2016: Hoop, geloof en liefde (5)

 

Haviken hebben jongen!

De vorige keer schreef ik over “een bak ellende” die me te wachten zou staan als er jongen in de nesten zouden liggen bij de haviken. Dat moment lijkt aangebroken. Als de jongen in de veertjes komen, gaat moeder havik het nest verlaten om zich met de jacht te bemoeien.  Op 24 mei had ik nog 66 jongen. Zondag  29 mei nog 62 en vandaag 30 mei telde ik er op de kop af 60. Vooral de laatste dagen gaat het aftellen hard.  In totaal ben ik nu 25 jongen kwijt. Eentje vloog zich dood en werd door buurvrouw Martha gevonden. Mogelijk werd de duif achtervolgd? Bij achterbuurvrouw Dinie lagen afgelopen week alleen veren op het gazon en bij buurman Appie werden er al meerderen opgepeuzeld. Appie zette de dader op de foto tijdens haar maal. De vrouwtjeshavik verorberde haar slachtoffer enkele weken geleden in alle rust bij hem in de achtertuin. Waarschijnlijk was het een broedende of solitaire havik, want anders zou ze haar prooi meegenomen hebben naar haar horst. We wonen in de groene long van de gemeente Voorst en op een afstand van ongeveer 1000 meter hemelsbreed zijn in alle windstreken havikshorsten (Bussloo, Hof te Gietel, Nijenbeek, Ekeby) Hoeveel paartjes er precies zijn, dat weet ik niet. Roofvogelliefhebbers houden de aantallen vaak bewust (te) laag aan. Zeker is, dat de duiven de gehele dag op scherp staan en om de haverklap afketsen en op de vlucht slaan. Als de havik in de buurt in een boom landt, merk ik dat gelijk aan de duiven.  Vaak zijn de duiven de havik te slim en te snel af, maar de haviken hebben de hele dag de tijd. In Appen en omgeving ben ik de enige postduivenhouder. Vroeger deelden Martin & Joke Geven in de ellende. Als zij op maandag een duif misten, bleef mijn hok die dag buiten schot. Op dinsdag was het dan meestal andersom. Nu kan ik de ellende niet meer delen en zijn mijn duiven elke dag de pineut. Gisteren twee slachtoffers en vandaag weer twee. De Mac Donalds in Appen is weer open. Als ze in dit tempo blijven snacken, is het hok in rap tempo leeg. Met een moyenne van 2 per dag ben ik de week voor de eerste prijsvlucht “los” en duivenboer-af.

Veel los, weinig los, kort los of lang los?

Vorig jaar liet ik mijn jongen weinig los. Soms maar één keer per week een half uur. De duiven worden niet “streetwise” en bovendien vadsig en een makkelijke prooi. Ondanks weinig en kort loslaten, verspeelde ik 41 jongen aan de roofvogels in 2015.  In 2016 deed ik het omgekeerde. Dagelijks en hele dagen los met gesloten klep. Vooral in de periode dat ze net buiten kwamen, liet de havik zich niet of nauwelijks zien. Dat kende ik niet en een lichte euforie maakte zich van mij meester. Waren er haviken illegaal opgeruimd?  Hadden ze een slecht broedjaar achter de rug? Als duivenhouder bloeide ik helemaal op en met ongekend en hervonden plezier ging ik elke dag naar mijn duiven. Helaas is het weer oorlog op het duivenhok en sneuvelen mijn jonge favorietjes  momenteel bij bosjes.  Mijn duiven zijn nog niet in de hoogspanningsdraden gevlogen, er zijn geen dodelijke coli-slachtoffers en doordat ze hele dagen buiten vertoeven, lopen ze minder risico als ze in vreemde, overtrekkende groepen duiven verzeilen. Slechts één keer keerde een duifje  de volgende dag retour en geen enkele duif werd aangemeld.  Zoals gezegd ben ik er nu 25 kwijt en dat ging tot voor kort steeds één voor één. Eigenlijk ben ik er vrijwel zeker van dat ze allemaal dood zijn.

Goede raad is duur

Gewoon volharden en zien waar het schip strandt? Eigenlijk zou ik dat het liefst doen, maar ik ben inmiddels gehecht geraakt aan mijn duifjes en heb geen zin ze als “kanonnenvoer” op te offeren aan de haviken. Eerst viel er globaal om de andere dag een slachtoffer, maar inmiddels zijn het er twee per dag. De roofvogels zijn niet gek en weten nu waar Abraham de mosterd haalt. Ouders en jongen gaan wennen aan postduif en verliezen de interesse voor andere prooi. De komende tijd ga ik het loslaten noodgedwongen beperken. ’s Ochtends een uurtje en dat drie keer per week. Ik heb het gevoel, dat mijn duiven de afgelopen periode al heel veel geleerd hebben.  De enting tegen pokken wil ik deze week uitvoeren, dus even een pas op de plaats komt goed uit!  Vanavond liep ik langs de afdelingen. Even kijken of alle duifjes op hun eigen plek zitten. Na een hele dag buiten gezeten en gevlogen te hebben in voortdurende staat van paraatheid, vinden de duiven het geweldig om weer op hun vertrouwde, veilige plekje te zitten. Ieder duifje verdedigt zijn rustplekje met verve tegen mijn plagende hand. Als ik in hok 1 begin, zie ik nog 10 duiven.  Het zijn mijn oudste jongen. Deze groep vliegt het langst buiten en het is dus logisch dat hier de meeste slachtoffers te betreuren zijn. Half maart zette ik er 20 jongen op. Vanaf april begonnen ze te vliegen en nu eind mei is de helft weg. Wetend dat de echte vraatzucht nu pas begint en de ellende voortduurt tot eind juli (statistieken 2015), vrees ik dat hok 1 uitgedund zal worden tot enkel e geluksvogels die de dans ontspringen.  Als ik heel eerlijk ben, zijn de mooiste en best gebouwde duiven uit hok 1 al weg.

Opvallende kleuren kwetsbaarder?

Vandaag leverde ik een krasbonte en een blauwe in. Gisteren een blauwe en een kras. Onder mijn jongen zitten vier zwarten en een zwarte witpen. Die zijn er nog allemaal. Lijken ze misschien op kraaien en zijn ze daarom minder geliefd? Ik denk, dat het toeval is. Van de drie rode duiven sneuvelde er tot heden eentje. Dat valt ook mee. Eén blauwbonte met witte staartpennen zit er tussen. Ik dacht, dat hij als eerste gepakt zou worden, maar dat is niet het geval. De theorie dat bonte en rode duiven meer risico lopen, werd op mijn hok niet door de praktijk gestaafd. Misschien dat bepaalde roofvogels zich focussen op afwijkende of opvallende kleuren?  In Appen is dat momenteel niet aan de orde. En de “survival of the fittest” gedachte? Roofvogels zouden zieke en zwakke vogels als eerste pakken. Dat is deels een fabel. Haviken vallen een groep topfitte duiven aan, ook als er geen zieke of zwakke exemplaren tussen zitten. Het is echter wel waar, dat een duif die de groep moeilijk kan volgen (niet de fitste) het grootste risico loopt om gepakt te worden.  Mijn ervaring is, dat duiven die gewond raken na een aanval, daar een trauma aan over houden. Door dit trauma worden ze vroeg of laat opnieuw slachtoffer, omdat ze bij een aanval door een roofvogel in paniek proberen weg te glippen uit de groep en daardoor hun doodvonnis tekenen. Helaas gaat mijn verhaaltje weer over roofvogels. Ze beheersen mijn duivenhobby en waar het hart van vol is, loopt de pen van over. Ik lijk wel een correspondent in oorlogsgebied. In de politiek kennen ze ook “haviken” en “duiven”.  Kan het toepasselijker?  Ik word er inmiddels onpasselijk van! 

(wordt vervolgd)