Focus 2013
Freek's Focus (5)
De eerste jonge duiven zijn gearriveerd!
Donderdag 11 april haalde ik mijn eerste jongen broed 2013 op. Albert had er 36 klaar. Goed opgekomen, kloek en gezond, zoals ik het graag zie. Albert bedankt! Ik zal mijn best doen om je inzet en moeite te belonen, maar kan niets garanderen. 's Avonds naar clubgenoot Henk Blankestijn gereden. Ik moest een in Twello aangeschaft bonnetje verzilveren en ging naar huis met drie jonkies. Henk is een serieuze en echte liefhebber, die een baan, een jong gezin en duivensport combineert. Ook een relatief jonge liefhebber die zich graag inzet voor onze vereniging. Hij maakt bovendien een erezaak van zijn schenking(en) en dat verhoogt de kans op succes. Een dag later haalde ik twee jonkies bij Henk Berentsen. Henk legt zich volledig toe op het kweken van postduiven en als hij zijn gedrevenheid en enthousiasme kan overbrengen op zijn jonge duiven, dan worden het toppertjes. 's Middags stond onverwacht GOU-voorzitter Bram Scherpenzeel achter me toen ik met het jonge spul bezig was. Vorig jaar was ik succesvol met het bonnetje van Bram. Hij gaf me toen drie jonkies en eentje, "Pip" genoemd, won twee eerste prijzen ( 1e en 4e in ACC). Bram, die zelf zijn jonge duiven uitzet bij bijna buurman Max Slinkman en ze dan later ingespeeld overwent, had er zelf lol in en we spraken af in 2013 nogmaals iets te regelen.
Natuurlijk kocht ik zijn bon afgelopen winter bij "Steeds Verder" en nu bracht hij vijf prachtige jongen mee om te proberen. Sindsdien zitten er dus welgeteld 46 junioren.
Vandaag, zondag 21 april, liet ik twee afdelingen los. Ik was in de tuin aan het spitten en kon mooi een oogje in het zeil houden. Tot mijn verrassing waren ze erg ondernemend en enkelen hebben al ongeveer 10 rondjes rond het hok gevlogen! Dat was eigenlijk helemaal niet de bedoeling, want ik wilde ze vasthouden tot 15 mei i.v.m. het roofvogelgevaar. Nadeel is dan wel, dat als de jongen half mei schrikken en de lucht inslaan, de kans op verspelen ook aanwezig is.
Gebeten worden door de hond of de kat, 't is allebei kl.......
Jonge duiven moeten bij het spenen "luxe" zijn. Magere sprinkhanen, piepende ouwe ventjes, jonkies met getekende pennen, dunne of kromme borstbenen en "waterkonten", ze zijn het niet en worden het ook niet!
Ze kunnen me niet "luxe" genoeg zijn. Superdeluxe moeten ze zijn. In 2010 haalde ik zes jonge duiven bij Evert Jan Eijerkamp aan huis. We dronken koffie en praatten wat over Lotte en Fleur, die ik meemaakte op het Isendoorn College. De zes jonkies glommen en waren superdeluxe. Later bleek, dat de 2e ("Franz") en 4e ("Gijs") duifkampioen van regio 2 in het mandje zaten! Vorig jaar haalde ik bij Albert de tweede ronde op. Albert was druk in de weer geweest met gekiemd voer en gevarieerde mineralen en geholpen door gunstig weer blonken de jonkies als parels. Het was de aaneengesloten ringenserie 815 tot 834. "Daar gaan we plezier aan beleven", voorspelde ik Albert. Twee stuks (817 en 818) bracht ik dezelfde dag naar Eijerkamp. Bedoeld voor de Kroatie-race. Ze deden het allebei niet onaardig en eentje arriveerde er op de eindrace op luttele seconden van de winnaar! De overige jonkies plaatste ik op afdeling 5/6. Op de allereerste prijsvlucht werd ik meteen herinnerd aan mijn voorspelling. Hok 5/6, normaliter zeker niet mijn beste afdeling, domineerde als nooit tevoren: 828 (1e A.C.C.), 826 (4e), 822 (7e), 816 (8e), 821 (10e), 832 (15e), 834 (18e) waren mijn eerste duiven. Allemaal 1:100 prijs en allemaal van de "luxe" tweede ronde! Na slotvlucht Mantes la Jolie bleek onze "Texas Homer" 1e asduif van regio 2. De enige van onze eerste ronde die uitblonk. Onze opvolgers zijn allemaal van de tweede ronde of testduiven van derden.
Dat jonkies "luxe" moeten zijn weet ik al veel langer. In 1996 kocht ik een bon van Visser-Lensen uit Axel. Als ik me goed herinner bracht Cor Bruinsma in zijn smetteloos witte jas die bonnen aan de man. Vijftig guldens moest ik ervoor neertellen. Bij het afrekenen hoorde ik iemand achter me gniffelen. "Een dag kwiet, een volle tank kwiet en duuf kwiet. Die is gek". Ik moest aan zijn woorden denken, toen ik via Antwerpen door de Liefkenshoektunnel reed naar Axel. Albert was erbij.
Met Zeeuwse bolussen, luxe broodjes en dampende koffie werden we ontvangen door Jan de Visser. Enkele uren later gingen we tevreden huiswaarts met twee jonkies. De blauwe was superdeluxe en droeg onze eigen ring, de geschelpte kregen we als extraatje vanwege de vele kilometers. Dit laatste jonkie was een doorsnee jonkie, dat verloren ging. De blauwe was mijn oogappel. De klasse droop er gewoon vanaf en meteen de allereerste vlucht werd hij mijn eerstgetekende. Het werd echter een openingsvlucht zoals we die te vaak kregen. Lopend leken ze huiswaarts te keren en mijn "Axel" arriveerde pas de volgende dag rond koffietijd. Later loste hij zijn belofte in en eindigde als 1e asduif van de toenmalige N.C.C. Oost Nederland. Die winter ging ik met Albert andermaal naar Axel. We hadden een geborduurde badhanddoek meegenomen voor Jan met een toepasselijke tekst. Jan kon niet geloven, dat zijn duif Eijerkamp, Camphuis en al die grote mannen uit het oosten verslagen had. Toen Jan opvallend veel tijd nodig had om koffie te zetten, stootten we elkaar knipogend aan. Eindelijk terugkerend uit zijn keukentje, pinkte hij een laatste traan weg ...... Het zou niet ons laatste bezoek worden, want de vriendschapsbanden waren gesmeed. Helaas stierf de grote kampioen Jan de Visser enkele jaren later veel te vroeg.
Komende week zullen er opnieuw jonkies afgehaald worden. Ruim twintig stuks van Albert van koppels waarvan we de eerste eieren onder voedsters verlegden. Zullen ze de eerste ronde overtreffen net als vorig jaar? Afgelopen woensdag zag ik ze voor het laatst. Alle gegevens, inclusief kleur en geslacht, liggen al vast. Ze lagen er goed bij, maar de laatste tien dagen zijn doorslaggevend. Ik ben van plan om een analyse te maken. Van 12 koppels hebben we een dubbele ronde. Daaronder 8 nazaten van onze "Oude Knoedel". Daaruit halen we de maximale score van 8 keer 4 is 32 stuks! Uit onze 13-jarige beoogde stamvader hebben we niets. Van zijn eerste ronde was een eitje onbevrucht en het andere eitje ging overstuur. De tweede ronde andermaal een schier eitje. Uit het andere ei kroop een mooi jonkie. Helaas kwam hij als jong van een dag of vijftien in het territorium van een buurman terecht en werd totaal aan gort gepikt. Jammer maar helaas. Er komen nog meer dagen deze zomer en onze oldtimer is nog niet versleten. Is er kwaliteitsverschil tussen de eerste en tweede ronde van een overgelegd koppel? We gaan het uitzoeken.
Erfelijkheid blijft fascinerend. Uit onze ingeteelde steenrode doffer, gepaard aan een zus van "Texas Homer", vallen vier geschelpte jongen. Mogelijk vier doffers. Uit een geschelpte zoon van onze "Oude Knoedel" gepaard aan een rood duivinnetje van Ludo Claessens-origine, vallen vier roodfactorjonkies. Vier doffers, want in dit geval is het rood geslachtsgebonden! Hoewel er aardig wat bont op ons kweekhok zit, zijn de jongen beslist niet bont uitgevallen. Dat kan een goed teken zijn. Wie veel bont gaat fokken, boert achteruit.
Opvallend is verder het grote aantal vetblauwen en vetkrassen.
Inmiddels is het half vijf. José is nog niet terug van een studiemiddag op fitness-gebied. Ze is nog steeds leergierig en dat biedt mij de kans om dit stukje te typen. Dan weten Bram, de beide Henken en Albert hoe het met hun jonkies gaat. Vanavond gaat er een scheutje uit "de fles van Gust" door het drinkwater. Gisteren kregen ze gesneden bieslook door het voer. Je moet echter oppassen dat je niet overdrijft. Enige jaren geleden kregen jongen getekende kleine pluimpjes toen ik te veel knoflook en bieslook serveerde. Maat baat in dit geval. Het voer is nog steeds kweekvoer met een handje enzymix recup met gepelde gerst (gort). Regelmatig gaat er een scheut vlierbessap over het voer. Dit haal ik in het boerderijwinkeltje van de fam. Wassink aan de Klarenbeekseweg. Een nachtje in laten trekken en vervolgens rul maken met mineralen, pikkoek, veen of scherp zand. Het voer dat duiven in de natuur oppikken is immers ook niet steriel en schoon? De vitamines A, B-complex, D en E en verder ijzer, zwavel, jodium en citroenzuur vormen het stokpaardje van Christiaans. Geef de jonge duiven dus de voedingsstoffen die daarin voorzien: biergist, vlierbes, citroensap, ui en knoflook, gekiemd graan, yoghurt, e.d. Een tuintje voor het hok met heilzame kruiden en groenten biedt duiven de kans zelf de balans in evenwicht te houden. 't Hoeft niet duur en ingewikkeld te zijn. Gewoon je boerenverstand gebruiken en je keuken- en koelkast benutten. Varieer, maar overdrijf niet! Jongen van bedenkelijke komaf die niet echt "luxe" zijn wat bouw, gezondheid en uitstraling betreft zullen geen potten breken. Achterstand in het nest is achterstand voor het leven, geloof me op mijn woord.
De generatie van 1997 was "superdeluxe". De broedschalen leken te klein en de jongen glommen als parels. "Garfield" was er een van. Vraag het Albert. Hij herinnert zich die lichting als een droomlichting. Met zulke jongen kun je elke oorlog winnen! Ik hoop, dat de ronde die eind komende week klaar is, de lichting 1997 benadert wat "luxe" betreft. Zulke jongen wens ik U ook.