Voorster Varia (12)

Radiostilte

Kort na de eerste prijsvlucht schreef ik mijn laatste verhaaltje. Ik hoor termen als “blog” en “vlog”, maar voor mij zijn het gewoon “hersenspinsels” of “stukkies”. Nu en dan krijg ik opmerkingen, soms zelfs complimenten. Er zijn mensen die mijn verhaaltjes missen en zich zorgen maken. Niet nodig. De behoefte om mijn hart te luchten was er even niet. De focus lag bij de duiven en de wekelijkse vluchten en voor mijn gevoel had ik helemaal geen tijd om uitgebreid achter de laptop te kruipen. In de eigen tuin kan ik mijn energie kwijt, ben vrijwel dagelijks wel even met moeder bezig, doe zo nu en dan wat dingetjes op het bedrijfsterrein bij broer Henk, hou de boel glad rondom het clubgebouw, probeer wekelijks leuke dingen te doen met José en vraag me vaak af, hoe ik ooit tijd had om te werken op school. Onzin natuurlijk, want de dingen die ik nu doe, deed ik in mijn werkzame leven ook. Niks veranderd. Waarschijnlijk doe ik nu alles bewuster, neem er meer de tijd voor en geniet meer van alles wat ik doe. Tijd voor een praatje tussendoor, tijd om rustig de krant te lezen. Je bent pensionado en hoeft niet meer de hele dag op de klok te kijken. En … met de jaren gaat je tempo achteruit! Er was nog een reden om niet te schrijven. Met de duiven gaat het overwegend goed. Daar hoef ik niet vals bescheiden over te doen. Moet ik “hosannaverhalen” gaan schrijven? Daar zit niemand op te wachten! Een krant is ten dode opgeschreven als het een goednieuwsblad wordt. De bladen aan de kiosk worden alleen verkocht als er kommer en kwel te melden is. We willen lezen over bekende Nederlanders die gaan scheiden, die vreemd gaan, die aan de drank of drugs zitten, of ernstig ziek zijn. Ellende scoort! Als trouwe lezer kon U wat dat betreft mijn verhaaltjes wel even missen. Laten we het erop houden, dat ik vanwege vakantie er even tussenuit was.

NoordOost

De GOU is opgedeeld in vier regio’s, waarvan NoordOost er één is. Wij spelen in deze regio. Eijerkamp is de toonaangevende liefhebber in regio ZuidOost. Wekelijks zijn de aankomsten op hun hokken op de voet te volgen, dankzij de moderne media. Ik ben een trouwe volger, ook als ik zelf niet mee heb, zoals bij de oude duiven. Vaak arriveren de duiven in Cortenoever in groepjes en aan de lopende band. Omdat er in Gietelo veel Eijerkampbloed door de aderen van de aanwezige duiven vloeit, ben ik altijd heel benieuwd welke bloedlijnen het mooie weer maken bij Lotte (Oliver) en Hans en Evert Jan (Kees e/o Esther). Eijerkamp is een toonaangevende liefhebber in de GOU,  in de nationale competitie en zelfs internationaal.  Vaak zijn hun uitslagen verpletterend. Dan wordt in Twello nog gewacht op de eerste duif en kun je op hun site lezen, dat er bij Eijerkamp al veertig thuis zijn. Dat kan imponerend werken, maar ook ontmoedigend. Sommige liefhebbers willen zich meten met Eijerkamp, maar dat is niet realistisch. De ketting bij Eijerkamp kent geen zwakke schakels. Ze beschikken over de beste en duurste duiven, over deskundige full-time verzorgers en de beste medische begeleiding. Niets wordt er aan het toeval over gelaten. Het zijn professionals. Voor een gewone doorsnee liefhebber, die ook nog gewoon moet werken, is het niveau van Eijerkamp niet te benaderen, laat staan te evenaren of overtreffen. Dat is vechten tegen windmolens!

Vlieglijn

Het is een publiek geheim onder duivenliefhebbers, dat de vlieglijn enorm belangrijk is. In “Gouwe IJssel” en daarbuiten was er veel te doen om de vlieglijn die Willem de Bruin en de Verkerken konden beïnvloeden door grote aantallen duiven in te korven. Martin van Zon schreef er meerdere artikelen over. Vaak zijn het landschapselementen, die de vlieglijn bepalen. Duiven volgen rivierdelta’s, mijden verhogingen in het landschap, zeker als ze bebost zijn, omzeilen grote meren en zeeën, enz. Omdat ik elk jaar weer met frisse moed aan een nieuwe generatie junioren begin, dacht ik ooit de duiven een bepaalde vlieglijn te kunnen inpeperen. Dat was in 2009, toen ik na een duifloze periode van acht jaar, herstarter was. Vol goede moed begon ik met africhten ergens in de buurt waar Bob van Zeist zich sinds kort gevestigd heeft. Aan de “Clabanus”, voorbij Klein Amsterdam, ergens tussen Voorst en Loenen. Ik volhardde in mijn missie en loste op campings rondom Hoenderloo, midden tussen de bossen. Daarna Terlet/ Schaarsbergen en eindigde bij Renkum/ Heelsum. Mijn duiven moesten wennen aan de bossen en ik verplichtte ze over de Veluwe te vliegen. Vol verwachting wachtte ik de duiven van de eerste prijsvlucht op, kijkend in zuidwestelijke richting. Toen volgde een leermoment. Eén voor één arriveerden de junioren en stuk voor stuk, zonder uitzondering, uit zuidoostelijke richting. Al het africhten vanaf de Veluwe was gekkenwerk geweest. De duiven kiezen in Gietelo steevast de IJsselvalleiroute! Toen Sando Verbeek vorig jaar in Voorst kwam te wonen, vroeg hij mij om advies. Hij had zelf bedacht om te doen wat ik dik tien jaar geleden al afgeleerd had. Ik wenste hem veel succes. Enkele weken geleden was hij op een zondag op visite in Gietelo. Hij had eieren van legkippen voor mij uitgebroed met de broedmachine. Hij runt aan huis een soort “zorgboerderijtje” en daar horen kuikentjes bij. Moeder Toos had ik opgehaald, want zij geniet van alle jonge dieren. Sando vloog met duiven in Brummen, in Hall en nu in Voorst. Heel interessant, wat zijn ervaringen zijn m.b.t. vlieglijn. Hij kan proefondervindelijk vergelijken. Leerzaam en verhelderend.

Duivenclub

Weinig mensen weten, dat er in dorp Voorst ooit een duivenvereniging was. Dat moet in de jaren vijftig geweest zijn. Toon Waanders uit Voorst was er lid. Ook zijn oudere neef Toon Waanders uit Twello, Cees Hensbergen, Roelof Gijsberts, Gerrit Ilbrink en Gerrit Smit. Laatstgenoemde is afgelopen zomer trouwens overleden. Hij was in 2020 nog een keer te gast als “letter” en daar wijdde ik destijds een “stukkie” aan. Het zakje “Pietstief”, wat hij aanschafte bij “de Troet”, blijft legendarisch. We hadden het over de duivenclub. De Vlaming A. Kik was een belangrijke spil in de club. Zijn café was het inkorfcentrum en in de naastgelegen kruidenierswinkel werden puntzakjes duivenvoer verkocht. Ik herinner me nog de bijna zwarte duivenbonen, die destijds een belangrijke component in het voer waren. Hans Eijerkamp kan zich Kik nog goed herinneren. Van de leden van toen ving ik de naam “Steeds Sneller” op. Eigenlijk kon niemand me duidelijk maken hoe lang de vereniging bestaan had. Eén ding komt steeds naar voren. “In Voorst deden we voor spek en bonen mee. Tegenover Zutphen waren we kansloos. Het was veel gedoe om de duiven in Zutphen te krijgen, waar ze via het spoor vervoerd werden. De lol ging eraf en de club werd opgedoekt”. Ik herinner me Kik nog goed. Hij had overwegend zwarte postduiven op een zolderhok. Hoewel Kik moeilijk te verstaan was, maakte hij als kenner een verpletterende indruk op mij. Als ventje van een jaar of tien maakte ik er een sport van om na het weekend vermoeide postduiven te vangen. Hoe meer ringen ze droegen, hoe interessanter ik het vond. Steevast bracht ik ze bij Kik, die ze keurde en opgaf. Belgen konden het weten. Ik herinner me een duif uit Waddinxveen en één uit Bedum. Als beloning voor het opvangen kreeg ik van de eigenaar soms een puntzakje duivenvoer, via de winkel van Kik.

Aad

Hilferink senior, enkele jaren geleden overleden, speelde samen met zijn zoon Cees aan de Weg naar Voorst in Zutphen. Cees werkte geruime tijd voor Eijerkamp, waar ook Aad (of was het Aart?) hand- en spandiensten verrichtte. De N.C.C. Oost Nederland organiseerde jarenlang aansluitend aan de natour een vlucht vanaf Etampes. De SuperFondClub GOU nam die traditie over. Ik herinner me een Etampes van een jaar of tien geleden. Ik had in Zutphen ingekorfd en verder dan Zutphen was er op die vlieglijn geen animo. Bij het afslaan sprak Aad me aan: “Je kreeg er vier tegelijk. Dat klopt toch?” Ik was stomverbaasd. “Twee minuten later kreeg je er weer twee tegelijk. Die zijn voor Freek, zei ik tegen mijn vrouw Geertje”. Lachend keek hij mij aan. “Jouw duiven komen bij ons over. Via de kassen van rozenkweker van Dalen gaan ze richting Voorsterklei. Vandaag was het gemakkelijk. Alles wat bij ons over kwam, was voor jou.” Aad noemde de tijdstippen en ruim vijf minuten later arriveerden de duiven in Gietelo. Het klopte tot in detail. “Wij zaten niet zo vroeg, want toen onze eerste kwam hadden we er al heel wat over zien komen van jou”. Toen een half uur later de onderlinge uitslag werd uitgedraaid, stond de naam Hilferink boven mijn naam. De afstand van Hilferink is gelijk aan de afstand van de gemiddelde liefhebber in Voorst. Ik kreeg zwart op wit bevestigd, wat ik eigenlijk al jaren wist, met dank aan Aad. Waar zo’n extra vlucht al niet goed voor is! Liefhebbers die de vlieglijn onzin vinden, gingen er speciaal voor verhuizen. Ik zal geen voorbeelden noemen.

Toon

Onlangs moest ik wat medicijnen ophalen bij de huisarts. Aansluitend bezocht ik Toon Waanders, die eind vorig jaar zijn vrouw Dinie verloor. Toon gaat richting de tachtig en heeft zijn hele leven al postduiven. Hij was lid in Voorst, bij “Ons Genoegen” in Zutphen, bij “de Hoven” en bij Steeds Verder” in Twello. Hij weet hoe de hazen lopen en de duiven vliegen. Als jonge knaap kwam ik al bij Toon en Dinie thuis. Reed op mijn Tomos zij aan zij met de Kreidler van Toon richting golfkartonfabriek “Lona”, waar Toon in ploegendienst werkte en ik vakantiewerk deed en voetbalde met hem in één elftal. Voor alle duidelijkheid: Voorst 5 of zoiets. Eén keer verwachtten we op zondagmorgen de duiven van een uitgestelde lossing, waarop we halverwege de wedstrijd “deserteerden” en de duiven voorrang gaven. Hoewel we elkaar uit het oog verloren, kom je elkaar als duivenhouder altijd vroeg of laat weer tegen en blijven de gedeelde herinneringen altijd voortleven in gesprekken, zeker als er sentimenten om de hoek komen kijken. Toon is altijd duivenliefhebber in hart en nieren geweest. Ook nu de jaren gaan tellen en hij Dinie node mist, wil hij toch wat duiven als afleiding. Toon kende magere jaren, maar ook pieken. Hij had ooit een overnachter die op nationaal niveau de aandacht trok. Ook zijn fameuze “10”, als jaarling gekocht van Frank “de Canadees” Feenstra, was op de dagfond schier onklopbaar, zoals hij in diezelfde periode twee broers had, die op de midfond van wanten wisten. Het was in een jaar, ergens eind jaren tachtig, dat de wind vrijwel wekelijks uit het oosten kwam. In dat jaar verbaasde Toon vriend en vijand in Zutphen en kon er eindelijk een liefhebber uit Voorst een vroege prijs spelen en zich mengen in de strijd om de titels. Een eenmalige ervaring, want de kans op een Elfstedentocht is groter dan de kans op zo’n zomer met vrijwel elk weekend oostenwind.

Heden

Van nostalgie en sentiment over naar het heden. Een kleine stap. Het is zaterdagmiddag. Onze duiven staan in Dizy le Gros (322) en Troyes (456) en de vluchten zijn uitgesteld naar de zondag. Het seizoen zit er bijna op. Volgende week nog de extra vlucht vanaf Nanteuil. Appie Jurriëns woont nog geen honderd meter van het oude adres van Hilferink verwijderd. Zal hem volgende week vragen, of hij mijn duiven nog heeft zien overvliegen. Ik voel inmiddels gezonde spanning over de dingen die staan te gebeuren. Waarschijnlijk komen de duiven van Dizy eerst. Afgelopen maandag haalde ik bij de clubgenoten Stefan Jansen en Cor Wenink in totaal zes papjonkies. Die schoof ik ’s avonds in het donker onder bij zes broedende duivinnen. Eigenlijk wilde ik helemaal niet meer met junioren op jonkies spelen, vanwege talrijke teleurstellingen in het verleden. Drie dagen pap azen en dan inkorven met drie nachten mand in het verschiet? Het lijkt goud, maar ik heb ernstige twijfels. Voor Troyes zijn tien duiven ingekorfd. Een weloverwogen keuze. Met één vroege duif ben je spekkoper! Er staat morgen voor ons nog iets op het spel. We hebben een jonge doffer, die op het hoogste niveau nog kansrijk is voor een titel. Ook verdedigen we de eerste plek in het onaangewezen kampioenschap regio NoordOost en staan we, vlak achter Lotte Eijerkamp, tweede in de afdeling. Het is niet helemaal nieuw voor ons en bovendien weten we dat volgende week, op een enkeling na, niemand meer weet wie er kampioen geworden is. Toch is er die spanning. Er komen morgen mensen kijken. Enkele belangstellenden en de vaste supporters. Die wil ik niet teleurstellen. Gelukkig is moeder Toos er ook. Ze brengt geluk. En José is er bij. Zij  houdt me in de gaten en zorgt voor de inwendige mens. Dat scheelt een slok op een borrel. Van de zes duivinnen op een papjong, heb ik er uiteindelijk één uitgezocht voor Troyes. Vier zijn er naar Dizy en de zesde, waar ik geen hoge pet van op heb, mag helpen de zes papjongen in leven te houden met het oog op Nanteuil. De eerstgetekende vliegt gewoon op het schapje. Een rustige, atletische doffer met fantastische uitstraling. Zoon van de 1e asduif van 2021, die ook gewoon vanaf het schapje zijn negen prijzen verdiende. Aan moederskant is hij een kleinzoon van “Olympic Frank”. Die wist als junior ook wat kopprijzen winnen was en deed het eveneens ongepaard vanaf het schapje. Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de dag van morgen. Vorige week miste hij en kwam pal uit het noorden retour. Morgen mag hij zich revancheren! Onze tweede getekende is een duivin, die een dag voor inkorving aanliep met een doffer en dolblij was met haar nieuwe territorium. Ze kwam de laatste weken steeds meer in beeld op de verdere vluchten. De tien Troyesgangers  (vier doffers en zes duivinnen) zijn duiven, die zich eerder minimaal één keer vroeg hebben laten zien. Het gaat morgen om die ene vroege duif. Een betrouwbare duif, die altijd in de middenmoot vliegt, telt morgen niet vanaf Troyes. Dizy is morgen het voorprogramma om in de stemming te komen. Er staat niets op het spel, maar een goeie generale geeft wel vertrouwen voor de finale!  We hopen op goed weer en eerlijke condities met natuurlijk een vroege duif vanaf Troyes in NoordOost. De lat ligt hoog, net als de verwachtingen, maar vaak valt het op die momenten juist tegen. Gelukkig is het maar een spelletje en is het seizoen 2022 nu al geslaagd, zelfs als het morgen niet loopt zoals gedroomd.  Ook zonder kers op de taart is een seizoen met vier regio-overwinningen een unicum voor ons!

Bram

Teamgenoot Bram is er even tussenuit. Even op adem komen in Twente. Hij verkocht zijn riante woning en heeft een appartement betrokken in Apeldoorn. De overdracht was een week geleden, maar aan zijn nieuwe stek moet nog e.e.a. gebeuren. Vandaar zijn min of meer gedwongen vakantie. De duiven worden over enige weken verkocht en daarmee komt een einde aan een tijdperk. Bram kwam een jaar of acht geleden in beeld, toen ik een bonnetje van hem kocht binnen de club. Op dat bonnetje kwamen een stuk of drie duifjes en één daarvan won een eerste prijs. De kennismaking was wederzijds geslaagd en een jaar later kocht ik wederom de bon. Nu verkreeg ik een stuk of vijf jongen en opnieuw was het een leuke ervaring voor beide partijen. In die periode stopte dierenarts Maurits Bosgoed als duivenliefhebber. Maurits was enkele seizoenen lid, leerde snel, was talentvol en had duiven van Bram. Ook voor buurman Max Slinkman, die veel te vroeg stierf, kweekte Bram jonge duiven. Toen zij wegvielen als “testpiloten” kwam ik voor Bram in beeld als opvolger. Dat beviel ons beiden. In 2016 werd een door Bram gekweekt duivinnetje 1e asduif afd. GOU. In de jaren die volgden behaalden de duifjes van Bram meerdere teletekstnoteringen en toen moest het mooiste nog komen. Aan de grootmeestertitel, het afdelingskampioenschap en het nationale kampioenschap in 2020 leverden de testduiven van Bram een wezenlijk aandeel. Kers op de taart was dat jaar “Olympic Frank”, die enkele weken geleden Nederland vertegenwoordigde op de Olympiade in Roemenië. Gefokt door Bram!  Morgen hebben we nog enkele rechtstreeksen van Bram in de strijd, alsmede enkele nazaten. Hij zal het met grote belangstelling volgen. Het betekent wel voor ons beiden een einde aan een vruchtbare samenwerking. In veel van Bram’s duiven stroomt Eijerkampbloed. De lijn van “Bartoli” en “Celena” met name. Het matcht goed met onze eigen rechtstreekse Eijerkampduiven. Veel verwachten we ook van de kweekpotentie van “Olympic Frank”. Een dochter was vorig jaar onze beste duivin en een kleinzoon is dit jaar bezig aan een uitzonderlijke serie. Kortom we gaan de duiven en ervaring van Bram missen binnen ons team. Na deze lang uitgevallen versie 12, is het buiten geheel donker geworden. Het verhaaltje opslaan en verzenden aan Albert, de weersvoorspelling op de vlieglijn bekijken en dan mijn mandje opzoeken. Tegen de tijd, dat U dit leest, weten we meer. Dat het vliegseizoen morgen met twee mooie vluchten voor iedereen mag eindigen, met hoop voor de toekomst! (wordt vervolgd)