op internet. Gisteren bleef hij thuis en ik denk dat het seizoen er voor hem op zit. Het zijn dingen die gebeuren kunnen. Soms zit het mee, soms zit het tegen. Op Niergnies zat het voor ons mee. Het werd een niet al te moeilijke vlucht en in precies dertig minuten hadden we er 30 van de 33 thuis. Jammer voor de liefhebbers in Noordwest. Daar begon het te regenen voordat de duiven kwamen. Ook de wind was niet in hun voordeel. Het kan verkeren! Dat we 1,3 en 4 in de regio zouden spelen, was een grote meevaller en eigenlijk een bonus. Niergnies was bedoeld om de duiven in het ritme te houden voor Melun. De slotvlucht van 2019. Misschien gaan er nog een paar naar de laatste natourvlucht in de club. Het wordt namelijk steeds moeilijker om het minimale aantal inkorvers te halen. “Je mag er eentje meedoen, dan heb ik nog kans om tweede te worden”, zei Jan Ketelaar gekscherend. De bedoeling is om de ploeg in Zutphen in te korven voor Melun. Tegen Petrie en een ontketende Lotte Eijerkamp zal het een uitdaging worden om de uitslag te halen in het onderlinge spel. Ik ben niet bang voor een oorwassing. Het houdt een mens met beide benen op de grond en ik hou er niet van om mezelf voor de gek te houden. Wie de sterkste concurrentie opzoekt zal daar uiteindelijk alleen maar beter door worden!