2017: Zieleroerselen, zotteklap & zever (1)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (1)


Om te voorkomen, dat ik mezelf en mijn schrijfsels te serieus ga nemen, heb ik gekozen voor een luchtige naam met enige zelfspot. Vlaams sluit naadloos aan bij duivensport en de alliteratie bij H,G & L van 2016. Veel van wat we lezen in de duivensport is onwetenschappelijke prietpraat. Zouden duivinnen met “baardjes” echte kweekmoedertjes zijn? Zijn witte teennagels bij een blauwe doffer een teken van kweekwaarde? Is de volledige cirkel om de pupil een aanbeveling voor een stamduif? Is een donkere en brede streep over de staart een teken van vitaliteit? “Zeker weten” roept de één en “grote zever” de ander. We praten en schrijven elkaar na met onze “zotteklap”. Feit is, dat de mens op zoek is naar houvast. Iemand had een hardvliegende blauwe doffer met witte teennagels. ’t Was in de hand een doodgewone duif, maar die witte teennagels waren bijzonder. Zou dat zijn geheim zijn? De meeste matige blauwe duiven hebben donkere teennagels, dus dan lijkt de aanname al gauw een feit. Zelf bezondig ik me ook aan niet wetenschappelijk bewezen aannames. Ik ben maar een simpele jongen. We weten zo weinig over duiven, dat we het graag zoeken in schijnzekerheden en bakerpraatjes. Wie zich daar goed bij voelt en graag gelooft, die gun ik zijn goesting, maar …. blijf wel nuchter en draaf niet door!

Attractievlucht GOU Noord

Op de feestavond kwamen er enkele enthousiastelingen langs de tafels om mensen te enthousiasmeren voor een attractievlucht voor de junioren. Er worden speciale ringen verstrekt die een tientje per stuk kosten. Ik heb veel sympathie voor mensen die iets op poten zetten en bestelde er 15. John Romein, die weinig gelukkig was met zijn junioren, bestelde er desondanks toch 10. Het lijkt veel geld, maar het is ook een prachtige kans om mensen in je omgeving bij de duivensport te betrekken. Bram was meteen enthousiast toen ik hem mailde. Zelf wil ik mijn teamleden de kans bieden om mee te doen. Een verdeelsleutel voor kweker, speler en sponsor ligt het meest voor de hand. Zal Albert ook vragen mee te denken, hij is meestal nogal creatief op dat vlak. Betrek je er een aantal mensen bij en omarmen zij het idee, dan kost het weinig en kan het behalve geld veel lol opleveren! Denk positief, betrek er vrienden en kennissen bij en laat de sponsor de duif een naam geven. Duidelijk een zieleroersel en geen zever of zotteklap! Doen dus.

Roodfactor

Het is alarmerend hoe weinig rode en vale duiven je ziet in de duivenkranten. Vroeger las je over “de Vale trein” uit Semmerzake, “het Rode Goud”, “de Rode Vossen” enz. Toen hadden burgemeester Hermans en Jantje Theelen rode duiven, net als Bertus Camphuis, Peter van Osch en Freek Romein in onze omgeving. Ik herinner me een jaar, dat vrijwel alle nationale winnaars in het NPO-krantje rood waren, hoewel in zwart wit afgedrukt. Tournier had rood, Ludo Claessens had rood en zelfs wit en de Gebrs. Janssen hadden altijd enkele roden. Tegenwoordig moet je de roodfactor met een lantaarntje zoeken. Hebben we een hekel aan de rode kleur, denken we dat ze te aantrekkelijk zijn voor roofvogels, of zijn ze kwalitatief inferieur? Feit is, dat veel hokken die ooit de roodfactor hadden, geleidelijk uit de roodfactor geraken. Bertus Camphuis had rood, maar dat werd steeds minder. Marcel Sangers was ooit zeer succesvol met rood, dus ze kunnen het wel! In 2014 haalden we zes zomerjongen bij Hans Hak in Maurik. Hans had ooit zijn “Oude Rooie”, die hij bestempelt als “beste duif ooit”. Zijn “Topfokker” is schimmelkleurig en stamt er van af. Toch zag ik op zijn kweekhok en in zijn verkopingen op Duiven.net nooit een rode of vale duif. Dat roept vragen op. Waarom zie je tegenwoordig zo weinig rode duiven? Komt het doordat je de kleur definitief kwijtraakt als je uit blauwe duiven fokt die zelf volop uit rood ontsproten zijn? Een schaliekleurige kweek je terug (recessief), maar een rode duif niet. Alleen de sierduivenrode kleur die we kennen als “chocolate” zie je opduiken bij duiven waar aan twee kanten “Meulemans” in zit. Ik heb het echter over postduivenrood. Zijn we uitgekeken op rood, is hun veerkwaliteit zon- en slijtgevoeliger, zijn ze kwetsbaarder of ziektegevoeliger? Wie het weet mag het zeggen. Feit is, dat Albert en Freek in hun kweekstrategie voor 2017 ruim baan geven aan de roodfactor. In 7 van de 12 kweekkoppels is één der partners roodfactor. We houden van de kleur. Variatie in kleur vergemakkelijkt het snel herkennen op het hok en als ze van de vlucht komen en we zijn niet overtuigd dat ze kwalitatief minder zijn. Soms denk ik, dat blauwe of geschelpte duiven uit een roodfactorkoppeling een streepje voor hebben. Onze “Toos” van 2016 is geschelpt en komt uit een rode doffer. Onze “Yvonne” van 2016 is geschelpt en komt uit een roodbonte duivin. De “Oude ’05 van Camphuis was eveneens een geschelpte uit rood gefokt. Bij Jan Suijkerbuijk zag ik vroeger van nabij hetzelfde verschijnsel. Is dat toeval of een wetmatigheid? Zever, zotteklap of een feit? Omgekeerd komt het nooit voor. Uit de “Oude ‘05” met een blauwe of geschelpte duivin kwamen nooit roden. Wel schalies! Wie het verdwijnen van de roodfactor op tophokken kan verklaren, mag het zeggen. Zelf gaan we er onbevooroordeeld mee aan de slag op zoek naar het antwoord.

Sweet seventeen

Even overwoog ik deze naam te kiezen voor mijn schrijfsels van 2017. Albert opperde “Team Spirit”. Zelf ben ik gecharmeerd van de terugkerende klank, maar “Sweet Seventeen” klonk iets te zoet en had iets “Lolita-achtigs” voor een man van mijn leeftijd, die in de oude situatie eind dit jaar “van Drees zou trekken”. Ik lees “de Duif” en ben vertrouwd met de sappige taalvondsten van de Belgen. Ik roep tegen José dat ik weinig “goesting” heb en dat ik “mijn kot ga kuisen”. Een beetje duivensjapper struikelt heus niet over zever en zotteklap. Wat ik heel belangrijk vind is gezondheid. Zelf ging ik in 2014 en 2015 vier keer onder het mes en in mijn vriendenkring gingen dierbare vrienden onder een zwart i.p.v. een wit of groen laken. Gewoon in grote lijnen gezond met hier en daar wat leeftijdgebonden kwaaltjes, dan teken ik voor 2017. Een hecht teamgevoel en onderling plezier, dat is ook wenselijk. Over successen praat ik niet. Daar droomt iedereen van en successen mag je niet voor jezelf claimen. Als de randvoorwaarden goed zijn, José me trouw blijft, Bram en Albert hun best doen met de kweek, Rinie de duiven uit de lucht blijft kijken, de haviken niet te veel honger hebben en moeder Toos, Trijntje en Jaap geen gekke dingen doen, dan zal ik ook mijn uiterste best doen om van 2017 weer een mooi jaar te maken. Ik wil met mijn zieleroerselen mezelf oppeppen en in het spoor houden en hoop, dat U zin, zever en zotteklap kunt onderscheiden. Open en eerlijk zijn naar de lezer en naar mezelf, dat is mijn streven. Een tip of een geheugensteun geven, een anekdote delen en een glimlach ontlokken. Fondman Dirk van Hofwegen, met wie ik in Vriezenveen in een forum zat, benadrukte, dat je moet geloven in je eigen duiven. “Jij hebt de allerbeste duiven en als je ze heel goed verzorgt, dan zullen ze dat bewijzen”. Geloven in je duiven en in jezelf, meer hoeft dat niet te zijn, zeggen de Vlamingen.     (wordt vervolgd)