Voorster Varia (6)
Vlees
Duiven hebben eiwitten nodig. Die zitten in duivenvoer. Plantaardige eiwitten. We weten allemaal, dat duiven op sommige momenten sterke behoefte hebben aan dierlijke eiwitten. Duiven, die jongen azen en die de kans krijgen, zoeken soms naar slakjes aan slootkanten. Dat is niet helemaal zonder risico, denkend aan leverbot. Arie van den Hoek, schreef meer dan vijftig jaar geleden zijn boek “Voeding, voeder, vitaminen en duiven”. Zijn “A.P.F.” is me altijd bijgebleven. Duiven halen dierlijke eiwitten (A.P.F.) uit bijvoorbeeld een gedroogde koeienflats. Mijn duiven mogen altijd in de tuin scharrelen. Daar ligt paardenmest, veen, klei en er groeit momenteel onkruid en straks allerlei groenten. Een duif weet zelf het best, wat ie nodig heeft om in balans te blijven. Een halve eeuw geleden voerde men veel peulvruchten. Als jochie kocht ik een puntzakje duivenvoer bij Kik en zie in gedachten de donkere duivenbonen. In die jaren gaf men vaker “open hok” en zo konden de duiven via hun voedingsinstinct de hoge dosis eiwitten, inclusief afvalstoffen, compenseren en neutraliseren. Jan Suijkerbuijk was vroeger al beducht voor bonen en erwten. Hij zocht uit de weduwnaarsmengeling de peulvruchten en gaf die aan de jongen. Niks weggooien, want Suijkerbuijken zijn zuinig. Tandarts Willem de Bruin geeft aan zijn duiven gemalen kattenbrokjes. Daarmee maakt hij de eiwitketen veelzijdiger. We moeten wel bedenken, dat duiven geen vleeseters zijn en dat je niet moet overdrijven. Zelf geef ik zo nu en dan wat gestampte kattenbrokjes aan mijn junioren. Een klein beetje. In de bak allerhande zit ook al eivoer. Het is dus de kunst om te doseren. Minder is vaak meer! Over voeding raakt men nooit uitgepraat. Eerst was vegetarisch de trend, daarna veganistisch. Vooral jongeren zijn er mee bezig. Vlees is voor veel mensen verdacht. Slagers zullen daar ongetwijfeld last van hebben. Ik denk onwillekeurig aan de vier slagers uit mijn dorp, die ik meemaakte. Charles Reichmann, Wim van Til, Jan en Henk Teunissen en natuurlijk Aalpoel. Als kind las ik trots het boodschappenbriefje voor aan Jenny Reichmann. Een aardige, kinderloze vrouw, waar je altijd een heerlijk plakje worst van kreeg. ´Twee ons gek ham”, bestelde ik in alle onschuld. Dat er in de winkel om mij gelachen werd, begreep ik niet. “Geef mij het briefje maar”, zei Jenny vriendelijk. “Je moeder bedoelt gekookte ham”. Tegenwoordig heeft vooral bewerkt vlees een bedenkelijke reputatie. Met name in de vleesfabrieken worden er toevoegingen en conserveermiddelen gebruikt, waar met een scheef oog naar gekeken wordt. Ook zout, als goedkope smaakversterker. Het televisieprogramma “Keuringsdienst van Waarde” opent wekelijks onze ogen. Onvoorstelbaar hoe we gefopt worden met “boerenbedrog” en “gebakken lucht”. Terugkomend op de slagers in het dorp Voorst. Hun vrouwen werden of zijn behoorlijk oud. Minimaal 91, zoals Nies Aalpoel. Ook echtgenoot Chris Aalpoel doet het met 92 nog steeds goed. Hun zonen Chris en Adriaan kennen we als duivensporters. Jans Teunissen is eveneens een vitale vrouw. Ze is 92. Jenny van Charles leeft niet meer, maar ze werd minimaal 92, net als de weduwe van Wim van Til, die nog niet zo lang geleden overleed. De slagers zelf, werden minder oud, uitgezonderd keurslager Chris Aalpoel. Ook Wim van Til was tweede helft tachtig, toen hij overleed. Ik herinner me ook slager GertJan Broers uit Terwolde. Gewaardeerd sponsor van “Steeds Verder” in de jaren negentig. Hij slachtte zelf destijds en was trots op zijn runderen. Hij liet me het karkas zien van een koe, die naar zijn richtlijnen gevoederd was en het karkas van een koe van een andere boer. Je zag duidelijk de verschillen. Gerrit Boerkamp had in die jaren ook een eigen slagerij. Was ook een trouw sponsor. Gerrit zie je nog wel eens fietsen. Zijn broer Theo had toen nog postduiven. Theo leest nog altijd mijn stukjes. Eens duivenmelker, altijd duivenmelker. Slagers, bakkers en groenteboeren hebben het in deze tijd niet gemakkelijk. Ze moeten opboksen tegen de supermarkten. Vaak is het hard werken en vechten tegen de bierkaai. Wat het beste is voor mens en duif? Ik weet het niet. In de oertijd had je de jagers, die vrijwel uitsluitend vlees aten. Later gingen mensen zelf voeding verbouwen. In mijn jeugd at bijna iedereen “regeringsbrood” of witbrood. Later kwam de omslag naar bruin en toen volkoren met vezels. Nu zijn er mensen, die brood helemaal niet gezond vinden. We moeten aan de groente! Steeds zijn er nieuwe trends en nieuwe “superfoods”. Zo waren er in Amerika mensen, die boerenkool als wondergroente zagen. Is het de wens om onsterfelijk te worden? Sommige mensen zijn wel erg goedgelovig! Voor bepaalde zaadjes en vruchtjes vraagt men bedragen, die aan de goudprijs doen denken. De waanzin ten top! Zelf eet ik het liefst groente uit eigen moestuin, met een scharreleitje van eigen kippen. Een goed stukje vlees en een lekker visje op zijn tijd, versmaad ik niet. Brood komt van een goeie bakker en “liflafjes” en snoep vermijd ik zo veel mogelijk. Het is geen garantie om gezond oud te worden. “Alles met mate” is het beste, zegt moeder Toos dikwijls. Ze zou met haar 92 jaren passen in het rijtje Voorster slagersvrouwen en is nog altijd dol op leverworst van Aalpoel.
Junioren
Afgelopen week hebben we de laatste bonnenkopers van duifjes voorzien. Bram bracht nog twee duifjes, maar die zijn te jong voor het hok met de overige “Brammetjes”. Ze zijn geplaatst op het hok van de “testduifjes”. De komende twee weken worden de laatste testduifjes gebracht. Het betekent, dat we de komende vier weken nog steeds duiven moeten uitwennen. Met het oog op de roofvogels is dat niet ideaal, maar het is niet anders. Voor wie we duiven gaan testen? Dat laat ik liever nog even in het midden. De duiven dragen ringen van de kwekers, dus geheim kunnen we het niet houden. Op de uitslagen is het t.z.t. allemaal te vinden, voor wie nieuwsgierig is. Ik herinner me nu ineens, dat we ook de toezegging deden om foto’s te plaatsen van het kasthok. Ik wilde Albert daarin betrekken, omdat hij handig is met die materie. Laten we eerst het komende vliegseizoen afwachten. Kijken wat de kinderziektes zijn op het kasthok. We gaan er voor het eerst op de deur spelen en we zullen ongetwijfeld tegen dingen aan lopen, die niet goed doordacht zijn en beter kunnen. Dan kunnen we daarna nog altijd een fotopresentatie plaatsen en heeft Albert nog even tijd voor andere noodzakelijke dingen op eigen hok.
Opening
Gisteren was de opening van vliegseizoen 2022. Albert begon meteen met de eerste plek in de club, maar miste nog wel de nodige duiven. Dat was trouwens de teneur op vele hokken. De duiven hebben nog geen ritme en krijgen dan meteen de oostenwind voor de kiezen. Ik zag het ook bij de aankomsten van de Eijerkampduiven. Ook hun duiven hadden het moeilijk. “Yindee” was als driejarige duivin de eerste Eijerkampduif. Een duifje, afkomstig van Willem de Bruin, dat als jong en jaarling op het hok van Joke Geven vertoefde. Laten we hopen, dat de talrijke achterblijvers op zaterdag vandaag alsnog de thuisbasis weten te vinden. Op eigen hok wordt het de hoogste tijd om de junioren te enten tegen paramixo. Als over een maand de laatste testduifjes ook rondvliegen, gaan we een “boosterprik” regelen. De duiven hebben afgelopen week vast gezeten. Op een gegeven moment waren we door aanvallen van de havik vier dagen op rij een duifje kwijt. Ik zag het met eigen ogen gebeuren, maar je staat machteloos op de grond. Dan moet je iets doen en ik koos ervoor om de duiven een weekje rust te geven. Dan verstoor je het eetpatroon van de havik en gaan ze andere prooien zoeken, is de gedachte. Gisteren en eergisteren ging het goed. Als er twee duifjes gepakt worden in de week, heb ik straks in juli nog vijftig junioren. Daar kan ik mee leven, maar hoop, dat de roofvogeloverlast tot gemiddeld één duifje per week beperkt blijft. Helemaal zonder kleerscheuren kom je het seizoen niet door in deze contreien. We zitten in de groene long van de gemeente Voorst en worden rondom omgeven door natuurgebieden. Als de duiven echt goed gaan vliegen, laten ze zich minder vaak verrassen en vluchten, als er onraad in het zicht komt. Dan is de strijd in het luchtruim voor mijn gevoel wat eerlijker en maken de duiven een kans. (wordt vervolgd)