Uit de kast (7)

Zondagmorgen

Het weer is goed en de duiven hebben hun speeltuin op zondagmorgen. Ze mogen baden, koeren en sleepstaarten op de daken in de buurt, pikken aan de bieslook en oregano voor de hokken, de pas gepote groenlofplanten uit de grond trekken, de hartjes uit de koolplanten pikken, of gewoon uitrusten van Dizy le Gros, de eerste prijsvlucht met twee nachten mand van de vorige dag. Vrijheid, blijheid!  Op zaterdagavond zijn er de vaste rituelen. De resultaten van de vluchtduiven worden nauwkeurig bijgehouden en ik maak een “vlierbesmengsel” voor de zondagochtend. Een kleine halve liter vlierbessensap op een half gevuld 5 liter emmertje met lichte mengeling. Het sap trekt gedurende de nacht in het voer. Daar knijp ik op zondagochtend een hele citroen over uit en maak de boel rul met pikkoek, veenaarde en allerhande mineralen en biergist. Dit doe ik al tientallen jaren en ik voel er me nog steeds goed bij. Geïnspireerd door dr. Moerman ben ik altijd een volgeling geweest van de natuurlijke methode. Mijn opa Hendrik van der Kraats, waaraan ik mijn tweede voornaam dank, was “koloniaal” in voormalig Ned. Indië. Hij was er ziekenverzorger en na zijn pensionering stichtte hij nog een gezin en kreeg op oudere leeftijd nog zeven kinderen. Moeder Toos is de jongste en zij vertelt nog vaak over haar vader, die stierf toen moeder zes was in 1936. “Vader was altijd met kruiden en natuurgeneesmiddelen in de weer. Hij maakte smeersels tegen de pijn van reuma en redde één van zijn kinderen van de dood, toen de dokter het kindje al had opgegeven”. Moeder vertelt het vaak. Vooral nu beginnende dementie haar parten speelt en ze voornamelijk leeft in haar eigen wereld van oude herinneringen. Dokter Moerman, opa Hendrik, dokter Mariën, ze zijn leidend in mijn benadering van de duivensport.

Clubgenoten

Gisterenavond zat ik bij het afslaan naast clubgenoot Cor Wenink. Een echte overnachtfondspeler, die geboren is met een duif in het hart. Op de Worp is de ruimte krap en zijn de straatjes nauw. Een gezellige volksbuurt en in vroeger tijden de tuin van de stad Deventer. Hier speelt Cor zijn duiven vanaf een bescheiden hok, waar hij moet woekeren met de ruimte. Afgelopen seizoen was Cor vijf fondvluchten op rij eerste in de club, met altijd een bescheiden aantal duiven mee. Hij is gepensioneerd als leraar “timmeren”, zeg ik voor het gemak. Ook zijn broer in Noord Holland is een gepassioneerd fondspeler. Dat de twee broers, oorspronkelijk afkomstig uit Arnhem, een goede band hebben, laat zich raden. Cor kan intens genieten van zijn duiven, die hij zo dicht mogelijk bij de natuur houdt. “Beetje mee spelen, observeren, ik vind dat prachtig”, vertelt hij. Zijn ogen beginnen als een kwajongen te glinsteren als hij over zijn duiven praat. Cor snapt ook, dat fondduiven het best gedijen als je er zo min mogelijk mee “prutst”. Het ene jaar verloopt wat beter dan het andere jaar, maar Cor blijft altijd dezelfde. Als clubman, fondspeler en als mens heb ik respect voor hem!

Burdinne

Een voor mij onbekend station, maar ik heb er geen slechte herinneringen aan. Onderweg waren er de nodige buien. Soms motregen, maar ook flinke plensbuien. Gelukkig ook de zon en eigenlijk trokken de duiven zich er weinig van aan en kwamen goed in Gietelo. De letters genoten, want de duiven arriveerden mooi vanaf de kerk in Voorst en je zag ze van ver aankomen. Een schril contrast met de warrige aankomsten uit alle richtingen van de week er voor. Onder zulke condities maak ik me weinig zorgen over de uitslag. ’s Avonds misten we nog drie duiven, maar toen ik de volgende ochtend naar buiten liep, zaten die drie al netjes te wachten op het baasje. Eén duifje, de ’86, rende me over een afstand van zeker twintig meter enthousiast tegemoet. In gedachten zag ik haar kwispelen met de staart. De dag begint dan meteen goed!

Chimay

Terwijl zeven mensen de lucht afturen, valt er ineens uit het niets een duif uit de lucht. Zeer gemotiveerd is de schalie die een dag of tien zit te broeden. Waarschijnlijk komend uit het noordoosten, maar dat weten we niet zeker. Wel voel je meteen, dat het een vroege duif moet zijn. Een doffer op eitjes van tien dagen kan je blijkbaar ook verrassen, want de schalie wint inderdaad de eerste in de kring en zesde in de regio. Met zuidenwind zien we geen duif over komen. Als we een duif zien, is het een duif van onszelf en sommigen kwamen van extreme hoogte naar beneden. Hoewel we kansrijk waren voor het kampioenschap vitesse j.d. in kring en regio, besef ik dat de eerste plaats niet is weggelegd voor ons. Hans Terwel uit Apeldoorn wordt met één en dezelfde duif onaangewezen, aangewezen en duifkampioen. Een bijzondere prestatie en een bijzondere duif. Petje af en van harte gefeliciteerd! De regiokampioen vinden we in Wapenveld. Uiteraard mijn felicitaties!

Budel

Natourvlucht Budel benutten we om onze vliegploeg te splitsen. Drie duivinnen moesten op donderdag of vrijdag hun tweede ei leggen. Je bent een dwaas, als je zulke duiven speelt op 300 kilometer met twee nachten mand. Ook hadden we twee koppels op overbroeden. Twee nachten mand en verse pap, is in mijn ogen geen goeie combinatie. Zeker bij warm weer bij jonge duiven in Gietelo altijd een fiasco. Verder zaten er enkele duiven, die een tijdje gezworven hadden, of gewond waren. Liefhebbers in de club maakten zich zorgen. Zijn bang weggespeeld te worden door ingevlogen junioren. Het effect van wielrenners die uit de Tour de France komen en de kermiskoersen nadien oprollen. Toen ik vrijdag Budel voorbereidde, dacht ik aan mijn jeugdjaren, waarin ik dingen las over “de Beul” als motivatiespel. Voor de oorlog in België toegepast op speciale kapelhokjes. Twee doffers die hetzelfde territorium hebben en na een robbertje vechten,zonder overwinnaar uiteraard, ingekorfd werden. De ‘236 was overgelopen naar een ander hok. Daar zat een wulpse duivin die treurde nadat haar doffer de ‘265 enkele weken geleden op een prijsvlucht ternauwernood ontsnapte aan havik of slechtvalk. De doffer had een klauwwond op de rug, bij de aanhechting van de vleugel en op de borst. Bovendien miste hij een deel van zijn broekpennen. De ‘265 ging enkele weken in een leegstaande ren om te herstellen. Toen ik hem vrijdag bekeek, zag ik dat de verwondingen mooi genazen en de broek half was ingegroeid. Bovendien vloog hij voortdurend tegen het gaas van de ren, omdat hij het minnespel van de ‘236 met “zijn” duivin moest aanschouwen. Er ging me een lichtje op. Ook al is de natour voor mij “bijvangst”, ik wil niet voor spek en bonen op de thuiskomst van de duiven wachten. De ‘265 werd voor het eerst in twee weken los gelaten en als een speer vloog hij naar zijn vertrouwde liefdesnestje, waar hij slaags raakte met zijn rivaal. De ‘236 pakte ik uit het hok en sloot hem op in de leegstaande ren. De gewonde frontsoldaat mocht vrijdag vertoeven met zijn liefje. Zo werden beide doffers ingekorfd op Budel, samen met wat duivinnen die net gelegd hadden en wat duiven met verse pap. Ook was er de ‘234, die afgelopen dinsdag retour kwam van de “rampvlucht” Beek en Donk, die ik zelf een week voor aanvang van de vluchten organiseerde. Ik wist echt niet, wat ik van dit ploegje van 18 duiven mocht verwachten. Rinie was er om 8.45 uur. De overige letters zouden tegen twaalven komen, bij de aankomst van Dizy le Gros. “Hoe hard zullen ze gaan”  vroeg Rinie zich af. Een vol uur was verstreken en dan weet je, dat het niet lang meer zal duren. “Daor hej d’r twee” riep Rien ineens. De duiven cirkelden al rond het hok en de ‘236 landde als eerste op de antenne. Zijn maat bleef op het puntje van de klep zitten, waardoor het verlossende piepje goed 20 seconden later klonk. Er volgden binnen een minuut nog enkele duiven en in het hok zag ik de ‘236 en ‘265 hevig knokken met elkaar. De ‘265, die ik bij de inkorving als eerste aangaf, zette ik voor het gemak in de leegstaande ren. “Er is er eentje niet geklokt”, riep Rinie, die een prima handlanger is. Ik meende, dat hij de lokduif had gezien en negeerde zijn waarschuwing. Toen na een kwartier 16 van de 18 duiven geklokt waren, noteerde ik de aankomsten. “Er moet nog één duif komen”, riep ik tegen Rinie, “de eerstgetekende is niet geconstateerd”. Zoiets is jammer, maar geen ramp. De duiven waren goed gekomen en ik zag dat de ‘234 als derde thuis was. Een duif die weken weg was en pas drie dagen thuis was en meteen een vroege prijs wint. Soms begrijp ik er zelf ook niks van ….

Dizy

Toen ik vlak voor twaalven het erf op reed met moeder, was Rinie al op zijn post. José was net thuis van boodschappen doen en Jaap, Bram en Sander volgden niet veel later. Rond 12.15 uur steeg de spanning. Je weet, dat de duiven niet ver weg kunnen zijn. Alle ogen waren gericht op de lucht links van de eikenboom, in het denkbeeldige verlengde van de kerk van Voorst, die zelf voor ons onzichtbaar is. Zelf liep ik op het gazon en zag ineens een rondcirkelende duif uit de verkeerde richting arriveren. Om 12.23 was hij geconstateerd. De ’68 was een net opbloeiende romance begonnen met zijn nestzus en dat inspireerde hem deze dag tot een vroege klassering. Twee minuten later arriveerde een bonte duivin, vrijwel meteen gevolgd door een “Brammetje”. De bonte duivin was de “55”. Gekweekt door Sander uit zijn enige eigen duif die een bijdrage leverde voor ons vlieghok. Nog een dochter van de duif die voor de enige teletekstnotering in de loopbaan van Sander zorgde. Een legendarische duif voor hem en door mij “Sandrina” genoemd. Toen we afgelopen jaar elkaar vonden en Sander mijn kweekduiven zou gaan verzorgen, vertelde hij over de duivin, die nog afstamde uit zijn teletekstduif. “Ik zou het leuk vinden, als je er een paar jon gen uit zou willen testen”, zei Sander. Ik begreep, dat deze duivin heel belangrijk voor hem was en stemde natuurlijk in. “Ronald” kweekte afgelopen jaar de 2e asduif in de regio. Dat wordt de partner van jouw duivin. Met deze doffer heb je kans van slagen. Met een willekeurige koppeling wordt het een kansloze missie, opperde ik. Zo geschiedde. Momenteel hebben we nog vier nazaten op de vluchten, waarvan “de 55” duidelijk de beste is. Leuk voor het team, maar nog leuker voor Sander. Onze derde duif van Dizy was een jong van “Olympic Frank”. Ook voor Bram was de dag geslaagd, zeker omdat hij met een overgewende jaarling uit Gietelo in de ochtenduren de tweede prijs speelde vanaf Budel. Zo is duivensport als teamsport extra leuk! Dizy werd een goede vlucht voor ons met regelmatige aankomsten. Onze eerstgetekende was onze vijfde duif en wint een vroege prijs. Jammer genoeg missen we onze tweedegetekende nog met nog vier andere junioren. Twee ervan werden gisteren telefonisch aangemeld door liefhebbers in Enschede en Moergestel. Zij willen de aanvliegers vandaag na verzorging in vrijheid stellen en ik hoop, dat de achterblijvers in de loop van de zondag alsnog arriveren. Inmiddels is José thuis gekomen van het sporten en wordt het tijd om deze bijdrage af te sluiten. Succes de komende weken!  (wordt vervolgd)