Focus 2013

Freek's Focus (13)

Frustraties en wanhoop vlak voor de eerste prijsvlucht!

zaterdag 29 juni

Coli

Met "Focus 13" roep je het ongeluk over je af, als je erg bijgelovig bent. Je zou bijna bijgelovig worden, want op het duivenhok lopen de zaken niet op rolletjes.  Mensen die mij kennen, of mijn stukjes lezen, weten inmiddels, dat veeartsen niet rijk van mij worden. Niet dat ik deze vakgroep niet hoogacht, maar in mijn manier van duiven houden blijf ik liever dicht bij de natuur.  Dat past beter bij me en daar geloof ik in.
Alleen als ik zelf helemaal vastloop, wijk ik af en zoek deskundige hulp.
Misschien is het mijn trots, misschien ben ik eigengereid en eigenwijs, maar ik hou lang vast aan mijn principes!  Vaak is het een kwestie van tijd en geduld.  In "Focus 12" meldde ik al last te hebben van coli in hok 5/6.  Daar waar de laatste "bon- en testduiven" huizen.  Een dag na het schrijven brak de pleuris uit en kon ik bij wijze van spreken alle afdelingen dweilen.  Zeker twintig jongen hadden hun voer uitgebraakt en de slijmerige, groene mest liep als een druipkaars uit de zitschappen. Werkelijk niet een duif produceerde nog normale mest. Zo zout had ik het nog nooit gegeten.

Geen medicatie

De spoetnikken werden geopend en de duiven werden naar buiten gedreven, waar ze als zoutzakken ineendoken op het hok. Tijd om de hokken zo goed mogelijk te reinigen. De dagen erna hetzelfde ritueel. Duiven vanaf 's ochtends zeven uur buiten gesloten tot ongeveer zeven uur 's avonds. Aan de spoetnikken werden blauwe drinkbakjes gehangen, zo konden ze mooi leren drinken door de spijltjes. De duiven kregen licht voer, vaak doordrenkt met vlierbes en rul gemaakt met klei/ pikkoek/ veengrond.  Zo mogelijk voerde ik in kleine porties gedurende de dag, met name in het weekeinde. 's Avonds kregen ze normaal duivenvoer. Al na enkele dagen verbeterde de situatie. Uitgebraakt voer werd 's ochtends sporadisch gevonden en de mest verbeterde zienderogen.  Zonder medicamenten kunnen duiven ook opknappen. In de natuur gebeurt dit al vele eeuwen. Blijkbaar was daarmee nog niet alle onheil voorbij.  De neusjes van meerdere duiven zijn niet krijtwit, enkele duiven rochelen en vanochtend lag er eentje dood.  Mijn duiven zijn momenteel tussen de 10 en 14 weken oud.  Andere jaren zijn ze gemiddeld een maand ouder.  Misschien wordt er in korte tijd net iets te veel gevraagd. Paramixo-enting, pokkenenting, verduisteren, samenbrengen van duiven uit meerdere milieus en africhten. Tijd om rustig de kinderziektes te overwinnen krijgen ze niet.

Knupkes

Een vorige keer schreef ik over africhten als er coli sluimert. Dinsdag bracht ik ze voor de zesde keer weg. Tot mijn verrassing zag ik, dat de weg Brummen-Dieren weer toegankelijk was en ik besloot om de duiven naar de voormalige steenfabriek bij Velp te brengen.  Bewolkt weer met nu en dan zon, noordwestenwind, het weer kon slechter in mijn beleving. Achteraf was ik toch te enthousiast, want de africhting verliep zeer stroef.  De duiven waren 5 keer weggebracht op afstanden tussen de 5 en hooguit 10 kilometer en nu gingen ze naar 20.  Met opgelopen dijen van de pokkenenting, met coli en andere kinderziektes onder de leden vroeg ik iets te veel van mijn duifjes.  Zestig stuks liet ik in drie groepen los, maar het vertrek op de losplaats was slecht en ik zag dat de drie groepen elkaar vonden in de lucht.  Bij thuiskomst zag ik geen duif op het hok zitten, maar wel zag ik er tot mijn verrassing 13 aan de voerbak eten. Voor het eerst verslagen door mijn eigen duiven. Dat is een goed teken, dacht ik.  Vervolgens moest ik een uur wachten op nummer veertien. Dat was geen goed teken.  In gedachten zag ik me op de eerste prijsvlucht twintig duifjes inkorven.  "Eigen schuld, Wagenaar", riepen de clubgenoten in koor, "jij moest toch zonodig met coli besmette duiven africhten!"
Gelukkig bleef het de hele dag doordruppelen en 's avonds om 19 uur meldde nummer 54 zich retour.  Ik moest denken aan de wijze woorden van duivenvriend Martin Geven: "Ze komen vlot naar huis en je denkt dat ze het kunnen, maar eerst moeten de knupkes erop".  Martin bedoelt dat ze een keer "lopend" en een voor een thuis moeten geraken na een urenlange zoektocht.  Dinsdag kwamen bij mijn duiven "de knupkes" erop.  Gek genoeg kwamen ze de volgende dag slecht na.  Alleen "Saartje", de 10 weken oude dochter van "Texas Homer", zat de volgende ochtend ineens op mijn arm in de tuin.  Zo'n moment vergeet je niet en mogelijk put het duivinnetje hier ook moraal uit. Inmiddels ben ik van de oorspronkelijke lichting van 79 stuks 24 exemplaren kwijt.  Drie stuks geruimd, eentje zelf dood gegaan (donderdagochtend), negen verspeeld met africhten en elf roofvogelslachtoffers. Hoewel al mijn duiven een ring dragen met telefoonnummer, heb ik van niet een duif iets vernomen. Vreemd.

Toeval?

De voorbije week vloog er ook weer een duif tegen de waslijn.  Onder de snavel lag de '778 helemaal open.  Een nare wond, maar met hulp van José kon ik met vier hechtingen de boel weer enigszins aan elkaar naaien. Levenslustig is ze nog niet, maar eten en drinken lukt weer mondjesmaat.
Vorig jaar had ik uit dezelfde moeder een jong dat eveneens de waslijn van de achterburen toucheerde. Die onthoofde zichzelf.  U denkt aan toeval? Ik niet!  Mogelijk heeft het met de stand van de ogen te maken.  Als op een stamkaart meerdere keren de naam opduikt van "de Poot", "Eenoog" of "Manke", heb ik mijn bedenkingen.

Martin van Zon

"Van welke schrijver in duivenbladen kun je iets leren?" vroeg een beginnend liefhebber. Dat is een lastige vraag. Meestal ken je de schrijver niet persoonlijk.  Wat is de drijfveer en de achtergrond van de persoon?  Speelt hij zelf goed met duiven?  Is het een medicijnman of een liefhebber die dicht bij de natuur blijft?  Is hij professioneel of amateur?  Schrijft hij uit idealisme of wordt hij gedreven door ijdelheid? Wil hij zichzelf promoten en eigenlijk graag duiven verkopen?  Een beetje kritisch mag je zijn!
Vaak is het een melange van drijfveren.  Met mijn stukjes wil ik mezelf deels verantwoorden.  Ik wil compagnon Albert op de hoogte houden en de overige duivenleveranciers.  Ik denk, dat de onderwijzer in mij ook nog steeds springlevend is en misschien is het deels ijdelheid?
Onlangs las ik een interessant artikel in "Het Spoor" van Martin v. Zon. M. speelt zelf goed en ook anderen hebben succes met zijn duiven. Verder is M. iemand die tegen heilige huisjes durft te schoppen en stelling durft te nemen.  Ik heb M. nooit ontmoet en ken zijn achtergrond niet.  In zijn laatste artikel schrijft Martin, dat sommige liefhebbers misbruik maken van medicijnen.  Ze geven medicijnen om de duiven ietsje sneller te laten vliegen.  Hij ziet daarin een groot gevaar en legt een link naar o.a. het ontstaan van coli.   Zeker nu ik geplaagd wordt door coli op eigen hok, gaan zijn woorden er bij mij in als Gods' woord in een ouderling.

Ad Schaerlaeckens

De stukjes van A.S. las ik altijd met graagte. Een liefhebber die fabelachtige prestaties neerzet(te) en de nadruk legt op de kwaliteit van een duif. Dat spreekt mij aan. Een "graan- en water man" is Ad zeker niet.
Met onderstaande herinnering leg ik een link naar de opinie van duivenhouders die menen dat het ongebreidelde cortisonengebruik in het verleden een negatieve invloed heeft op de gezondheid van onze  duiven anno nu.
Ooit aan het einde van het "cortisonentijdperk", werd Ad erg openhartig.  In ons clubgebouw werd een film vertoond, waarin A.S. ons zou leren hoe hard te spelen met jonge duiven.
Iedereen zat op het puntje van zijn stoel,toen Ad zijn toverformule prijs gaf. "Dexamethasone" was zijn geheim.   Wijlen clubgenoot Gerrit van Beek zag ik het woord noteren op de binnenkant van een pakje vloeipapier.
Veel schoten we niet op met de ontboezeming, want aan de cortisonengekte kwam abrupt een einde toen het niet veel later als pure doping en dieronvriendelijk werd gezien en officieel verboden werd. A.S. had waarschijnlijk de behoefte om schoon schip te maken, toen hij het dexamethasonegebruik opbiechtte. Ongetwijfeld was het cortisonengebruik in zijn omgeving een publiek geheim. In onze contreien was het dat zeker niet! Het regelmatig druppelen met cortisonen maakte de duiven kapot.
Vaak werden de gedruppelde duiven verkocht of gedood en speelde men het jaar erop met ongedruppelde jaarlingen!  Dat oneigenlijk gebruik van antibiotica iets doet met resistentie van microgespuis lijkt me aannemelijk. Of je de coliproblemen van nu in verband mag brengen met het gedruppel destijds, daar kan ik geen verklaring voor bedenken.

Goeie duiven of goeie medicijnen?

Over kwaliteit van duiven raak je niet uitgestudeerd.  Als het  verhaal van M.v.Z. over oneigenlijk medicijngebruik klopt (ook A.S. verwijst er afgelopen week zijdelings naar in "de Duif") is dat een extra reden om kritisch te kijken naar de prestaties van sommige "mirakelhokken".  Hoe goed zijn hun duiven?  Hoe is hun ligging? Hoeveel oneigenlijk medicijngebruik ligt er ten grondslag aan de prestaties?
Sommige topliefhebbers verkopen hun duiven en smeden in stilte een nieuwe stam met ..... duiven van de concurrentie.  Hoeveel vertrouwen hebben ze in hun eigen "wonderduiven"?
Bepaalde liefhebbers dwepen met duiven van zgn. teletekstkanonnen, die telkens op het juiste moment weten te pieken. Kopen zich arm aan duiven en hebben mappen vol fabelachtige stamkaarten.  Tot indrukwekkend spel leidt het zelden.  Als ze na jaren met beide benen op de grond staan en ontnuchteren, haken ze misschien gedesillusioneerd af, of .... beginnen ineens echt goed te spelen met duiven van een relatief onbekende liefhebber waar het niet draait om de goede medicijnen, maar om de goede duiven.
Laat je niet gek maken en let niet te veel op stamkaarten. Kijk op eigen hok welke duiven van nature gezond blijven en jou de meeste voldoening geven.  Zit het even niet mee, hou dan vertrouwen en waai niet met alle winden mee.  Op dit moment gaat het op eigen hok helemaal waardeloos. Duiven ziek, slap en absoluut geen vorm.  Over een week is het inkorven voor de eerste prijsvlucht met de junioren.  Ik blijf positief.  Het kan vanaf nu alleen maar beter gaan!

Trainen

En trainen bij huis?  Dat doen mijn jongen natuurlijk ook niet. Ze vliegen
wel functioneel. 't Is ook niet gauw goed.  Bij Albert vliegen de onlangs gespeende latere jongen "als een smeerlap".  Ze vliegen eigenlijk weer te goed. Afgelopen dinsdag liet Albert ze los en hij verbaasde zich erover hoe glad en gezond ze waren.  De 44 stuks gingen  hoog de lucht in en trokken vervolgens weg om “opgeschept” te worden door een koppeltje van 15 andere duiven.  Woensdagavond was nét de helft teruggekeerd ....... 't Is en blijft een fascinerende hobby en beiden houden we de moed (der wanhoop) erin! 't Moet een uitdaging blijven en alleen dan kun je intens genieten als het goed gaat.

Blauwe Garfieldjes

Lichtpuntje de afgelopen week waren de twee mooie jongen uit "Blauwe Garfield" van Erik Plant die ik maandag voor het toewijzen van de chipringen ophaalde.  Voor Erik breken spannende tijden aan. Is hij bezig aan zijn laatste duivenseizoen? 't Heeft alles te maken met werk en een mogelijke verhuizing naar een ander deel van het land. Voor mij een extra reden om blij te zijn met onze kersverse aanwinsten.



Laatste nieuws

Vanochtend een afgelopen dinsdag achtergebleven jong van Velp
opgehaald bij Jos van Roon in Brummen. Het betrof het bonduifje van plaatsgenoot Johan. Meteen de jongen meegenomen voor een africhtingsvluchtje van andermaal
Velp. Bij thuiskomst zaten er 50 in het hok, dus het gaat beter en ...ze lopen vlot binnen. De moraal komt terug bij duif en melker!